Kies zekerheid.
“Kies zekerheid.” Met die slogan trekt onze partij de laatste weken van de campagne in. Cd&v wil Vlamingen meer dan ooit zekerheid bieden.
Vlaams minister van Welzijn en Gezin Hilde Crevits maakt vandaag samen met agentschap Opgroeien bekend dat er meer dan 2.000 plaatsen bijkomen in de kinderopvang in 106 steden en gemeenten. Het gaat om plaatsen met de hoogste subsidie waar ouders volgens hun inkomen kunnen betalen. De extra investeringen in nieuwe plaatsen en de omschakeling van bestaande plaatsen zal het aandeel inkomensgerelateerde plaatsen in Vlaanderen naar 80% brengen.
Door de extra investeringen zal binnenkort meer dan 80% van de plaatsen volgens inkomenstarief werken. Dat is niet alleen goed nieuws voor ouders die op die manier meer toegang krijgen tot betaalbare kinderopvang, maar ook voor de organisatoren en de medewerkers. Voor hen betekent dit hogere lonen en betere werkomstandigheden. Samen met de verlaging van het aantal kinderen per begeleider is dit opnieuw een belangrijke stap voor de sector.
Vlaams minister van Gezin Hilde Crevits
In totaal komen 106 steden en gemeenten in aanmerking voor extra inkomensgerelateerde plaatsen, waarvan 23 in Oost-Vlaanderen, 25 in de provincie Antwerpen, 18 in West-Vlaanderen, 25 in Vlaams-Brabant en 15 in Limburg. Het gaat om steden en gemeenten waarvoor de nood aan kinderopvang het hoogst is.
Om de plaatsen per stad of gemeente te verdelen onder kinderopvangorganisatoren, kan elke organisator vanaf vrijdag 15 december op de website van Kind en Gezin meer info vinden om een aanvraag in te dienen. Het is aan de lokale besturen om telkens een advies te geven. Zij weten het best waar in hun stad of gemeente de nood aan nieuwe plaatsen het grootst is.
Ook voor de grootsteden Antwerpen, Gent en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er extra inkomensgerelateerde plaatsen voorzien. Die oproep gebeurt apart en volgt begin 2024.
80% van kinderopvangplaatsen werkt binnenkort aan betere voorwaarden
Daarnaast is er in de septemberverklaring ook vastgelegd dat minstens 5.000 bestaande plaatsen, die nu werken met een basissubsidie (T1), omschakelen naar de subsidieinkomenstarief (T2). Daarvan worden er nu 3.498 extra toegekend, verspreid over 86 gemeenten. Eerder dit jaar schakelden al 3.707 plaatsen om. In totaal zullen binnenkort dus al 7.205 plaatsen omgeschakeld zijn.
De bedoeling is dat dankzij de investeringen in 2023 en 2024 het aantal plaatsen met inkomenssubsidie met meer dan 9.000 plaatsen toeneemt. Dit zal ervoor zorgen dat meer dan 80% van de kinderopvangplaatsen in Vlaanderen werken met inkomenstarief. Zo krijgen meer ouders de kans om volgens hun inkomen te betalen. Belangrijk is ook dat het personeel in kinderopvangverblijven met de hoogste subsidiecategorie een hoger loon krijgen. Voor een kinderbegeleider die voordien in een andere subsidietrap werkte, kan dat ruim 1.000 euro bruto per maand meer loon betekenen.
De extra uitbreidingen sluiten aan bij de eerder genomen maatregelen om bestaande financiële ongelijkheden in de sector weg te werken en de kwaliteit in de kinderopvang te versterken. Komende weken zullen we ook voor de laatste groep die wil omschakelen nog een beslissing nemen.
Regionale spreiding
Voor West-Vlaanderen komen er 202 nieuwe plaatsen bij in 18 steden en gemeenten. Daarnaast zijn er ook nog 931 plaatsen (in 33 steden en gemeenten) die omschakelen van basissubsidie naar inkomensgerelateerde plaatsen. Dat betekent zo’n 1.133 extra plaatsen inkomensgerelateerd voor de West-Vlaamse provincie.
Voor Antwerpen komen er 336 nieuwe plaatsen bij in 25 steden en gemeenten. Daarnaast zijn er ook nog 1736 plaatsen (in 44 steden en gemeenten) die omschakelen van basissubsidie naar inkomensgerelateerde plaatsen. Dat betekent zo’n 2.072 extra plaatsen inkomensgerelateerd voor de Antwerpse provincie.
Voor Oost-Vlaanderen komen er 318 nieuwe plaatsen bij in 23 steden en gemeenten. Daarnaast zijn er ook nog 1160 plaatsen (in 33 steden en gemeenten) die omschakelen van basissubsidie naar inkomensgerelateerde plaatsen. Dat betekent zo’n 1.478 extra plaatsen inkomensgerelateerd voor de Oost-Vlaamse provincie.
Voor Limburg komen er 210 nieuwe plaatsen bij in 15 steden en gemeenten. Daarnaast zijn er ook nog 494 plaatsen (in 18 steden en gemeenten) die omschakelen van basissubsidie naar inkomensgerelateerde plaatsen. Dat betekent zo’n 704 extra plaatsen inkomensgerelateerd voor de Limburgse provincie.
Voor Vlaams-Brabant komen er 378 nieuwe plaatsen bij in 25 steden en gemeenten. Daarnaast zijn er ook nog 898 plaatsen (in 24 steden en gemeenten) die omschakelen van basissubsidie naar inkomensgerelateerde plaatsen. Dat betekent zo’n 1.276 extra plaatsen inkomensgerelateerd voor de Vlaams-Brabantse provincie.