Vandaag staan in Vlaanderen heel wat serviceflats leeg. Tegelijkertijd kampen veel zorgvoorzieningen met plaatsgebrek en heerst er op de reguliere woonmarkt een ware wooncrisis. In een nieuw voorstel pleit Vlaams parlementslid Katrien Schryvers ervoor om assistentiewoningen open te stellen voor andere doelgroepen, zoals mensen met een beperking, maar ook een bepaald aandeel te laten bewonen door mensen die mee zorg opnemen.
Een oplossing voor leegstand én een betere sociale mix bij de bewoners.
Vlaams parlementslid Katrien Schryvers
Gemengde woonprojecten
Met een nieuw voorstel wil Vlaams parlementslid Katrien Schryvers de leegstand in assistentiewoningen aanpakken. Die leegstand is in Vlaanderen een reëel probleem: in 2022 was de gemiddelde bezettingsgraad bij gecontroleerde assistentiewoningen 74,7 procent. 1 op 4 van de flats staan dus leeg. “Het is belangrijk om de leegstand in assistentiewoningen beter te registreren om het probleem beter in kaart te brengen. Wonen tussen veel lege flats is geen fijn gevoel voor bewoners die met oog op de sociale contacten kozen voor een assistentiewoning. Wie hulp nodig heeft of ouder wordt, mag niet geïsoleerd geraken, integendeel!” zegt Schryvers. Met een aantal concrete maatregelen wil Schryvers niet alleen leegstand aanpakken, ze wil ook de intergenerationele samenwerking versterken tussen wel- en niet-zorgbehoevenden.
In een zone voor gemeenschapsvoorzieningen mogen alleen voorzieningen worden gebouwd die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. Zo kunnen assistentiewoningen er wel een plek krijgen maar gewone woningen niet. “Deze strikte voorwaarde is er gekomen vanuit het idee van goed ruimtegebruik, maar ze maakt het creëren van gemengde projecten momenteel onmogelijk”, aldus Vlaams parlementslid Katrien Schryvers. Schryvers wil deze strikte opdeling daarom versoepelen en meer mogelijkheden creëren voor gemengde woonprojecten, waar mensen met en mensen zonder zorgnoden samen wonen. Zo wil ze niet alleen het probleem van leegstand in assistentiewoningen aanpakken, maar ook mensen die ondersteuning en zorg nodig hebben meer betrekken in de maatschappij en het opnemen van informele zorg stimuleren. “Denk maar aan een buur die boodschappen doet of mee een wandeling maakt. Echte inclusie bestaat maar wanneer mensen die ondersteuning en zorg nodig hebben niet afzonderlijk wonen, maar midden in een leefgemeenschap”, verduidelijkt Schryvers. “Een intergenerationele mix kan assistentiewoningen ook aantrekkelijker maken.”
Het uitvoeren van een aantal gemeenschapstaken voor de bewoners die al wat zorg nodig hebben, zoals kleine klusjes uitvoeren voor iemand, sociale contacten onderhouden of alleszins een oogje in het zeil houden, kan volgens Schryvers zelfs als voorwaarde worden gekoppeld aan het mogen wonen in zo’n gemengd woonproject. “Zo past dit voorstel ook helemaal in het idee van het creëren van hechte en zorgzame buurten.”
Schryvers wil zo’n gemengde woonprojecten realiseren door ofwel de voorwaarden om te bouwen in zones voor gemeenschapsvoorzieningen aan te passen, ofwel om de erkenningsvoorwaarden voor assistentiewoningen bij te stellen.
Omvormen tot sociale assistentiewoningen
Mogelijkheden tot het creëren van betere sociale mix ziet Schryvers ook in het omvormen van ‘gewone’ assistentiewoningen naar ‘sociale’ assistentiewoningen. Zo’n omvorming is mogelijk, maar gebeurt in de praktijk slechts zelden. “Het kan een oplossing bieden bij aanhoudende leegstand én zorgen voor een betere sociale verscheidenheid bij de bewoners. Bovendien is er een tekort aan aangepaste sociale woningen. Het omvormen van assistentiewoningen zou dus ook het aanbod aan sociale huurwoningen voor mensen met een zorgnood mee kunnen versterken”, zegt Schryvers.
Uitbreiden doelgroep
In de regel zijn erkende assistentiewoningen bedoeld voor bewoners van 65 jaar of ouder. Ze zijn dan ook aangepast aan mensen met verminderde mobiliteit of extra zorgnoden. Zo zijn er handgrepen in toilet en douche, zijn er nauwelijks trappen of drempels, zijn ze toegankelijk voor rolstoelen, is er een oproepsysteem om hulp in te roepen... Men kan daarnaast beroep doen op gemeenschappelijke diensten zoals poetshulp, warme maaltijden of thuisverpleging én zijn er gemeenschappelijke ruimtes om ontmoeting tussen de bewoners aan te moedigen.
Niet alleen voor ouderen, ook voor jongere mensen kunnen de aanpassingen en voorzieningen in een assistentiewoning het mogelijk maken om zelfstandig te wonen. Denk aan personen met een handicap of mensen met een degeneratieve aandoening zoals ALS of MS. Per erkende groep van assistentiewoningen kan momenteel maximaal 25 procent van het totale aantal erkende assistentiewoningen in aanmerking komen voor bewoners jonger dan 65 jaar, zij die samenwonen met een persoon van 65 jaar of ouder niet meegerekend. “Het overschrijden van dat maximum van 25 procent is mogelijk, mits een gemotiveerde aanvraag van de initiatiefnemer en goedkeuring door het Agentschap Zorg en Gezondheid. Het kan in dat geval gaan over bijvoorbeeld een specifieke doelgroep of een samenwerking met andere welzijnsactoren. In de praktijk gebeurt dat zeer uitzonderlijk”, vertelt Schryvers. “Het zou goed zijn te onderzoeken hoe toch meer jongere mensen met extra zorgnoden hun weg kunnen vinden naar assistentiewoningen. Daarbij kan het interessant zijn om het maximum van 25 procent op te trekken en groepen van assistentiewoningen méér dan een vierde beschikbaar te stellen voor mensen die nog geen 65 jaar zijn. Ook daarin zou een oplossing kunnen zitten voor het tegengaan van leegstand en het verhogen van de sociale diversiteit.”