De eerste duizend dagen van het leven van een kind, die al beginnen bij de bevruchting, zijn bijzonder belangrijk voor de verdere intellectuele, sociale en emotionele ontwikkeling. Elke inspanning in deze periode om de omstandigheden waarin het kind zich ontwikkelt te verbeteren, zal op langere termijn zijn vruchten afwerpen. Vanuit die wetenschap pleit Vlaams Parlementslid Katrien Schryvers (CD&V) voor een vroege detectie van en een betere hulpverlening bij verontrustende zwangerschappen. “Verontrustende zwangerschappen kunnen betrekking hebben op een alcohol- of drugverslaving bij de moeder, maar evengoed op psychosociale problemen, partnergeweld, een erg jonge aanstaande moeder, een aanstaande moeder met een verstandelijke beperking, of allerlei psychische of psychiatrische problematieken. Ook in deze gevallen moeten we het ongeboren kind de nodige bescherming geven, en dit in de eerste plaats door de aanstaande moeder bij te staan”, zo stelt ze.
Om hier concreet werk van te kunnen maken, doet Schryvers in een conceptnota die ze indiende in het Vlaams Parlement een aantal concrete voorstellen. “De bestaande hulpverlening in Vlaanderen treedt vaak pas in volle werking wanneer het kind geboren is en er al heel wat kostbare tijd verloren is gegaan”, zegt Schryvers, “Door al hulpverlening mogelijk te maken en in te grijpen tijdens de zwangerschap, kan dat een groot verschil maken voor zowel moeder als kind.”
Vroege detectie en zorgpad op maat
De eerste stap is het inschatten van de situatie. “Dat zou al vroeg in de zwangerschap kunnen, op basis van een gestandaardiseerde bevraging van de aanstaande moeder,” stelt Schryvers voor. “Met één basisinstrument dat zowel vroedvrouwen, gynaecologen en huisartsen, als sociaal werkers, psychologen en dienstverleners van het agentschap Opgroeien op dezelfde manier gebruiken, kunnen psychosociale kwetsbaarheden snel gedetecteerd worden. Er zijn trouwens de laatste jaren al stappen gezet om dergelijke screening tijdens de zwangerschap uit te voeren.”
Vervolgens kan er een zorgpad op maat worden voorgesteld. “Aangezien het bij verontrustende zwangerschapssituaties vaak gaat om een multiproblematiek, is een goed hulptraject rondom de geboorte best een samenwerkingsverband waarbij de nodige expertise via verschillende organisaties wordt binnengehaald”, aldus Schryvers. “Dat kunnen Kind en Gezin zijn en de Huizen van het Kind, maar ook organisaties en netwerken voor geestelijke gezondheidszorg, gynaecologen en artsen, de (voortgezette) jeugdhulp, het OCMW en/of de jeugdrechter. Er bestaan vandaag in Vlaanderen al projecten die een zorgpad op maat bieden, het is nu de bedoeling om die structureel uit te rollen.”
Uitbreiding ‘verontrustende situatie’ naar ‘verontrustende zwangerschap’
In het decreet Preventieve Gezinsondersteuning wordt vandaag niet verwezen naar het ongeboren kind, al worden er de laatste jaren wel stappen gezet om ook al tijdens de laatste weken van de zwangerschap preventieve gezinsbegeleiding op te starten. Zo worden ouders die daar nood aan hebben beter voorbereid op de komst van hun kind en kunnen zij hun kind de beste kansen geven.
Ook in de regelgeving voor jeugdhulp wordt bij de definiëring van kindermishandeling en verontrusting niet verwezen naar het ongeboren kind. Schryvers pleit er nu voor om het begrip ‘verontrustende situatie’ uit te breiden naar ‘verontrustende zwangerschap’. “Door deze uitbreiding zouden zowel de vrijwillige als de gedwongen jeugdhulpverlening meer mogelijkheden krijgen om een aanbod op maat uit te werken voor het ongeboren kind. Aanstaande moeders in kwetsbare situaties kunnen zo gemakkelijker hulp krijgen, en indien nodig kan er ook ingegrepen worden,” aldus het parlementslid. “In ernstige gevallen van verontrusting moet er al tijdens de zwangerschap een melding kunnen gemaakt worden bij een Vertrouwenscentrum Kindermishandeling of een Ondersteuningscentrum Jeugdhulp, of moet een dossier aanhangig gemaakt kunnen worden bij het parket met de bedoeling de jeugdrechtbank in te schakelen.”
Sluitstuk: dwingende maatregelen
“De overgrote meerderheid van de ouders is uit zichzelf gemotiveerd om hun kind de beste kansen te geven en zal daarbij hulp aanvaarden indien nodig”, zegt Schryvers, “Complexer wordt het wanneer deze hulp niet gewenst is en de zwangere vrouw bepaald gedrag stelt dat de ontwikkelingskansen van het ongeboren kind in gevaar brengt. Concreet gaat het om situaties waarin de aanstaande moeder zwaar alcohol- of drugverslaafd is. Als een aanklampende houding niet volstaat en hulpverlening hardnekkig geweigerd wordt, en de schade die daardoor aan het ongeboren kind berokkend wordt groot is, dan moet er een mogelijkheid bestaan om gerechtelijke maatregelen op te leggen.”
Schryvers schuift daarbij drie concrete maatregelen naar voor:
- In eerste instantie denkt ze aan een gedwongen ondertoezichtstelling bij een sociale dienst. Bij ondertoezichtstelling legt de rechter, bovenop een geïntegreerd intensief thuisbegeleidingstraject, expliciete voorwaarden op. De voorwaarden die worden opgelegd moeten uiteraard proportioneel zijn tot de schade die aan het toekomstige kind kan worden voorkomen.
- In extreme situaties zou een uithuisplaatsing vanaf de geboorte in het belang kunnen zijn van het kind. “De ondertoezichtstelling kan gebruikt worden om te bepalen of de aanstaande moeder of ouders na de geboorte zelf in staat zullen zijn om voor het kind te zorgen”, verduidelijkt Schryvers, “Wanneer een zwangere vrouw elke medewerking weigert in het aangeboden zorg- en begeleidingstraject, bijvoorbeeld weigert om zich te laten behandelen voor druggebruik, dan moet de jeugdhulp reeds vroeg in de prenatale periode kunnen betrokken worden zodat de baby direct na de geboorte tijdelijk in een pleeggezin of een voorziening geplaatst kan worden. Dat deze mogelijkheid bestaat, zou aanstaande ouders kunnen motiveren om de voorwaarden binnen de ondertoezichtstelling op te volgen.”
- Daarnaast wil het parlementslid een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis juridisch mogelijk maken, als wordt vastgesteld dat de voorwaarden binnen de ondertoezichtstelling niet opgevolgd worden. “Essentieel is het ongeboren kind te beschermen. Momenteel kan een gedwongen opname alleen worden gebruikt als beschermingsmaatregel als iemand door zijn geestestoestand een gevaar vormt voor zichzelf of voor iemand anders. In Nederland wordt het ongeboren kind als ‘een andere’ beschouwd als de vrouw de intentie heeft om de zwangerschap uit te dragen, maar dat is bij ons momenteel niet het geval. In het kader van subsidiariteit en proportionaliteit kan het vanzelfsprekend enkel gaan over die gevallen waarin het gedrag van de zwangere vrouw aanleiding geeft tot blijvende schade of een verstoorde ontwikkeling van het ongeboren kind, wat de facto neerkomt op aanhoudend zwaar alcohol- of druggebruik”, benadrukt Schryvers, “Het is dus geenszins de bedoeling dat elke niet geslaagde ondertoezichtstelling aanleiding kan geven tot een gedwongen opname.”
“Wetende hoe belangrijk de eerste duizend dagen in het leven van een kind, ook al tijdens de zwangerschap, zijn voor zijn verdere ontwikkeling, moeten we er alles aan doen om die periode zo goed mogelijk te laten verlopen. Als we al tijdens de zwangerschap verontrustende situaties kunnen detecteren en voor die gezinnen de nodige hulp op maat voorzien, zorgen we ervoor dat deze kinderen de kansen krijgen die ze verdienen. En wanneer een ongeboren kind echt in gevaar is en er hardnekkig hulp geweigerd wordt, dan moeten we vanuit de maatschappij ook onze verantwoordelijkheid opnemen en desnoods gedwongen maatregelen nemen”, besluit Schryvers.