Sinds 2015 is er de Vlaamse energielening. Elke Vlaming kan zo aan een voordelig tarief lenen om zijn of haar woning energiezuiniger te maken of zelf groene energie te produceren.
De energielening is er vooral gekomen omdat onze Vlaamse woningen al te vaak echte energieverslinders zijn. Meer dan de helft van de woningen is ouder dan 50 jaar en nog te weinig woningen zijn adequaat geïsoleerd. Belgische woningen gebruiken zelfs 70% meer energie dan het Europese gemiddelde. Daarom zijn er premies en sinds 2015 ook de Vlaamse energielening, om gezinnen in staat te stellen te investeren.
Maar het succes van de Vlaamse energielening is tanende. Zo blijkt uit het antwoord op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (CD&V): ‘Dit is alarmerend. Veel Vlaamse woningen hebben nood aan een grondige (energie)renovatie, maar de Vlaming geraakt moeilijk overtuigd om hierin te investeren. Zowel de energiepremies als de energieleningen zitten in een dalende lijn.’
In de eerste 3 jaren zijn in totaal 12 503 energieleningen goedgekeurd, voor een totaalbedrag van 94 597 741,17 euro. Gemiddeld gaat het om leningen van zowat 6500 euro. In 2015 ging het nog om 4585 leningen, in 2016 4238 en in 2017 werden slechts 3680 energieleningen toegestaan. Gingen de Vlamingen dan meer bij de banken lenen, die ook soms voordelige energieleningen aanbieden? Helaas niet. Want het aantal nieuwe bankkredieten voor de renovatie van een woning daalde vorig jaar ook al met liefst 20 procent, zo maakte Febelfin eerder al bekend. Bovendien worden in de komende maanden rentestijgingen verwacht en is het dus allerminst zeker dat de goedkope bankleningen voor energierenovatie nog lang aangeboden zullen worden.
Robrecht Bothuyne: ‘De cijfers zijn echter nog om een andere reden alarmerend. Daar waar in 2015 nog meer dan 80% van de energieleningen bestemd waren voor isolatieprojecten, is dat vorig jaar gedaald tot 51%. De energierenovatielening wordt steeds meer een zonne-lening. Bijna de helft van de toegestane energieleningen is bestemd voor de aankoop van zonnepanelen. Dat is goed. Maar de prioriteit was en is energierenovatie, met isolatie op kop. En net die aanvragen slabakken. Hier moet actie ondernomen worden.’
Dat er iets loos is, blijkt ook uit de grote regionale verschillen. Bothuyne: ‘Het aantal toegekende leningen is in de provincie Antwerpen zowat gehalveerd op 2 jaar tijd. Terwijl in dezelfde periode in Oost-Vlaanderen het aantal toegekende energieleningen met 1/3 steeg. Veel hangt dus af van de communicatie hieromtrent. Lokale besturen zijn daartoe belangrijke partners.
CD&V heeft 3 concrete voorstellen.
- Bouw de energielening niet af. Nu is voorzien dat enkel nog gezinnen met lage inkomens of uit de sociale doelgroep na dit jaar beroep kunnen doen op de energielening. Er is geen reden om deze energielening niet open te houden voor alle Vlaamse gezinnen. De nood aan renovatie is immers nog steeds groot.
- Verlaag de intrest naar 1% voor wie leent voor isolatieprojecten. Dit is de echte prioriteit. Zo kunnen we het energieverbruik van onze woningen echt laten dalen, goed voor het klimaat en de portemonnee van de Vlaamse gezinnen.
- Bouw de energiehuizen samen met de lokale besturen uit tot echte woon- en energieloketten. Elke Vlaming moet zo laagdrempelig advies kunnen krijgen over zijn of haar energierenovatieproject en hulp bij de aanvraag voor premies of energielening.
De voorwaarden voor de energielening zijn vorig jaar al aangepast. Men kan nu tot 15 000 euro lenen met een looptijd tot acht jaar, tegen een rente van 2%. Vroeger was dat maximaal 10.000 euro met een looptijd tot vijf jaar. Bedoeling van die verhoging was om het zo mogelijk te maken meteen meer dan één energierenovatie uit te voeren. Tegelijk besliste minister Tommelein echter ook om de Vlaamse energielening eind 2018 stop te zetten voor de modale Vlaming.
Enige en belangrijke uitzondering is er voor gezinnen met een belastbaar inkomen onder de 30.060 euro of voor wie het sociale energietarief aangerekend krijgt. Deze groep kan een renteloze Vlaamse energielening krijgen, en dat blijft ook zo na 2019. Zij betalen dus enkel het geleende bedrag terug, zonder intresten. Bovendien kunnen die gezinnen het geleende bedrag terugbetalen op tien jaar, wat het afbetalingsbedrag per maand doet dalen. Ook voor verenigingen en coöperatieven werd een energielening mogelijk gemaakt, aan 1%.