Pensioenen

Gepubliceerd

Deel dit standpunt

Elke generatie verdient duidelijkheid over hun toekomstige pensioen. Zowel toekomstige gepensioneerden als de jongvolwassenen van vandaag moeten precies weten wat ze kunnen verwachten. Mensen die met pensioen zijn, moeten kunnen vertrouwen op een pensioen dat hoog genoeg is om actief deel te nemen aan de samenleving. Jongeren moeten de zekerheid hebben dat zij later kunnen rekenen op een solide pensioen en moeten vertrouwen hebben in de financiële haalbaarheid van hun pensioen in de toekomst.

De zekerheid waarop iedereen recht heeft, ontbreekt. Bijna de helft van de jongeren tussen 17 en 28 jaar twijfelt of zij in de toekomst op een wettelijk pensioen kunnen rekenen. Meer dan twee derde gelooft evenmin dat pensionering op 67-jarige leeftijd voor hen haalbaar is. Daarom presenteert cd&v in dit hoofdstuk essentiële maatregelen om deze onzekerheid aan te pakken en helder te communiceren dat ons land deze uitdaging aankan en onder controle zal krijgen. 

Het is cruciaal dat we de omvang van de uitdaging die voor ons ligt, erkennen. Vergrijzing vormt een aanzienlijk obstakel: aan het begin van deze eeuw bestond slechts 27% van de bevolking uit 65-plussers ten opzichte van de 20- tot 65-jarigen. Dit percentage is inmiddels gestegen tot 35% en zal naar verwachting in 2070 53% bereiken. Dat komt door een langere levensverwachting, een geboortecijfer van 1,5 kind per vrouw – wat onder de vervangingsratio van 2,1 ligt – de omvang van de babyboomgeneratie en een vermoedelijke afname van netto-migratie. Bovendien, doordat mensen langer studeren en eerder stoppen met werken, is de gemiddelde loopbaan nu maar 33 jaar. We verwachten dat de pensioenuitgaven zullen stijgen met meer dan 2 procentpunten van het bbp tot 13,5%.

cd&v staat niet toe dat pessimisme de overhand neemt. De afhankelijkheidsratio in België zal namelijk nog altijd lager zijn dan het EU-gemiddelde, dat tegen 2070 naar verwachting 59% zal bereiken. De antwoorden om de zekerheid over onze pensioenen te herstellen liggen voor ons vooral in factoren die we kunnen beïnvloeden met beleid: de arbeidsdeelname en de werkelijke pensioenleeftijd, die in ons land nog relatief laag zijn. De pensioenhervormingen die onze partij voorstaat, zijn dan ook nauw verbonden met de voorgestelde veranderingen in fiscaliteit en arbeidsmarkt, om werken financieel aantrekkelijker te maken.

cd&v kijkt niet alleen naar de betaalbaarheid van het pensioensysteem als geheel, maar richt zich ook op het verbeteren van ons pensioenstelsel voor individuen en gezinnen. Mensen moeten dankzij een helder en betrouwbaar pensioensysteem de regie over hun eigen loopbaan kunnen herpakken. Het fundament voor de noodzakelijke veranderingen in onze arbeidsmarkt, fiscaliteit en pensioensysteem kan enkel standhouden als mensen erop kunnen vertrouwen dat hun loopbaanbeslissingen daadwerkelijk de verwachte voordelen opleveren op het moment dat ze met pensioen gaan.

Kernpunten

  • Het huidige minimumpensioen voor een volledige loopbaan van 1 703,12 euro netto, dat ook de index volgt, is voor cd&v het uitgangspunt. Zoals we al aangaven, willen we dat dit minimumpensioen voor iedereen toegankelijk is en dat elke gewerkte (of gelijkgestelde) dag meetelt.
  • We voeren een pensioenhervorming in waarbij het loont om een langere loopbaan te hebben. Dat doen we door de band tussen loon en aantal gewerkte dagen te versterken.
  • We verzekeren de betaalbaarheid van ieders pensioen door meer mensen langer te laten bijdragen en een verplichte, sterkere tweede pijler.
  • Via het deeltijds pensioen en een wettelijke pensioenleeftijd tussen 62 en 67 met bonus-malus, geven we mensen meer controle over hun eigen loopbaan en de effecten daarvan op hun pensioenrechten.
  • Er is een gelijkstelling nodig van bijzondere pensioenleeftijdsgrenzen voor specifieke categorieën van ambtenaren, waarbij we alle systemen naar een effectieve uittredingstijd van ten minste 62 jaar brengen.
  • We valideren ook onbetaald werk. Dankzij gelijkgestelde periodes en de pensioensplit, worden mensen die zorgdragen voor elkaar bij cd&v niet afgestraft.
Terug naar alle standpunten