Het aantal aangepaste sociale huurwoningen neemt maar toe met mondjesmaat, zo blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (cd&v) verkreeg.
In 2022 kwamen er bij alle sociale woonmaatschappijen in Vlaanderen slechts 339 woningen bij die aangepast zijn aan een bewoner met een fysieke handicap en 2.414 woningen die rolstoelbezoekbaar zijn. “Die evolutie in het aanbod gaat toch heel traag”, vindt Schryvers. Zij herhaalt dan ook haar oproep om de aanpassingspremie voor ouderen ook open te stellen voor huurders van een sociale woning.
Soms kunnen beperkte aanpassingen aan de woning een groot verschil maken voor de levenskwaliteit en ervoor zorgen dat mensen (langer) zelfstandig kunnen blijven wonen in de vertrouwde omgeving.
Vlaams parlementslid Katrien Schryvers
Dat is niet alleen belangrijk wanneer het gaat over de eigen woning of een privaat gehuurde woning, maar ook binnen de sociale huisvesting. Omdat dit laatste gebeurt met overheidsmiddelen, moet de overheid erop toezien dat hier bij bouwen en verbouwen rekening mee wordt gehouden. Sinds 2008 moeten volgens de richtlijnen van de VMSW (Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) alle nieuwe sociale woningen toegankelijk of rolstoelbezoekbaar worden ontworpen. Bij renovatie probeert de SHM (Sociale Huisvestingsmaatschappij) hieraan ook te voldoen als dat economisch haalbaar is.
Niettegenstaande evolueert het aanbod zeer traag, dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg via parlementaire vragen. Zo bleek dat op 31 december 2022 alle woonmaatschappijen samen 62.689 woningen telden die ofwel rolstoelbezoekbaar waren of aangepast aan een mindervalide bewoner. Dat een woning is aangepast betekent dat een persoon met een beperking er zelfstandig in kan functioneren. Alle lokalen van de woning bevinden zich verplicht op hetzelfde niveau dat toegankelijk is voor de rolstoelgebruiker. In een rolstoelbezoekbare woning daarentegen kan een persoon in een rolstoel, eventueel met hulp, de woning tot in de leefruimte bezoeken, via een drempelloze toegang en een inkomdeur en deur naar de leefruimte die voldoende breed zijn. In het totale huurpatrimonium van de sociale huisvestingsmaatschappijen waren er op 31 december 2022 58.743 rolstoelbezoekbare woningen, goed voor 35,60%, terwijl het aantal aangepaste woningen 3.946 bedroeg, of 2,39% van het totale aanbod.
Tabel: Onderverdeling van het huurpatrimonium van de sociale huisvestingsmaatschappijen naargelang mate van aanpassing aan bewoners met extra zorgnoden
Datum
|
Aangepast Mindervalide
|
%
|
Rolstoelbezoekbaar
|
%
|
Niet rolstoelbezoekbaar
|
Totaal aantal woningen
|
31-12-2021
|
3.607
|
2,24%
|
56.329
|
34,91%
|
101.399
|
161.335
|
31-12-2022
|
3.946
|
2,39%
|
58.743
|
35,60%
|
102.303
|
164.992
|
Toename
|
339 of +9,4%
|
|
2.414 of +4,29%
|
4,29%
|
904 of +0,89%
|
3.657 of +2,27%
|
Amper toename
“De cijfers van 31 december 2022 tonen een stijging, maar spijtig genoeg gaat die toch wel erg traag,”, stelt Schryvers vast, “Zo steeg het aantal aangepaste woningen met 339 eenheden, en dit terwijl er eind 2022 3.092 dossiers van kandidaat-huurders op de wachtlijst stonden die aanspraak maken op aangepaste huisvesting omwille van een fysieke handicap of beperking van henzelf of één van hun gezinsleden. Dat zijn er zo goed als 1000 meer dan vier jaar geleden. Het aantal rolstoelbezoekbare woningen steeg met 2.414 . In totaal kwamen er 3.657 woongelegenheden bij, waarvan 2.753 woningen die zijn aangepast of rolstoelbezoekbaar zijn. Dat betekent dat 25% van de bijkomende sociale huurwoningen nog altijd niet aangepast of rolstoelbezoekbaar was.”
In vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen
“We moeten echter niet enkel kijken naar het aantal wachtenden, we moeten ook rekening houden met het feit dat mensen steeds ouder worden en dat met de leeftijd vaak de zorgnood stijgt en de mobiliteit vermindert”, gaat Schryvers verder.
In het Vlaams Regeerakkoord is opgenomen dat mensen zo lang mogelijk thuis of in de vertrouwde omgeving moeten kunnen blijven wonen, onder meer om het risico op vereenzaming te verkleinen. “Uiteraard geldt dat ook voor huurders van een sociale woning”, stelt Schryvers, “maar dan moeten de maatschappijen voldoende aangepaste en toegankelijke woningen in hun verhuurpatrimonium hebben of moet het makkelijker worden om de nodige aanpassingen aan de sociale woning te doen.”
Schryvers herhaalt daarom haar vraag om de aanpassingspremie voor ouderen ook open te stellen voor huurders van een sociale woning. Nu kunnen immers enkel woningeigenaars of huurders op de private markt er beroep op doen wanneer ze ouder zijn dan 65 jaar en hun woning willen aanpassen aan hun veranderende noden. “Ook voor sociale huurders zouden kleine aanpassingen aan de woning met behulp van de aanpassingspremie een groot verschil kunnen maken”, besluit Schryvers.