Leefomgeving

Gepubliceerd

Deel dit standpunt

Onze leefomgeving is cruciaal, niet alleen voor ons bestaan, maar ook voor hoe we ons leven inrichten. Ze biedt ons schone lucht, drinkwater en voedsel, naast plekken om te leven en werken, vruchtbare grond en landschappen die uitnodigen tot genieten. Dit alles wordt aangevuld door een rijke natuur en een klimaat dat leefbaar is. Echter, de opwarming van de aarde door broeikasgassen wijzigt ons klimaat. Stikstof veroorzaakt overbemesting en verzuring, wat onze biodiversiteit in gevaar brengt. Het gebruik van schadelijke stoffen bedreigt onze planeet, terwijl het overmatig gebruik van beperkte bronnen leidt tot uitputting en afvalwater en emissies onze wateren en lucht vervuilen. Tegelijkertijd staan we steeds vaker voor uitdagingen als hittegolven, droogte, overstromingen en waterschade.

Gelukkig heeft verstandig overheidsbeleid met effectieve milieumaatregelen in de industrie, landbouw, verkeer en wonen ons al een heel eind op weg geholpen om onze leefomgeving op diverse fronten te verbeteren. Er is aantoonbare progressie gemaakt in het beschermen van wat ons dierbaar is. Toch blijft het een complexe opgave om milieu en natuur naadloos aan te sluiten bij landbouw en industrie. Vooral omdat onze leefruimte en het beleid eromheen constant uitgedaagd worden door de groei en dichtheid van de bevolking.

De vogel- en habitatrichtlijnen, ingevoerd in 1979 en 1992, zijn al even op leeftijd. Sinds de start van 1992, toen Vlaanderen 5 794 857 inwoners telde, is de bevolking met bijna een miljoen mensen gegroeid tot 6 774 807 op 1 januari 2023 – een enorme sprong in slechts drie decennia ofwel één generatie. Op een relatief klein gebied van 13 625 km² betekent dit een toename in bevolkingsdichtheid van 425 naar 497 mensen per km² – een stijging van 72 mensen per km². Het is dus een behoorlijke uitdaging om de oorspronkelijke natuurdoelstellingen te bereiken met de huidige bevolkingsaantallen.

Een ander voorbeeld zijn klimaatdoelstellingen. Vlaanderen heeft zijn broeikasgasuitstoot verminderd van 91,5 miljoen ton in 2005 naar 73,4 miljoen ton in 2021, wat een afname van 18 miljoen ton betekent, ofwel een vermindering van minder dan 20% over een periode van zestien jaar. Dit is gemiddeld een verlaging van 1 miljoen ton per jaar. Tegelijkertijd zag Vlaanderen zijn bevolkingsaantal groeien van 6 043 161 naar 6 653 062 mensen, een toename van 609 901 personen of 10%, wat neerkomt op een gemiddelde toename van 38.119 mensen per jaar. Hierdoor is de broeikasgasuitstoot per inwoner gedaald van 15 ton in 2005 naar 11 ton in 2021, een daling van 4 ton per persoon, wat een vermindering van meer dan 27% betekent en aanzienlijk hoger is dan wat men zou berekenen zonder de bevolkingsgroei of -dichtheid in acht te nemen.

cd&v pleit voor een diepgaande reflectie op de impact die demografische veranderingen kunnen hebben op de haalbaarheid van onze ecologische doelstellingen, met oog voor de balans met industriële, agrarische en sociale doelen, en andere ambities. Dit houdt in dat we zorgvuldig moeten onderzoeken hoe we onze huidige verplichtingen kunnen vervullen zonder excessieve maatschappelijke kosten. Ook betekent het dat voorstellen rond klimaatactie, milieubeleid en natuurherstel nauwkeurig moeten worden overwogen, rekening houdend met eventuele negatieve gevolgen voor andere sectoren.

Het is van essentieel belang om enkele ongemakkelijke waarheden onder ogen te zien. Verschillende doelstellingen op het gebied van milieu, klimaat, biodiversiteit en ruimtelijke ordening kunnen botsen met die van energie, industrie, transport en mobiliteit, en soms zelfs onderling conflicteren. Denk bijvoorbeeld aan emissiereductietechnieken voor stikstofoxiden die ammoniak vrijlaten, of aan waterbeheer dat een balans moet vinden tussen de behoeften van natuur en landbouw. Overwegingen omtrent diesel of benzine voor voertuigen, de afweging tussen fossiele brandstoffen en kernenergie voor stroomproductie, de spanning tussen groene energieprojecten en beschermde natuurgebieden, of tussen bouwprojecten voor klimaatadaptatie en het behoud van biodiversiteit - het zijn allemaal punten waarop niet alles altijd kan worden bereikt of in harmonie kan worden gebracht. Een politieke partij met zelfrespect moet in staat zijn om moeilijke keuzes te maken, en dat doet cd&v. Zo geven wij prioriteit aan de verkeersveiligheid van fietsende kinderen boven zeldzame planten of bedreigde diersoorten. Ook accepteren wij dat de bouw van woningen en faciliteiten zoals gevangenissen of gesloten jeugdinstellingen om overbevolking tegen te gaan, vaak gepaard gaat met ruimtegebruik en verharding. Dat zijn slechts een paar voorbeelden. Natuurlijk streven we er altijd naar om de impact zo minimaal mogelijk te houden en de schade te beperken.

 

Kernpunten

  • Een Europees en Vlaams leefmilieu- en natuurbeleid dat bij het bepalen van doelstellingen en het nemen van maatregelen rekening houdt met bevolkingsgroei en -dichtheid.
  • Een strikte Vlaamse omzetting en uitvoering van Europese richtlijnen en een herziening van achterhaalde of onhaalbare richtlijnen en destijds aangegane verplichtingen.
  • Een Vlaams leefmilieu- en natuurbeleid dat luchtvervuiling door uitstoot, waterverontreiniging door lozingen, afvalverspreiding in de bodem en opname van gevaarlijke scheikundige stoffen in het lichaam vermijdt en bestrijdt.
  • Een luchtbeleid dat de Europese normen haalt en de normen van de Wereldgezondheids-organisatie nastreeft.
  • Een waterbeleid dat ijvert voor:
  • Drinkwater dat voor iedereen beschikbaar en betaalbaar is.
  • Oppervlakte- en grondwater dat in een goede staat gebracht en gehouden wordt.
  • Afvalwater dat beperkt wordt, dat gescheiden van hemelwater verzameld, vervoerd en gezuiverd wordt en indien mogelijk hergebruikt, al dan niet als grijs water.
  • Drinkwatermaatschappijen, rioolnetbeheerders, een waterzuiveringsmaatschappij en een wateradministratie en -regulator die een betrouwbare nutsvoorziening en een klantvriendelijke dienstverlening waarborgen.
  • Een oordeelkundig beheer van bevaarbare en onbevaarbare waterlopen om wateroverlast, overstromingen en ook droogte tegen te gaan.
  • Polders en wateringen die hun plaats in het waterlandschap en hun taak als een waterschap ter harte nemen.
  • Een bodembeleid dat pollutie, erosie, degradatie en eutrofiëring terugdringt en sanering van brown- en blackfields
  • Een stoffenbeleid met een bijzondere aandacht voor PFAS en asbest.
  • Een afvalbeleid dat restafval, zwerfvuil, sluikstorten en storten of verbranden zonder energie- of materiaalrecuperatie afbouwt.
  • Een hinderbeleid dat overtreders daadwerkelijk straft en niet gedoogt.
  • Een beleid inzake natuur:
  • Dat een geleidelijke verschuiving bewerkstelligt van veel kleine maar weinig waardevolle gebieden naar een beperkter aantal grote waardevolle gebieden.
  • Dat de aanleg van tijdelijke natuur bevordert en, in geval van onomkeerbaarheid, het geleden waardeverlies vergoedt.
  • Dat natuur- en bosdoelen alloceert en realiseert op ruimtelijk geschikte gronden.
  • Dat vermesting en verzuring een halt toeroept door een stikstofbeleid op grond van emissies in plaats van deposities.
  • Een beleid inzake ruimtelijke ordening dat, door middel van planning, natuur en landbouw als gebiedsbestemming vrijwaart en, door middel van vergunning, verlening, ruimtebeslag en verdichting ontmoedigt.
  • Een dierenwelzijnsbeleid dat inzet op de verbetering van de levensomstandigheden van zowel huis- als landbouwdieren.
Terug naar alle standpunten