De uitrol van de 2e fase van de basisbereikbaarheid begin januari zorgt voor heel wat ongerustheid bij mensen die gebruik maken van de Lijn en dat vooral in landelijk Vlaanderen. Het lijkt erop dat vooral in stedelijke context de lijnen beter bediend zullen worden en er in landelijk Vlaanderen blinde vlekken zullen ontstaan. Cd&v is niet tegen het concept van basisbereikbaarheid met efficiëntere en vraaggestuurde dienstverlening, maar is zich ook bewust van het feit dat het nieuwe systeem nog heel wat kinderziektes zal bevatten en trekt dan ook voor de zoveelste keer aan de alarmbel bij de bevoegde minister. Vlaams parlementsleden Sofie Mertens en Karin Brouwers formuleerden deze week hun bezorgdheden in verschillende nieuwsmedia alsook tijdens het actualiteitsdebat in het Vlaams Parlement.
Beide parlementsleden maken zich zorgen over het afschaffen van verschillende haltes en dit puur op basis van kwantitatieve gegevens. Daarbij zullen vanaf 6 januari 2024 het aantal bediende bushaltes van De Lijn dalen van bijna 20.000 naar 16.392, een daling van 17%. Uit cijfers blijkt de grootste slachtoffers van de wijzigingen in dienstverlening kwetsbare personen zijn die dikwijls net genoodzaakt zijn om beroep te doen op het openbaar vervoer.
"Het lijkt erop dat enkel de bezetting aan de haltes in overweging is genomen, zonder rekening te houden met de sociale impact en de noodzaak van toegankelijk openbaar vervoer voor deze groepen,” zegt Sofie Mertens hierover. “In Vlaanderen heeft tot op vandaag 23% van de gezinnen geen wagen. Bovendien zijn 90% van de volwassenen die dagelijks de bus nemen, mensen die geen alternatief hebben. Hen zomaar in de kou laten voor dagelijkse verplaatsingen naar school en naar het werk. Dat kunnen we niet zomaar laten gebeuren.”
De parlementsleden vragen dan ook voldoende evaluatie- en terugkoppelmomenten alsook dat de volgende regering extra middelen vrijmaakt voor het openbaar vervoer in Vlaanderen.
Daarnaast willen we ook dat men een centraal meldpunt opricht om klachten van reizigers over afgeschafte haltes te verzamelen. Er zullen klachten terechtkomen bij de lokale besturen, bij De Lijn, bij het kabinet van de minister van mobiliteit … Alleen als we deze klachten centraal bundelen hebben we een alomvattend beeld”. Voor cd&v is een performant openbaar vervoer een basisrecht dat opgaat voor iedereen die er gebruik van wenst te maken.
"Wij staan voor een samenleving waarin iedereen, ongeacht zijn of haar situatie, toegang heeft tot essentiële diensten zoals vervoer," benadrukken parlementsleden Mertens en Brouwers.