Cd&v vindt cultuur van onschatbare waarde voor onze samenleving. We geloven in de kracht van cultuur om mensen te verbinden, creativiteit te stimuleren en gemeenschappen te versterken. Cultuur biedt ons de mogelijkheid om te leren, te groeien en onszelf te uiten. Door cultuur te ondersteunen en toegankelijk te maken voor iedereen, investeren we in een bloeiende en inclusieve samenleving waarin iedereen de kans krijgt om deel te nemen en te genieten van al het moois dat cultuur te bieden heeft. Denken we maar aan musea, bibliotheken, concerten maar ook aan de toneelvoorstelling van een amateurgezelschap of een lezing bij het Davidsfonds.
Cd&v wil cultuur ondersteunen door de noodzakelijke randvoorwaarden te creëren zodat professionele organisaties maar ook verenigingen van vrijwilligers zich kunnen toeleggen op hun culturele kernactiviteit. Cd&v zal de artistieke vrijheid én de vrijheid van vereniging consequent verdedigen. De instrumentralisering van de cultuursector is voor ons onbespreekbaar en aangezien de meeste mensen deugen kunnen heel wat overbodige regels afgeschaft worden. Daarnaast moeten we investeren in cultuureducatie én alle fysieke & financiële drempels wegnemen zodat iedereen kan participeren aan cultuur.
Bij cd&v koesteren we een diepgeworteld partnerschap met het verenigingsleven. Wij staan voor empowerment en streven ernaar om elke organisatie, traditioneel of nieuw, de nodige ruimte, vertrouwen en kansen te geven om zich te ontplooien. Zo worden we samen sterke partners die Vlaanderen socialer, ondernemender en welvarender maken. Ons rijke verenigingsleven spreekt tot de verbeelding; het maakt mensen mondiger en hechter. Vlaanderen schittert met een unieke cultuur van gemeenschapsvorming, niet alleen door professionele activiteiten, maar ook door wat mensen vrijwillig en samen doen. We zien het verenigingsleven als een fundament van onze gemeenschap, waarbij organisaties een maatschappelijke doelstelling najagen. We gaan uit van het principe van verantwoordelijkheid nemen en vertrouwen geven. Samenwerkingen die mensen tot stand brengen, verrijken onze samenleving op een constructieve manier. Wij waarderen verenigingen die emanciperen en verbinden, en geloven dat zulke organisaties terecht overheidssteun kunnen ontvangen. Natuurlijk, aan subsidies mogen voorwaarden verbonden zijn - het blijft belastinggeld. Maar we verzetten ons tegen de tendens om subsidies enkel toe te kennen als organisaties zich voegen naar een overheidsvisie. Dit zou hen reduceren tot werktuigen van beleid, hun bewegingsvrijheid inperken en ingaan tegen de vrijheid waarop elke vereniging recht heeft. Cd&v verdedigt de visie dat verenigingen hun eigen maatschappelijke doelen moeten kunnen nastreven, gedreven door de intrinsieke motivatie van hun leden, zonder dat ze enkel een middel worden om beleidsdoelen te realiseren. We moeten waken over de waarde van simpele samenkomstactiviteiten, zoals een 'taart-en-koffienamiddag', die misschien geen grootse doelen dienen, maar van onschatbare waarde zijn voor het samenbrengen van mensen.
De maatschappelijke inzet van vrijwilligers verdient alle respect. Zonder hun inzet zijn er geen culturele activiteiten. Nochtans worden verenigingen vaak het slachtoffer van wetgeving die, weliswaar met de beste bedoelingen, een veel te zware impact heeft op hun werking. Een maatschappelijke crisis, incident of misbruik heeft de voorbije decennia vaak aanleiding gegeven tot nieuwe wetgeving om verantwoordelijkheden af te dekken, mensen tegen alle mogelijke onheil te beschermen of controle uit te oefenen op hoe ze de overheidsmiddelen gebruiken. We denken hierbij aan de strenge wetgeving op voedselveiligheid, ventilatie of privacy maar ook het bijbehorende papierwerk. Deze goedbedoelde wetgeving belemmert het engagement dat mensen willen opnemen voor elkaar en voor de samenleving, omdat ze te vaak vertrekt vanuit wantrouwen en niet vanuit het vertrouwen in wat mensen kunnen. De meeste mensen deugen en dus verdienen ze ondersteuning in wat ze ondernemen. We moeten dus kritisch durven kijken naar al die maatregelen die, ondanks goede bedoelingen, een ongewenste of minstens te negatieve impact hebben op het verenigingsleven en waarvan doel en middel niet meer in verhouding staan. Want het resultaat is dat heel wat vrijwilligers er de brui aan geven. Het vinden van bestuurders en begeleiders wordt zo een heikele klus in heel wat verenigingen.
Concrete beleidsvoorstellen
- We pleiten voor de invoering van een verenigingsvriendelijke versie van noodzakelijke wet- en regelgeving, die in overleg met de sector wordt voorbereid en waarbij we flankerende steunmaatregelen voorzien, zodat lokale vrijwilligers ze kunnen toepassen. Kortom: we erkennen het bestaan van een uitzondering op de regel. We kunnen organisaties vrijstellen van verplichtingen die voor overheden en bedrijven gelden.
- Verder kiezen we uitdrukkelijk voor decretale en regelrust. De voorbije jaren kregen bijna alle basisdecreten een grondige facelift en kreeg de cultuursector te maken met heel wat nieuwe wetten, regels en lokale reglementen die ze nu moeten kunnen uitvoeren met respect voor hun basiswerking. Dit wil niet zeggen dat de regelgeving niet bijgestuurd kan worden als dit nodig is en de sector daar zelf om vraagt. Een nieuw decreet moet daarom liefst het resultaat zijn van een intens evaluatie- en participatietraject, met sterke betrokkenheid van het middenveld.
-
Prioriteit voor duurzame en kwaliteitsvolle infrastructuur want zonder plek geen werking, en dat geldt zowel voor een amateurkoor als voor een professioneel theatergezelschap. Vlaanderen is dichtbevolkt, open ruimte is schaars en er is in vele sectoren een groot tekort aan degelijke, duurzame infrastructuur. Daar bestaat geen toveroplossing voor, maar met een planmatige en coherente aanpak komen we allicht al een heel eind. cd&v wil daarom een structureel kader creëren voor een duurzaam en kwaliteitsvol infrastructuurbeleid :
- Cd&v pleit voor een aanpak waarbij we de grenzen tussen verschillende sectoren doorbreken en inzetten op multifunctionele infrastructuur. We moeten ruimtes creëren die openstaan voor diverse, domeinoverschrijdende initiatieven en die samenwerking tussen organisaties uit verschillende velden bevorderen. Om deze intersectorale samenwerkingen te ondersteunen, blijft de Vlaamse Overheid investeren in zogenaamde Broedplekken, plekken waar creativiteit en innovatie kunnen bloeien. Hiervoor ontwikkelen we een innovatief financieringsinstrument dat, complementair aan sectorale subsidies, kan inspelen op de bijkomende infrastructuurnoden en de samenwerking tussen verschillende sectoren kan stimuleren en financieren.
- Cd&v kiest voor polyvalente, goed bereikbare, toegankelijke en uitgeruste ontmoetingsplaatsen waar mensen kunnen samenkomen of zich creatief uitleven. Elke buurt heeft recht op betaalbare en toegankelijke publieke plekken om te feesten, vergaderen of repeteren. We stimuleren lokale besturen om vrijgekomen grote ruimtes (zoals oude opslagruimtes, rangeerstations, religieuze gebouwen) in de eerste plaats te herbestemmen voor vrijetijdsactiviteiten. Dat is een belangrijke opdracht voor lokale besturen nu de parochiale accommodatie onder druk staat. Naar analogie met de sociale verhuurkantoren, kunnen creatieve verhuurkantoren leegstaande ruimtes goedkoop verhuren als atelier- of vergaderruimte, voor professionelen of amateurs. Op die manier geven we leegstaande gebouwen een zinvolle bestemming. Dergelijke flexibele werkplekken kunnen uitgroeien tot broeihaarden van jonge creatievelingen.
- We maken een specifiek decretaal kader voor culturele infrastructuur, dat zich richt op bovenlokale behoeften en de toegevoegde waarde van investeringen in nieuwe projecten of in de renovatie van bestaande gebouwen. We maken gebruik van de basisinventaris van culturele infrastructuur om te komen tot een gecoördineerd cultureel infrastructuurplan.
- We voorzien in duidelijke subsidiecriteria om het bestaande aanbod te verduurzamen.
- Blinde vlekken willen we wegwerken via cofinanciering met verenigingen, lokale besturen en de Vlaamse overheid.
- We breken een lans voor een nieuw eigenaarsmodel voor vrijetijdsinfrastructuur, volgens het principe van de ‘community land trust’, waarbij het eigenaarschap van grond en gebouw wordt gescheiden. Zo kan bijvoorbeeld de lokale overheid de gronden waarop (parochiale) gebouwen staan aankopen, zodat de lokale verenigingen er een geschikt gemeenschapslokaal op kunnen plaatsen. Mobiele units zijn in dat geval zeker een interessante piste, omdat ze duurzaam en energiezuinig zijn en bovendien modulair aanpasbaar aan de behoeften van de gebruikers van het gebouw.
- We pleiten voor één Vlaams Digitaal Loket waar alle verenigingen met infrastructuurplannen en subsidievragen terechtkunnen. Vandaag zien ze door het bos de bomen niet meer qua subsidiemogelijkheden, brandveiligheidsverplichtingen, milieunormeringen, klimaatmaatregelen, ventilatie...
- om de toegang, het beheer en het onderhoud van de buurtlokalen die gedeeld gebruikt worden, vlot te organiseren, stellen we een vrijwilliger aan als buurtconciërge. De Vlaamse overheid ontwikkelt een app voor sleutelbeheersplannen of centrale badgesystemen en een deelplatform waar vraag en aanbod voor gebruik van ruimte elkaar vinden. Ook opleidingen op maat voor buurtconciërges en sleutelbeheerders ondersteunen dit beleid.
- De overheid subsidieert aanpassings- en onderhoudswerken voor profit- en non-profitorganisaties die een gedeeld gebruik van hun infrastructuur wensen. Prioriteit wordt daarbij gegeven aan goed geïsoleerde en toegankelijke repetitieruimtes voor amateurkunstenaars.
- Onderzoek, coaching en uitwisseling van goede praktijken zodat niet elke organisatie opnieuw het warm water moet uitvinden.
- Daarnaast richten we ons op kunst en cultuur in de openbare ruimte, met hoogwaardige straatkunst en veelzijdige, verplaatsbare kiosken in parken en op pleinen die spontane ontmoetingen en culturele activiteiten bevorderen. Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen voorzien we ook vrijplaatsen in de publieke ruimte zodat ze een (tijdelijke) culturele bestemming kunnen krijgen of ‘ingepalmd’ kunnen worden door jongeren.
- Cd&v erkent dat cultuurconsumptie niet alleen het individu verrijkt, maar ook een breed scala aan maatschappelijke voordelen biedt. Om deze culturele rijkdom te voeden, is productie noodzakelijk, en die productie is vaak een hooggespecialiseerd en zoekend proces. Wij zetten ons in voor het creëren van experimenteerruimtes, broedplaatsen waar mensen samen kunnen komen om te innoveren en nieuwe ideeën uit te proberen. We streven naar ondersteunende diensten die creatievelingen voorzien van de middelen om maximaal creatief te zijn en hun vaardigheden te ontwikkelen.
- Respect voor organisaties en hun werking kan niet enkel met woorden beleden worden, de overheid moet voldoende financiële middelen voorzien om het uitgetekende beleid te realiseren. Structurele subsidies voor organisaties zijn immers noodzakelijk om een veld duurzaam te ontwikkelen en om het aanbod toegankelijk te houden voor de brede bevolking, in alle regio's. We weten ook uit diverse studies dat subsidies een hefboom zijn naar eigen inkomsten. Elke gesubsidieerde euro brengt een euro 'eigen inkomst' met zich mee. De subsidies vanuit Vlaanderen zorgen ervoor dat onze instellingen en organisaties in relatieve onafhankelijkheid grote kwaliteit kunnen produceren. Daarnaast zijn uiteraard ook van groot belang omdat ze zorgen voor de vernieuwing en instroom. De jarenlange niet indexering van werkingsmiddelen moet ophouden want de facto betekent dit een zware financiële besparing voor organisaties en daarom zullen we voortaan tweejaarlijks de werkingssubsidies indexeren.
- Ook het fiscaal kader waarin organisaties en verenigingen werken is aan een grondige hervorming toe. De meeste vzw’s worden belast in de rechtspersonenbelasting. Het aparte kader en de overgang naar de vennootschapsbelasting leidt tot veel onduidelijkheid en disputen. Vooral de verschillende interpretatie van het begrip ‘economische activiteiten’ leidt tot onwenselijke situaties. Een hervorming van de rechtspersonenbelasting moet gericht zijn op vereenvoudiging, rechtszekerheid en duidelijkheid. In afwachting van een grondige hervorming van de non-profitfiscaliteit, moet de aangifte van de rechtspersonenbelasting zo veel als mogelijk worden vereenvoudigd zodat ook voor vzw’s een vooraf ingevulde aangifte kan worden aangeboden.
- Het blijft belangrijk om in de cultuursector drempels te slopen die participatie belemmeren. We moeten diversiteit en vernieuwing stimuleren zowel bij het publiek maar zeker ook bij de makers. Zo zorgen we voor meer diversiteit in het aanbod want succesvolle makers met allochtone roots en culturele ondernemers zijn rolmodellen en voortrekkers die een sneeuwbaleffect kunnen veroorzaken omdat ze ‘een meer divers publiek’ aantrekken dat zich herkent in dat diverse aanbod. Samen met de gebruikers en makers het vrijetijdsaanbod ontwikkelen, maakt het rijker. Co-creatie biedt meer kansen om tot een inclusiever en divers vrijetijdsaanbod te komen omdat deelnemers en publiek betrokken worden bij het uitwerken van het aanbod.
-
Cd&v wil de UiTPAS uitrollen in heel Vlaanderen maar tien jaar na de invoering is het wel zinvol om de UiTPAS te evalueren en bij te sturen. Concreet betekent dat voor cd&v:
- Er moet daarbij voldoende aandacht gaan naar communicatie, een breed en divers aanbod (ook van amateurkunsten en sportclubs) en de nodige engagementen voor toeleiding om mensen te helpen bij het gebruik van de UiTPAS.
- We voeren een getrapt ondersteuningssysteem in voor de toekenning van het kansentarief zodat dit tarief geen ‘alles of niets’-ondersteuning is voor mensen die niet onder het kansentarief vallen.
- We zorgen voor een uniforme en solidaire kostendeling voor organisatoren: als ze meer dan 5% deelnemers met kansentarief bereiken, nemen de lokale besturen een groter deel van de compensatie voor het inkomstenverlies op zich. Op die manier worden organisaties niet het slachtoffer van hun succes in het bereiken van kansengroepen.
- We breiden de UiTPAS uit met toeristische activiteiten, via de ‘Rap op Stap’-kantoren.
- We versterken de databank ‘UiT in Vlaanderen’ met een digitaal platform waarop verenigingen en organisaties kunnen aankondigen welke mensen en competenties ze nog zoeken. Geïnteresseerden kunnen er grasduinen in het ruime aanbod aan vrijetijdsorganisaties waar ze kunnen deelnemen aan activiteiten, maar ook een meer permanent engagement kunnen opnemen als lid, bestuurslid of vrijwilliger.
- We willen culturele activiteiten klimaatneutraler maken door in alle sectoren te streven naar circulair werken via sensibilisering, uitwisseling van goede praktijken en kennisdeling.
- We organiseren een structurele samenwerking met de gezondheidssector door o.a. een sensibiliseringscampagne die mensen motiveert om (terug) deel te nemen aan culturele en sportieve activiteiten. Naar analogie met ‘bewegen op verwijzing’ willen we proefprojecten opzetten voor ‘cultuur op voorschrift’. Het doel? Kwetsbare mensen aanmoedigen om zowel passieve als actieve culturele activiteiten te ontdekken.
- Cd&v benadrukt het cruciale belang van cultuureducatie als katalysator voor beleving, participatie en creatie binnen het culturele veld. Het is essentieel dat we investeren in een toegankelijk beleid voor cultuureducatie en dit naadloos integreren in het standaardonderwijs omdat we dan alle kinderen en jongeren bereiken. Dit kan bijvoorbeeld door de STEAM-richtingen (‘Science, Technology, Engineering, Art & Mathematics’) te versterken en door samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en leerkrachten in co-teaching trajecten aan te moedigen. Buiten de schoolmuren moet cultuureducatie ook een prominente rol spelen in het vrijetijdsaanbod, om ervoor te zorgen dat jongeren op een speelse en prikkelende wijze in contact komen met kunst en cultuur. Dit kan via jeugdorganisaties, sociaal-culturele organisaties maar zeker ook het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO).
- Cd&v blijft er dus van overtuigd dat er een belangrijke rol is weggelegd voor het DKO, de academies en conservatoria die over heel Vlaanderen zijn verspreid en erg veel kinderen en jongeren bereiken met een gevarieerd en kwalitatief aanbod) die gelet op hun inbedding in het gemeentelijk niveau - zeker ook in die regio’s waar ‘culturele spelers’ minder overvloedig aanwezig zijn – een stimulerende en verbindende rol kunnen spelen als motor van creativiteit, van zin voor innovatie, van onze ontwikkeling als individu en samenleving en van onze welvaart. Door een structurele samenwerking zou de expertise van het DKO binnengebracht kunnen worden in het reguliere onderwijs zodat nog meer kinderen en jongeren er kunnen van leren. Uit onderzoek blijkt immers dat er nu al een nauwe band is tussen DKO en de amateurkunsten : heel wat ex-DKO’ers stromen door naar de amateurkunsten.