De Regering zet het licht op groen voor het wetsontwerp van Minister van Financiën Vincent Van Peteghem dat zorgt voor de vergroening van onze mobiliteit. Met dit wetsontwerp zet Minister Van Peteghem drie belangrijke stappen om de omslag te maken naar mobiliteit die beter aansluit op onze levenskwaliteit en om de klimaatambities van ons land kracht bij te zetten. De minister maakt deze beslissingen ruim op voorhand kenbaar mét een overgangsperiode, zodat particulieren en ondernemingen met kennis van zaken in de toekomst aankoop- en investeringsbeslissingen kunnen nemen.
Zo zullen in de toekomst enkel koolstofemissievrije bedrijfswagens fiscaal aftrekbaar zijn, en zullen zowel particulieren als bedrijven beroep kunnen doen op fiscale stimulansen om thuis of op het werk laadpalen te installeren. Daarnaast wordt ook het mobiliteitsbudget vereenvoudigd, versoepeld en uitgebreid om verder toe te werken naar een modal shift.
Minister van Financiën Vincent Van Peteghem: “Een fiscale stimulans voor koolstofemissievrije bedrijfswagens en de installatie van elektrische laadpalen zijn samen met het vereenvoudigd mobiliteitsbudget dé hefbomen om onze mobiliteit en ons wagenpark versneld te vergroenen. Zonder aan lopende contracten te raken, zet dit wetsontwerp belangrijke stappen richting een betere lucht- en levenskwaliteit.”
Op het vlak van de groene bedrijfswagen is de ambitie in het regeerakkoord duidelijk: tegen 2026 zijn alle nieuwe bedrijfswagens broeikasgasvrij. Maar begin dit jaar was slechts 2,3% van het Belgisch bedrijfswagenpark elektrisch. Voertuigen die rijden op elektriciteit zorgen op korte termijn voor een betere luchtkwaliteit, minder CO2-uitstoot en minder geluidsoverlast. Zaken die onze gezondheid en levenskwaliteit sterk ten goede komen.
Een versnelde vergroening van ons wagenpark dringt zich dus op. Bedrijfswagens zijn daar dé ideale hefboom voor. Waarom? Bedrijfswagen rijden niet alleen gemiddeld veel meer kilometers dan privéwagens, maar het zijn ook net die wagens zijn die later op onze tweedehandsmarkt terechtkomen en zo privéwagens worden. Het is die versnelling in het aantal broeikasvrije wagens die de strijd tegen luchtvervuiling en geluidsoverlast dringend nodig heeft. Een versnelling die ook de klimaatambities van ons land kracht zal bijzetten.
Minister van Financiën Van Peteghem maakt daarom werk van volgende plannen:
1. Koolstofemissievrije bedrijfswagens worden fiscaal aantrekkelijker dan fossiele varianten.
Het is belangrijk dat de werkgevers en leasingmaatschappijen, maar ook werknemers, zich tijdig kunnen voorbereiden op die omslag. Daarom moeten we deze beslissing vandaag nemen om in 2026 het gewenste resultaat te behalen en wordt er gezorgd voor verschillende overgangsregimes.
"We komen niet tussen in bestaande contracten. Elke werkgever zal ook nog altijd zijn werknemers een benzine- of dieselwagen kunnen aanbieden. De vrije keuze blijft, maar vervuilende bedrijfswagens zullen niet meer kunnen rekenen op een fiscaal voordeel", zegt Vincent Van Peteghem.
- Voor personenwagens op fossiele brandstof aangeschaft voor 1 juli 2023 geldt een overgangsregel: de huidige fiscale aftrekregeling zal van toepassing blijven;
- Voor personenwagens op fossiele brandstof aangeschaft tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 geldt ook een overgangsregel, maar die wordt wel afgebouwd. De aftrekbaarheid wordt in 2025 afgetopt op 75%, 50% in 2026, 25% in 2027 en herleid tot nul in 2028;
- Voor hybride bedrijfswagens aangeschaft vanaf 1 juli 2023, zal vanaf die datum de fiscale aftrekbaarheid van benzine- of dieselkosten beperkt worden tot 50%. Op die manier worden gebruikers aangemoedigd om elektrisch te rijden met een hybride wagen;
- De fiscale aftrek voor koolstofemissievrije personenwagens (incl. auto’s voor dubbel gebruik en minibussen) zal vanaf 2026 afgebouwd worden:
- Aangeschaft vanaf 2026: 100% aftrek;
- Aangeschaft vanaf 2027: 95% aftrek;
- Aangeschaft vanaf 2028: 90% aftrek;
- Aangeschaft vanaf 2029: 82,5% aftrek;
- Aangeschaft vanaf 2030: 75% aftrek;
- Aangeschaft vanaf 2031: 67,5% aftrek;
“We brengen de fiscale aftrekbaarheid van koolstofemissievrije personenwagens geleidelijk aan terug naar het huidige gekende niveau van personenwagens op fossiele brandstoffen”, zegt Van Peteghem.
2. Maar uiteraard geen elektrische wagens zonder laadpalen.
Daarom wordt er ingezet op de stimulans voor een versnelde aangroei van het aantal laadpalen, zowel thuis als op het werk.
Wie als particulier tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 kiest voor een aankoop en plaatsing van een laadstation thuis, dit geldt zowel eigenaars als huurders, zal kunnen rekenen op een belastingvermindering op de investering. Om de versnelling in te zetten, zal de vermindering stelselmatig afbouwen in de tijd.
- Wie deze investering doet tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 zal kunnen rekenen op een belastingvermindering van 45%;
- Dit tarief daalt tot 30% in 2023 en tot 15% in 2024.
Het bedrag waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend en waarop ze wordt berekend, is beperkt tot 1.500 euro per laadpaal en per belastingplichtige.
Voor particulieren moet het laadstation wel intelligent zijn (i.c. het kan de laadtijd en laadvermogen sturen) en mag enkel gebruikmaken van groene stroom.
Ondernemingen die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 investeren in een publiek toegankelijke laadstation kunnen rekenen op een verhoogde kostenaftrek. Ook hier wordt de kostenaftrek afgebouwd in de tijd om de versnelling van het aantal laadstations spoedig in te zetten.
- Voor investeringen tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 geldt een aftrekpercentage van 200%;
- Voor investeringen tussen 1 januari 2023 en 31 augustus 2024 geldt een aftrekpercentage van 150%.
Deze laadinfrastructuur moet vrij toegankelijk zijn voor derden, ofwel tijdens de normale openingstijden, ofwel buiten de normale openingstijden.
Voor ondernemingen die een koolstofemissievrij vrachtwagen (in nieuwe staat) aanschaffen, een tankinfrastructuur voor waterstof of een elektrisch laadstation installeren, zal een verhoogde investeringsaftrek gelden. Het tarief bedraagt 35% in 2023, 29,5% in 2024, 24% in 2025, 18,5% in 2026 en 13,5% in 2027.
“Wie vandaag de keuze maakt om te investeren in laadinfrastructuur, kan rekenen op onze steun", zegt Vincent Van Peteghem. "Het fiscale voordeel wordt zowel voor particulieren als ondernemingen jaar na jaar afgebouwd, want die infrastructuur is nu nodig. Voor ondernemingen vragen we dat de laadinfrastructuur voorzien wordt op een semipublieke plaats, zoals de bedrijfsparking. Zo kunnen ook mensen die in de buurt wonen, na de kantooruren en weliswaar tegen betaling, hun auto opladen”
3. Uiteraard willen we ook werken aan een verdere modal shift in de mobiliteit.
Daarom wordt ook het mobiliteitsbudget vereenvoudigd, soepeler gemaakt én uitgebreid. Het mobiliteitsbudget wordt voor alle werknemers, die een bedrijfswagen hebben of ervoor in aanmerking komen, toegankelijk zonder wachtperiode.
“We werken ook verder toe naar een modal shift in onze mobiliteit. Om de omschakeling richting een meer groene en duurzame mobiliteit meer impact te geven, moeten we zoveel mogelijk mensen kunnen bereiken. De versterking van het mobiliteitsbudget moet ervoor zorgen dat meer mensen sneller kennismaken met duurzame opties voor woon-werkverkeer zoals openbaar vervoer of de fiets”, vertelt Vincent Van Peteghem.
Onderstaande nieuwigheden komen binnenkort ook in aanmerking komen voor het mobiliteitsbudget:
- Kosten voor financiering (bv. fietsleningen), stallingkosten en kosten voor niet-verplichte uitrusting die de veiligheid en zichtbaarheid verhogen bij zachte mobiliteit;
- Ook ‘elektrische voortbewegingstoestellen’, zoals elektrische steps, worden gezien als zachte mobiliteit;
- Abonnementen voor het openbaar vervoer van inwonende gezinsleden van de werknemer, omdat vandaag bijvoorbeeld de kinderen vaak met de bedrijfswagen naar school worden gebracht;
- Parkeerkosten die gepaard gaan met het gebruik van het openbaar vervoer;
- Voetgangerspremie voor de verplaatsing tussen thuis en het werk;
- De radius voor het in aanmerking komen van huisvestingkosten wordt uitgebreid tot 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling. Ook kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen tellen voortaan mee.