Philip Kevers is 63 jaar en woont met zijn echtgenote in het Limburgse Sint-Truiden. Het coronavirus woekert ongemeen hard in de fruitstreek. In geen enkele andere regio ligt het percentage besmette personen zo hoog en kwam de toestroom van besmette patiënten zo vroeg op gang. Philip vertelt hoe hij met deze onzekere periode omgaat.
Philip: “We komen hier sterker uit. ‘Truieneers zijn e ras apoat’. We trekken nu nog meer dan ooit aan dezelfde koord. ‘Ve koene da!’ staat hier op spandoeken te lezen. Wij kunnen dat! Ook ik trek me op aan dit soort solidariteitsacties. Ik ben niet ziek maar ik heb angst. Niet voor mezelf, maar wel voor mijn echtgenote en vooral ook voor mijn kinderen en kleinkinderen. Zeker omdat we eerder al onze 18-jarige zoon moesten afgeven.”
Philip is ambtenaar bij de RVA en samen met zijn collega’s geeft hij alles zodat mensen op tijd kunnen worden betaald. Maar hij heeft een grote bewondering voor alle hulpverleners en voor iedereen die zich tijdens deze coronacrisis geeft. Op het werk of als vrijwilliger.
Philip: “Mijn jongste dochter Laura staat ook in de zorg. Ze is zo sterk en enthousiast. Het moet de adrenaline zijn. Chapeau voor haar en al haar collega’s overal te lande en in de wereld voor hun tomeloze inzet en overuren. Zij staan in de loopgraven en lopen gevaar.”
Om te ontspannen, wandelt Philip. Nu nog meer dan anders. Dagelijks trekt hij in zijn buurt de natuur in.
Philip: “Ik moet iets bekennen. Op mijn dagelijkse wandeling in Gorsem passeer ik een vergeten kapelletje. Helemaal afgetakeld, het beeld van Maria is onthoofd. Ik heb er nooit veel aandacht aan besteed toen ik er voorbij wandelde. Ik ben ook niet de grote gelovige of kerkganger. Maar nu hou ik er wel even halt om te bezinnen en te bidden in de hoop dat alles opnieuw goed komt. Het is een soort houvast voor mij in een tijd dat we allemaal bedreigd zijn door een pandemie, dat vrienden van mij vechten tegen het virus, dat ik mensen rondom mij zie sterven. Ik heb ook de idee opgevat om het kapelletje na de coronacrisis in zijn glas en glorie te herstellen. Ik weet niet of dat kan en mag. En of er mensen zijn die mij willen helpen, want zelf ben ik niet zo’n handige Harry. Maar iets in mij zegt dat dit moet lukken. Zeker na wat corona ons heeft aangedaan. Allemaal samen, tous ensemble!”