De meeste mensen deugen en dus moet je niet uitgaan van wantrouwen maar van vertrouwen en dat geldt uiteraard ook voor kunstenaars. cd&v hecht veel belang aan de artistieke autonomie : respect voor artistieke vrijheid ! De overheid mag aan subsidies voorwaarden koppelen maar ook een gesubsidieerde organisatie dient niet om de doelstellingen van een overheid uit te voeren. We verzetten ons daarom tegen de tendens om enkel subsidies toe te kennen aan organisaties die zich inschrijven in de realisatie van het overheidsbeleid. Kunstenorganisaties moeten met hun kernactiviteit bezig kunnen zijn - het creëren van artistiek werk, het organiseren van culturele activiteiten, het verenigen van mensen om samen vorm te geven aan de samenleving. Daarom verwerpt cd&v de instrumentalisering van de cultuursector en verdedigen we de fundamentele vrijheid van elke vereniging want dat is gewoon een grondwettelijk recht.
We moeten creatieven omarmen zonder hen te verstikken, door hen een beleid op maat geven. Zij zijn uitstekende ambassadeurs van een regio die innovatie en creativiteit en doorzettingsvermogen als een van haar troeven wil uitspelen. Om onze culturele rijkdom te voeden, is productie noodzakelijk, en die productie is vaak een hooggespecialiseerd en zoekend proces. Wij zetten ons in voor het creëren van experimenteerruimtes, broedplaatsen waar mensen samen kunnen komen om te innoveren en nieuwe ideeën uit te proberen. We streven naar ondersteunende diensten die creatievelingen voorzien van de middelen om maximaal creatief te zijn en hun vaardigheden te ontwikkelen. We zien het belang in van kunstenwerkplaatsen in onze steden, waar jonge makers hun vak kunnen uitoefenen en verfijnen. Verlaten industriële sites transformeren we graag tot deze broedplaatsen, maar we hebben ook ateliers nodig met professionele begeleiding en ondersteuning. Daarnaast pleiten we voor een stadsloket speciaal voor creatieve ondernemers en kunstenaars. Zo'n loket zou hen helpen met het verkrijgen van vergunningen, doorlopen van administratieve processen, businessplanning, internationalisering, promotie, klantenwerving, professionalisering en meer.
Het kunstenbeleid moet een coherent en duurzaam kader bieden om te creëren en te presenteren. De belangrijkste toetssteen voor overheidsondersteuning blijft voor ons de kwaliteit van de creatie, reflectie, presentatie of participatie. We moeten vanuit de Vlaamse overheid daarom een continuüm aan duurzame ondersteuningsmiddelen voorzien van beurzen, projectsubsidies en meerjarige structurele subsidies via het kunstendecreet. Daarnaast willen we samen met de kunstensector een Fonds oprichten als instrument dat aanvullend op het kunstendecreet kan werken naar analogie met Literatuur Vlaanderen en het Vlaams Audiovisueel Fonds. Met zo’n fonds kunnen we kunstenaars en organisaties die een project willen realiseren op maat, flexibel én snel helpen. Het kan ook extra middelen uit de markt halen. Onafhankelijke experts per discipline beslissen over de toekenning van steunaanvragen van kunstenaars. De sector wordt zo medeactor in het ondersteuningsbeleid en vormen van privaat-publieke samenwerking worden makkelijker. Structurele tewerkstelling blijft voor cd&v primordiaal omdat ook kunstwerkers recht hebben op de beste sociale bescherming en pensioenopbouw. Door voldoende subsidies te voorzien via het Kunstendecreet moeten we dus blijven inzetten op volwaardige tewerkstelling. Het kunstenaarsstatuut is en moet een tijdelijk werkloosheidsstatuut blijven, geen win for life -basisinkomen voor kunstwerkers want dit is onrechtvaardig tegenover werknemers en zelfstandigen uit andere (creatieve) sectoren die niet op een dergelijk basisinkomen kunnen rekenen, zoals koks, architecten, designers, enz.
Verder wil cd&v de ondernemersvaardigheden van culturele en creatieve organisaties stimuleren. Dit is niet alleen om extra middelen te vinden, maar vooral om sociale meerwaarde te creëren. Daarom vinden we dat alle overheidsinstrumenten voor ondernemers toegankelijk moeten zijn voor maatschappelijke ondernemers, ongeacht hun juridische vorm, inclusief ondersteuning van VLAIO, mogelijkheden via Flanders Investment and Trade, Participatiemaatschappij Vlaanderen, en innovatiesteun. Ook de federale instrumenten zoals tax shelter en giften moeten hervormd worden zodat ze betrouwbare aanvullende financieringsbronnen worden.
Respect voor organisaties en hun werking kan niet enkel met woorden beleden worden, de overheid moet voldoende financiële middelen voorzien om het uitgetekende beleid te realiseren. Structurele subsidies voor kunstenorganisaties zijn immers noodzakelijk om een veld duurzaam te ontwikkelen en om het aanbod toegankelijk te houden voor de brede bevolking, in alle regio's. We weten ook uit diverse studies dat subsidies een hefboom zijn naar eigen inkomsten. Elke gesubsidieerde euro brengt een euro 'eigen inkomst' met zich mee. De subsidies vanuit Vlaanderen zorgen ervoor dat onze instellingen en organisaties in relatieve onafhankelijkheid grote kwaliteit kunnen produceren. Daarnaast zijn uiteraard ook van groot belang omdat ze zorgen voor de vernieuwing en instroom. De jarenlange niet indexering van werkingsmiddelen moet ophouden want de facto betekent dit een zware financiële besparing voor organisaties en daarom zullen we voortaan tweejaarlijks de werkingssubsidies indexeren.
Ook het fiscaal kader waarin organisaties en verenigingen werken is aan een grondige hervorming toe. De meeste vzw’s worden belast in de rechtspersonenbelasting. Het aparte kader en de overgang naar de vennootschapsbelasting leidt tot veel onduidelijkheid en disputen. Vooral de verschillende interpretatie van het begrip ‘economische activiteiten’ leidt tot onwenselijke situaties. Een hervorming van de rechtspersonenbelasting moet gericht zijn op vereenvoudiging, rechtszekerheid en duidelijkheid. In afwachting van een grondige hervorming van de non-profitfiscaliteit, moet de aangifte van de rechtspersonenbelasting zo veel als mogelijk worden vereenvoudigd zodat ook voor vzw’s een vooraf ingevulde aangifte kan worden aangeboden.
