Armoedebestrijding

Gepubliceerd

Deel dit standpunt

Ook in een welvarend land als België is armoede een groot maatschappelijk probleem: 1,5 miljoen Belgen en 510 000 Vlamingen moeten rondkomen met een inkomen dat onder de armoedegrens ligt. De opeenvolgende crisissen (corona, energie…) van de afgelopen jaren hebben de robuustheid van onze sociale zekerheid aangetoond. Dankzij de geleverde inspanningen is het armoederisico in 2022 zelfs gedaald. Maar we zijn er nog niet. Daarom blijven we ons inzetten om armoede uit te roeien.

Het is niet alleen onze morele plicht om een inclusief beleid te voeren, dat mensen in armoede helpt en alle kansen geeft om hun situatie te verbeteren. Het is ook een investering in de toekomst van ons land. Armoede leidt ertoe dat mensen zich onvoldoende kunnen ontplooien en participeren aan de samenleving, dat ze gebukt gaan onder een niet-aflatende stress en onzekerheid, en dat ze een slechtere gezondheid hebben. Door armoede gaat er heel wat potentieel verloren en verarmt de maatschappij in haar geheel.

cd&v wil daarom inzetten op een fijnmazig beleid dat armoede gericht aanpakt. We zetten daarbij in op een participatief en emanciperend verhaal dat mensen in armoede kansen geeft. Als partij willen we een samenleving waarin iedereen mee is, mensen hun rechten kunnen uitoefenen en hun eigen steentje kunnen bijdragen. Daarom hebben we nood aan een gerichter sociaal beleid, waarbij de middelen terechtkomen bij wie ze het meeste nodig heeft, het mattheüseffect aangepakt wordt en mensen daadwerkelijk geholpen worden om uit de armoede te raken.  

De beste garantie om niet in de armoede terecht te komen, is werk. Het is dan ook onze hoogste prioriteit om ervoor te zorgen dat iedereen kan genieten van een fatsoenlijk inkomen dat een waardig leven mogelijk maakt. Toegang tot kwalitatief onderwijs, betaalbare gezondheidszorg, fatsoenlijke huisvesting en goede banen, zijn slechts enkele van de pijlers die moeten versterkt worden om armoede effectief te bestrijden. Dat is niet alleen in het belang van de persoon in armoede, maar ook van de maatschappij als geheel. Iedereen kan in armoede belanden. Een financiële tegenslag, gezondheidsproblemen, een onverwacht ontslag, een gezinsbreuk… al die sociale risico’s kunnen ertoe leiden dat mensen in de problemen komen. Een robuust sociaal zekerheidsstelsel, geworteld in solidariteit en het verzekeringsprincipe, speelt samen met een solide sociale bijstand een cruciale rol als veiligheidsnet. Het is essentieel dat iedereen, ongeacht persoonlijke omstandigheden, aanspraak kan maken op een menswaardig bestaan.

Financiële ondersteuning is slechts één deel van de puzzel. Een duurzame verbetering van de levenskwaliteit van mensen in armoede, vraagt ook om sterk welzijnswerk en maatwerk. Daarnaast is het volgens ons ieders verantwoordelijkheid om inclusie mee vorm te geven, en ervoor te zorgen dat mensen die leven in armoede of kinderen die opgroeien in armoede, net als iedereen deel kunnen uitmaken van de maatschappij. Daarom besteden wij aandacht aan participatie van mensen in armoede in de verschillende beleidsdomeinen, zoals cultuur met het gebruik van de UiTPAS, en mobiliteit met voordeeltarieven voor mensen met een beperkt inkomen.

We geloven in een sterk middenveld dat aangepast is aan de lokale realiteit en dat bovenlokaal erkend wordt. Deze organisaties hebben immers de expertise en het netwerk binnen de lokale context om hun rol op te nemen. Projecten die inzetten op de participatieve rol van personen in armoede, die geloven in wat mensen (samen) kunnen en die ruimte laten voor menselijke waardigheid, willen we dan ook zoveel mogelijk zuurstof geven.

Als we een beleid op maat van mensen in armoede willen maken, over alle beleidsdomeinen heen, dan is het belangrijk dat beleidsmakers met een ‘armoedebril’ naar bestaande en nieuw te ontwikkelen regelgeving kunnen kijken. cd&v pleit dan ook voor structurele participatie van personen in armoede aan het beleid, onder andere door een consistente toepassing van de armoedetoets en de blijvende erkenning van verenigingen waar armen het woord nemen.

Kernpunten

  • We streven naar een menswaardig inkomen voor iedereen. Hiervoor moet een groeipad worden voorzien, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de uitkeringen waar de kloof met de armoedegrens het grootst is, zoals voor personen met gezinslast. De welvaartsenveloppe is hierin een belangrijk instrument.
  • Het statuut ‘samenwonende’ moet hervormd worden, rekening houdend met de economische schaalvoordelen van samenhuizen maar zonder samenwonen te ontmoedigen. We moeten het statuut aanpassen in overeenstemming met nieuwe samenlevingsvormen zoals cohousing en zorgwonen.
  • Sociale voordelen en uitkeringen moeten zoveel mogelijk automatisch worden toegekend om non-take up te vermijden. Als een automatische toekenning niet mogelijk is, moet het ‘Only Once’-principe toegepast worden, waarbij mensen maar één keer bepaalde gegevens moeten doorgeven aan de overheid.
  • De toegang tot niet-digitale dienstverlening voor de overheidsdiensten en diensten van algemeen belang moet verankerd en gemonitord worden. Ook de toeleiding naar sociale rechten moet altijd via fysieke dienstverlening mogelijk zijn. Dan denken we aan de essentiële dienstverlening zoals in overheidsdiensten, sociale voorzieningen, ziekenhuizen, banken, postkantoren, energie- en telecomdiensten, het openbaar vervoer en mutualiteiten.
  • Elke stad of gemeente moet kunnen rekenen op voldoende brugfiguren die welzijnsnoden kunnen oppikken via de school en de nodige verbinding kunnen maken met het lokale welzijnsaanbod.
  • Verenigingen waar armen het woord nemen, maken het verschil in het leven van mensen in armoede en ondersteunen hen bij de participatie aan het beleid. Ze moeten kunnen blijven rekenen op structurele financiering. We willen dit aantal verder uitbreiden in de komende legislatuur.
  • We streven naar een nauwe samenwerking met en participatie van personen in armoede bij de formulering, uitwerking en evaluatie van het beleid rond armoedebestrijding, en dat op alle niveaus (Europees, federaal, Vlaams, lokaal).
  • Er moet een nieuw Bindend Sociaal Objectief komen dat bepaalt hoeveel bijkomende sociale huurwoningen een gemeente op haar grondgebied moet realiseren. Dat moet afdwingbaar zijn.
  • De ‘housing first’-projecten voor de meest kwetsbare daklozen moeten uitgerold worden in heel Vlaanderen en Brussel.
  • We vervroegen het moment voor globale schuldbehandeling en begeleiding, door werk te maken van een laagdrempelige, vrijwillige schuldenregeling naast de al bestaande collectieve schuldenregeling.
  • We moeten lokale besturen en middenveldorganisaties blijven aanmoedigen om samen een sociale kruidenier in te richten, zodat het systeem van de sociale kruidenier over heel Vlaanderen kan uitgerold worden. Ook het aanbieden van betaalkaarten vanuit de aanvullende steun van OCMW’s moet gepromoot worden.
Terug naar alle standpunten