Commissies Vlaams Parlement
Commissies zijn samengesteld uit vijftien vaste (effectieve) en vijftien plaatsvervangende leden, verdeeld volgens de sterkte van de fracties.
De belangrijkste taak van de commissies bestaat erin het decreetgevende werk van het Vlaams Parlement voor te bereiden. Voorstellen en ontwerpen van decreet worden eerst grondig in commissie besproken. De tekst van die stukken kan worden gewijzigd als een meerderheid van de leden daarmee instemt. Een commissie kan ook hoorzittingen organiseren om zich beter te informeren over alle aspecten van een voorstel of ontwerp. Ook beleidsnota's, beleidsbrieven, samenwerkingsakkoorden, voorstellen van resolutie e.d.m. worden eerst grondig in commissie behandeld.
Elke commissie controleert ook het beleid van de Vlaamse Regering. Zij beschikt daartoe over een aantal controlemogelijkheden. Een volksvertegenwoordiger kan een vraag om uitleg stellen aan een minister over een actueel en concreet probleem. Een parlementslid dat een uitgebreider probleem van algemeen belang ter sprake wil brengen, kan een interpellatie houden. Interpellaties kunnen aanleiding geven tot het indienen van een motie van wantrouwen of een met redenen omklede motie, waarover in de plenaire vergadering wordt gestemd. De jaarlijkse begrotingsbesprekingen vormen eveneens een belangrijk moment van politieke controle.
Naast de vaste commissies kunnen er ook ad hoc-commissies worden opgericht met een specifieke en tijdelijke opdracht (bv. versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten, hervorming van het hoger onderwijs, ...).
Op enkele uitzonderingen na of wanneer een 2/3 meerderheid van de aanwezige commissieleden daar anders over beslist, zijn alle vergaderingen van de commissies openbaar.
Volksvertegenwoordigers die geen lid zijn van een commissie, hebben toegang tot de vergaderingen en kunnen er het woord voeren. Zij zijn echter niet stemgerechtigd.