Cd&v wil maximaal investeren in de bescherming en omkadering van (kwetsbare) vrouwen op vlak van ongewenste zwangerschappen en abortus. Dit houdt onder meer in dat de partij pleit voor gratis anticonceptie, het behoud van een bedenktijd van 48 uur in geval van de wens tot abortus en voldoende psychosociale begeleiding en nazorg.
Voor cd&v mag de wettelijke termijn om een abortus op verzoek te laten uitvoeren niet verder dan 14 weken liggen in het belang van zowel (kwetsbare) vrouwen als het ongeboren leven. De vraag van sommige politieke partijen om de abortustermijn als algemene regel uit te breiden naar 18 weken is voor cd&v niet wenselijk. De partij baseert zich hiervoor op verschillende conclusies van het wetenschappelijk en multidisciplinair onderzoek naar de abortuswetgeving in ons land. Dat rapport kwam er op de expliciete vraag van cd&v om de problematiek rond ongewenste zwangerschappen en abortus te bekijken op basis van objectieve argumenten.
Tijdens de onderhandelingen van de Vivaldi-regering lanceerden heel wat progressieve partijen in lopende zaken verschillende voorstellen om abortus te versoepelen. Daarbij was er sprake van een opbod in het debat door heel wat partijen, tot in bepaalde gevallen zelfs tot 20 weken, wat door cd&v steeds als bijzonder ongepast werd ervaren omwille van de gevoeligheid van het thema. Dergelijke debatten over leven en dood mogen niet verzanden in ongefundeerde stellingnames of politieke stratego, maar moeten op een serene manier gevoerd worden op basis van objectieve argumenten, in combinatie met een ethisch kompas waarbij er steeds respect moet zijn voor de keuzevrijheid van de vrouw en het beschermen van de foetus.
Net daarom werd op vraag van cd&v in het regeerakkoord opgenomen dat de abortuswetgeving op een wetenschappelijke en objectieve manier geanalyseerd dient te worden en dat verdere wijzigingen aan de abortuswetgeving eerst in consensus in de regering genomen worden. Het regeerakkoord stelt immers letterlijk dat wat de parlementaire behandeling van de hangende wetsvoorstellen over abortus in de Kamer betreft, deze verder bestudeerd zouden worden binnen de commissie Justitie van de Kamer nadat een onafhankelijk multidisciplinair wetenschappelijk comité (aangeduid door de partijen die deel uitmaken van de regering) een studie en evaluatie van de praktijk en wetgeving had gemaakt om dan verder constructief te werken teneinde een consensus te bereiken tussen de partijen die deel uitmaken van de regering en in afwachting niet tot stemming over te gaan.
De vraag hoe we best de vrouw en het ongeboren leven beschermen moet steeds het uitgangspunt zijn voor ons in dit debat. Net daarom moeten we dit debat op een grondige manier voeren. Het gaat niet over voor of tegen abortus, maar het gaat over vrouwenrechten en de bescherming van vrouwen in relatie tot het ongeboren leven.
Els Van Hoof, parlementslid voor cd&v en reeds jarenlang experte in het abortusdossier.
Beter voorkomen dan genezen
Dat wetenschappelijk rapport is er nu en geeft cd&v op heel wat punten gelijk. Zo moet de doelstelling altijd zijn om zoveel mogelijk ongewenste zwangerschappen te vermijden. De beste abortus is nog altijd een abortus die niet nodig is, in het belang van zowel de vrouw als het ongeboren kind. Daarom is het onze expliciete vraag om langdurige anticonceptie gratis te maken voor iedereen. Cijfers uit 2021 tonen immers aan dat maar liefst 44,09% van de vrouwen die een abortus ondergingen aangaf geen voorbehoedsmiddelen gebruikt te hebben[1]. Van zij die wel anticonceptie gebruikt hebben en toch zwanger werden, had 30,61% deze niet correct toegepast. Heel wat ongewenste zwangerschappen kunnen dus voorkomen worden door financiële drempels weg te nemen maken en meer in te zetten op sensibilisering en educatie rond anticonceptie.
Belang van de kwetsbaarheid van de vrouw en het ongeboren kind moet voorop staan
Cd&v pleit voor een termijn van 14 weken in het belang van zowel de vrouw als het ongeboren leven. Volgens cd&v-Kamerlid Els Van Hoof zijn er in het wetenschappelijk rapport immers verschillende objectieve en wetenschappelijke redenen te vinden om de termijn te beperken tot 14 weken.
Ten eerste is er de procedure: tot 14 weken is een zuigcurettage nog mogelijk, na 14 weken moet een abortus uitgevoerd worden via een zeer invasieve medische ingreep die heel ingrijpend is voor de vrouw en complicaties met zich kan meebrengen. Frankrijk heeft om dezelfde reden in 2022 een termijn ingevoerd van maximum 14 weken.
Ten tweede verwijst de partij naar een wetenschappelijke studie uit 2021 waarnaar verwezen werd door een expert die meeschreef aan het rapport, volgens dewelke een foetus vanaf 15 weken een pijnperceptie ontwikkelt. Dit moet een absoluut signaal zijn om de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen inzake de termijn waarop we als samenleving abortus op verzoek wensen toe te laten.
Ten derde zorgt een termijn van 14 weken voor een betere bescherming van kwetsbare vrouwen en zal ook een grote groep van vrouwen die kampen met een ongewenste zwangerschappen geholpen kunnen worden. 57% van vrouwen die worden doorverwezen naar Nederland worden geholpen vóór 14 weken en kunnen we dus wel opvangen in België. We denken aan minderjarigen, werklozen, alleenstaanden, vrouwen met een laag opleidingsniveau.
Bovendien wordt deze termijn ook in het wetenschappelijk rapport naar voor geschoven als een mogelijke piste in de abortuswetgeving.
Extreme omstandigheden vragen echter om een uitzondering. Daarom maken we een uitzondering boven de 14 weken in het geval van verkrachting of incest.
“In Duitsland kan abortus vandaag tot 12 weken, in Frankrijk tot 14 weken en ook de meeste andere Europese landen hebben vergelijkbare termijnen. Het rapport geeft voor ons ook verschillende objectieve argumenten om de termijn vast te leggen op 14 weken. Abortus is en blijft meer dan een medische ingreep waarbij we met de grootste voorzichtigheid mee moeten omspringen. Vanaf 15 weken ontwikkelen foetussen een pijnperceptie, vanaf week 16 is de foetus voelbaar voor de vrouw en met de wetenschappelijke evolutie wordt levensvatbaarheid steeds sneller en sneller bereikt. Vandaag ligt de levensvatbaarheid van een foetus volgens de WHO al rond 20 weken, wat akelig dicht komt bij de termijn die sommige partijen naar voren schuiven om abortus toe te laten op 18 of zelfs 20 weken”, concludeert Kamerlid Els Van Hoof.
De bedenktijd blijft belangrijk voor een goede begeleiding en ondersteuning van vrouwen die de wens uitdrukken om een abortus te laten uitvoeren. Daarom moet deze voor cd&v minstens 48 uur bedragen. In deze 48 uur kan psychosociale begeleiding voor de vrouw opgestart worden.
Het rapport beveelt ook aan om abortussen boven de 12 weken niet in reguliere abortuscentra te behandelen, maar wel in gespecialiseerde centra met multidisciplinaire teams.
“Daarnaast zijn we tevreden dat het rapport onze stelling bevestigd dat abortus strafbaar blijft voor de arts, niet noodzakelijk in de Grondwet hoeft én dat er meer aandacht moet zijn voor de voor- en nazorg voor de vrouw”, stelt Kamerlid Els Van Hoof (cd&v).
[1] Verslag Nationale Evaluatiecommissie Zwangerschapsafbreking, 2021, p.37