Onderzoek van de Universiteit Gent en het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw naar de inhoud van de brooddozen en naar de toegankelijkheid van schoollunch in Vlaamse basisscholen toont aan dat de meeste brooddozen van leerlingen gevuld zijn, maar een eerder ongezonde en niet-milieuverantwoorde maaltijd bevat.
Minister Crevits is tevreden dat er eindelijk een objectief wetenschappelijk onderzoek is gebeurd naar de omvang van de lege brooddozenproblematiek. Het onderzoek toont aan dat er geen eenduidige oplossing bestaat of gewenst is.
Het wetenschappelijk onderzoek geeft ons eindelijk correcte gegevens over wat er in de brooddozen zit. Het toont aan dat het aantal lege brooddozen bij kinderen in het basisonderwijs gelukkig beperkt blijft, maar dat betekent niet dat er geen probleem is. Het gevoel van voedselonzekerheid bij de kinderen wil elke ouder vermijden. Er zijn al veel initiatieven genomen, maar er zal vooral op maat verder gewerkt moeten worden, zowel voor het gezin als voor de school. Een one-size-fits-all oplossing bestaat niet.
Hilde Crevits, minister van Welzijn
Deze studie toont aan dat ouders in armoede er net alles aan doen om hun kinderen een zo goed mogelijk gevulde brooddoos mee te geven, vaak ten koste van zichzelf, dit in tegenstelling tot sommige clichés over armoede. Lege brooddozen zijn er gelukkig niet zoveel, maar 9% kinderen met voedselonzekerheid is natuurlijk veel te veel. We streven al lange tijd naar een maatgerichte aanpak. Denk maar aan extra middelen voor Brood(doos)nodig van vzw Enchanté, of voor de projecten van vzw Krijt om een armoedebewust schoolbeleid mogelijk te maken. Ook de lokale bondgenotennetwerken tegen kinderarmoede, of de gids rond voeding op school die we met Rikolto ontwikkelden, zijn de juiste weg om scholen en organisaties te ondersteunen.
Benjamin Dalle, minister van armoedebestrijding
Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de inhoud van de brooddozen van 1051 leerlingen uit een representatieve steekproef van 25 Vlaamse basisscholen in kaart gebracht. De lunch wordt met een aangepast meetinstrument gedetailleerd in kaart gebracht. De beoordeling van de lunch gebeurt op basis van de voedingsdriehoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw. Daarin worden gezondheids- en milieuaspecten van de voedingsmiddelen samengebracht.
Weinig lege brooddozen, wel voedselonzekerheid
De onderzoekers stelden 3 helemaal lege brooddozen (0,3%) vast tijdens het eerste deel van het onderzoek. Er werd ook gepeild naar het gevoel van voedselonzekerheid bij de kinderen. 9% van de deelnemende kinderen hadden in de afgelopen 12 maanden vaak voedselonzekerheid ervaren. Dit betekent dat ze zelf aangaven dat ze onvoldoende toegang tot voedsel hadden (niet enkel op school, ook thuis). Dit ligt in lijn met cijfers rond deprivatie bij kinderen (het zich niet kunnen veroorloven van zaken die tot de normale levensstandaard behoren), waarbij in 2021 één op de tien kinderen in Vlaanderen materieel gedepriveerd is.
De onderzoekers vroegen de kinderen van de onderzochte brooddozen via een anonieme vragenlijst ook naar aspecten die de inhoud van hun brooddoos beïnvloedden (bv. Krijg je soms (een deel) van het lunchpakket van een vriend? Voelde je je in de afgelopen 12 maanden moe of zwak omdat je gezin niet genoeg te eten had?).
Een deel van de kinderen die voedselonzekerheid ervaren, geven aan dat ze geregeld hulp kregen van een vriend(in) en/of de school om de brooddoos te vullen. Daarnaast blijkt dat kinderen die voedselonzekerheid ervaarden, vaker geen tussendoortje meebrachten en geen ontbijt namen op de dag waarop hun brooddoos onderzocht werd.
Weinig gezonde en milieuverantwoorde brooddozen
De onderzoekers keken ook wat de inhoud van de brooddoos was en in hoeverre deze gezond en milieuverantwoord was.
Enkele conclusies:
- De onderzochte brooddozen waren gemiddeld slechts voor één derde (35%) gevuld met voedingsmiddelen die volgens de voedingsdriehoek gezond en milieuverantwoord zijn.
- Het merendeel van de brooddozen die werden beoordeeld, bevat ongezonde en niet milieuverantwoorde producten.
- De meerderheid van de kinderen bracht een stuk fruit mee als tussendoortje (63,6%), maar, er zaten daarentegen weinig extra groenten en fruit in de brooddoos.
Er zijn weinig verschillen gevonden in de samenstelling van de brooddoos als we kijken naar de socio-economische achtergrond van de kinderen. De brooddoos van kinderen met een hogere socio-economische status was net iets gezonder en milieuverantwoorder gevuld dan die van kinderen met een lagere socio-economische status, 35.8% gezonde producten tegenover 28.4% ‘te vermijden producten’ bij de kinderen met een hogere socio-economische status versus 28.4% voorkeur en 26.8% te vermijden bij kinderen met lagere socio-economische status.
“De resultaten van dit onderzoek wijzen op een tweeledige problematiek met enerzijds 9% van de kinderen die voedselonzekerheid ervaren en anderzijds een aantal aanzienlijk ongezonde en niet-milieuverantwoorde brooddozen. Toekomstige acties dienen dan ook op beide in te zetten”, zegt prof. Wendy Van Lippevelde, professor in Gezondheidsbevorderend consumentenonderzoek aan de UGent.
Een uniforme aanpak is niet de oplossing
Het tweede deel van het onderzoek werd uitgevoerd door Gezond Leven vzw en focuste op wat er kan worden gedaan voor meer gezonde voeding op school, welke de knelpunten zijn en welke de succesfactoren. Een schoolmaaltijd mee kunnen geven, is voor ouders in een maatschappelijk kwetsbare situatie een topprioriteit. Ouders willen vaak dat hun kind eet op school, liefst iets gezond. Ze lopen hierbij tegen een aantal drempels aan.
Gratis maaltijden?
Het onderzoek toont de complexe problematiek, maar ook een aantal mogelijkheden ter verbetering. Vooral bij scholen met veel leerlingen in een maatschappelijk kwetsbare positie is die behoefte groot.
Ouders in een maatschappelijk kwetsbare situatie blijken niet allemaal vragende partij voor gratis schoolmaaltijden. Zij willen het liefst in staat gesteld worden om zelf te kunnen betalen voor een schoolmaaltijd. Dat vraagt om een meer structurele aanpak voor de armoedeproblematiek (bv. inkomensondersteuning via het groeipakket, inzetten op werkgelegenheid, betaalbare huisvesting …). In het onderzoek stellen ouders zelf voor om een betaalbare prijs te hanteren, wat voor hen betekent een prijs tussen 1 en maximum 3 euro voor een warme maaltijd. Uit de bevraging bij scholen bleek dat een gemiddelde warme maaltijd nu 4 euro kost.
Ook de scholen zelf werden betrokken bij het onderzoek. Daaruit blijkt dat veel scholen al inspanningen leveren om in een aanbod van maaltijden te voorzien. Bovendien (her)kennen ze de drempels die de ouders aangeven. Elke school vraagt een aangepaste aanpak. Zo zal de ene school bijvoorbeeld meer hebben aan hulp bij het opstellen van een gevarieerd menu dat door iedereen gesmaakt wordt, terwijl de andere eerder gebaat zal zijn met acties die ouders helpen om in een gezonde lunch te voorzien of de lunch die de kinderen meebrengen te verrijken met gezonde en milieuverantwoorde producten. Ook het belang van samenwerking tussen scholen, lokale besturen en cateraars wordt naar voor geschoven.
Het onderzoek toont aan dat er nood is aan een doordacht schoolbeleid rond voedsel en scholen en ze hierbij begeleiding en ondersteuning wensen, zowel om te bekijken welke acties er haalbaar zijn, hoe dit past binnen een ruimer armoedebeleid op school en welke acties zij structureel kunnen opzetten en draagvlak voor vinden bij het personeel en in hun netwerk.
Uit de interviews met de initiatiefnemers van schoolmaaltijden blijkt dat gratis gezonde maaltijden voor iedereen natuurlijk wel kan zorgen dat iedereen toegang heeft tot een goede maaltijd. Maar tegelijk blijkt ook dat de drempels om dit te realiseren zowel financieel, infrastructureel als naar draagvlak bij het personeel en de ouders, erg groot zijn.
In opdracht van de Vlaamse overheid werkte het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw al ondersteunende materialen uit. Naast educatieve materialen werden richtlijnen en materialen rond het aanbod van gezonde, betaalbare en milieuverantwoorde voeding op scholen ontwikkeld. Hiernaast bieden ze ook ondersteuning aan gezinnen, zoals tips om betaalbaar én gezond te winkelen. Deze ondersteuningsmiddelen worden verder toegepast en waar nodig geïntensifieerd om een goed schoolbeleid uit te bouwen.