De nieuwe CAO Onderwijs bevat een breed en samenhangend pakket aan loopbaanmaatregelen, met een duidelijke klemtoon op startende leerkrachten. Dankzij lokale lerarenplatforms voor vervangingen en de mogelijkheid om korte vervangingen te bundelen, krijgen scholen ook meer armslag in hun personeelsbeleid en krijgen tijdelijke leraren meer werkzekerheid. De CAO werd ondertekend door alle onderwijspartners en de Vlaamse Regering. Alle partners hebben hiervoor de goedkeuring van hun achterban voor deze CAO gekregen.
Er zijn de volgende jaren veel leraren nodig door een toename van het aantal leerlingen en de uitstroom van oudere leraren. Bovendien trekt de arbeidsmarkt aan en is er een grote nood aan hooggeschoolde arbeidskrachten. Het aantal gemelde vacatures binnen onderwijs is sinds schooljaar 2013-2014 dan ook gestegen met 60%. Vanaf 2019 zal de jaarlijkse vraag naar nieuwe leraren stijgen van 5000 tot 7000 voltijdse leraren per jaar, waarvan zo’n 4000 in het secundair onderwijs.
Startende leerkrachten krijgen tijdens hun eerste jaren vaak kleinere opdrachten, verspreid over verschillende scholen. Zo krijgt 4 op de 10 starters in zijn eerste jaar een aanstelling die minder dan 1/3 van een totale opdracht bedraagt. Scholen van hun kant vinden steeds moeilijker kandidaten voor deze korte vervangingen.
In zo’n context is het meer dan ooit cruciaal om de job van leraar op te waarderen en voldoende sterke leraren aan te trekken en te behouden. Dat vraagt om gerichte maatregelen die de situatie van beginnende en tijdelijke leerkrachten versterken. Daarvoor is er een budget van 56 miljoen euro beschikbaar.
De nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst krijgt vandaag de steun van de achterban van alle onderwijspartners. Dankzij de ondertekening van deze CAO zorgen we voor een breed pakket aan maatregelen voor startende leraren en beleidsondersteuning en professionalisering voor de scholen. Door verplichte aanvangsbegeleiding, door lerarenplatforms voor vervangingen, door een kortere proefperiode en een betere evaluatieprocedure bieden we startende leraren meer werkzekerheid, uitzicht op een stabiele loopbaan en minder werkdruk. Samen met de hervorming van de lerarenopleiding willen we voldoende jongeren motiveren om voor de job van leraar te kiezen. ” - Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits
Betere aanvangsbegeleiding voor starters
Via een breed pakket aan maatregelen wordt de situatie van de beginnende en tijdelijke leraar aanzienlijk versterkt. Een doorgedreven aanvangsbegeleiding voor elke starter in de toekomst wordt een recht en een plicht. Door intensieve coaching kan hij of zij geleidelijk ingroeien in de job en zijn of haar competenties als leraar verder ontwikkelen en waar nodig bijsturen.
Meer werkzekerheid door lerarenplatforms
Daarnaast worden extra middelen vrijgemaakt voor scholen om lerarenplatforms op te starten voor vervangende leerkrachten. De leraar die via zo’n platform te werk gesteld wordt, moet voor minstens 85% ingezet worden op de klasvloer. Deze leraren kunnen afwezige leraren vervangen, maar kunnen bijvoorbeeld ook de plaats van meer ervaren leraren innemen die zelf voor een andere opdracht kiezen zoals co-teaching, begeleiding, vakgroepwerking, …
In het basisonderwijs worden op die manier tot 2500 leraren ingeschakeld, gemiddeld 6 à 7 per scholengemeenschap. In het secundair onderwijs waar de situatie complexer is door de veelheid aan bekwaamheidsbewijzen en specialisaties wordt in een eerste fase een proefproject opgestart met 350 leraren. Dit zal nauwgezet opgevolgd worden met het oog op een uitbreiding vanaf 2019-2020. Hiervoor wordt vanaf schooljaar 2018-2019 17,5 miljoen euro voorzien.
Indien scholen ondanks deze vervangingsplatforms toch geen vervangers vinden, krijgen ze de mogelijkheid om vervangingsopdrachten op te sparen en te bundelen. Op die manier kunnen ‘onaantrekkelijke’ korte vervangingen van enkele weken gebundeld worden tot een stabielere lesopdrachten verder in het schooljaar.
Middelen voor aanvangsbegeleiding, beleidsondersteuning en professionalisering
Er zijn ook budgetten beschikbaar om de scholen bijkomend willen ondersteunen. Op basis van de huidige ramingen zou dit het volgende betekenen:
Voor beleidsondersteuning, aanvangsbegeleiding en professionalisering in het basisonderwijs zou er vanaf 1 september 2019 16,5 miljoen euro ter beschikking komen dat kan oplopen tot 24 miljoen euro vanaf 2021. Dit komt overeen met gemiddeld 1,5 voltijdse per scholengemeenschap. In het secundair onderwijs gaat het om 12 miljoen euro of 2 voltijdse personeelsleden per scholengemeenschap voor aanvangsbegeleiding. Ook voor het deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs en de CLB zouden de maatregelen 2 miljoen euro kunnen opbrengen voor aanvangsbegeleiding.
Belang van evaluatie
Samen met de sociale partners starten we gesprekken om de evaluatieprocedure te herzien op basis van knelpunten en het auditrapport van het Rekenhof. Er gaat daarbij aandacht naar coaching, de vermindering van planlast en het behoud van de rechtszekerheid voor de personeelsleden. Deze gesprekken worden afgerond uiterlijk tegen 1 november 2018 met het oog op eventuele aanpassingen die kunnen ingaan vanaf 1 september 2019.
Koopkracht
De CAO houdt zoals afgesproken met de Vlaamse Regering ook een stijging van de koopkracht in. Die loopt op tot 1,1% vanaf 1 januari 2021. Zo houden de onderwijslonen gelijke tred met die in andere sectoren. Daarnaast komt er ook een extra loontrap vanaf 36 jaar anciënniteit. Zo komt er een einde aan het feitelijke loonplafond in onderwijs dat vandaag al na 25 jaar dienst bereikt wordt en worden personeelsleden ook op het einde van hun loopbaan financieel gewaardeerd. Voor de loonmaatregelen wordt in een budget van 91 miljoen euro voorzien.
Sneller uitzicht op een aanstelling
Leraren zullen vanaf 1 september 2019 ook sneller een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) kunnen krijgen, namelijk na 400 in plaats van na 600 dagen effectieve prestaties. Als er na deze periode nog twijfels zijn, kan de school deze periode verlengen met 200 dagen. Tijdens deze periode heeft het personeelslid recht op verlengde en gerichte aanvangsbegeleiding. Deze inkorting van de ‘proefperiode’ moet samen gaan met een kwaliteitsvolle begeleiding.
Tot slot wordt ook de procedure van de vaste benoeming vereenvoudigd. Er komt 1 ingangsdatum op 1 januari vanaf 2019. Bovendien zullen functies van personeelsleden die voor langere tijd in een verlofsysteem zitten (eindeloopbaan, ziekte, …) deels vacant verklaard worden, waardoor ongeveer 6.000 tijdelijke leerkrachten meer perspectief krijgen op een stabiele loopbaan.
Minister-president van de Vlaamse Regering Geert Bourgeois: “Met de ondertekening van deze breed gedragen CAO zetten we een belangrijke stap in de opwaardering van het lerarenberoep. De aanvangsbegeleiding waarbij we startende leerkrachten extra ondersteunen, is hierin een belangrijke schakel.”
Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie Bart Tommelein: “Met deze cao hebben we een eerste stap gezet om de loopbaan in het onderwijs meer aantrekkelijk te maken. We hebben oog voor startende leerkrachten, zij hebben vaak korte opdrachten zonder veel werkzekerheid. Via vervangingspools worden ze voor een volledig schooljaar aangesteld wat hen meer stabiliteit biedt. Als liberaal ben ik zeer tevreden dat er met deze cao voldoende aandacht aan starters wordt gegeven, zij vormen de toekomst van ons onderwijs.”