In de eerste graad van het secundair onderwijs heeft meer dan 96% van de leerkrachten lichamelijke opvoeding een “vereist” bekwaamheidsbewijs voor dat vak, in de derde graad heeft slechts 41% van de leerkrachten wiskunde zo’n vereist bevoegdheidsbewijs.
Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Jos De Meyer opvroeg bij minister Crevits van Onderwijs.
Een “vereist” bekwaamheidsbewijs verwijst in principe naar de meest passende vooropleiding om een bepaald vak te geven, een “voldoende geacht” bekwaamheidsbewijs geeft meestal gewoon het niveau (master of bachelor) aan dat hoort bij het “bewijs van pedagogische bekwaamheid “ of BPB. De klassering “voldoend geacht” is daardoor ook zeer ruim. Zo heeft een handelsingenieur met BPB (maar ook gelijk welke andere master met een BPB) een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor wiskunde derde graad. In noodgevallen kan een school ook tijdelijk iemand aanstellen met een “ander” diploma.
In het Vlaamse onderwijs heeft 65,5% van de leerkrachten een “vereist” bekwaamheidsbewijs voor hun vak, ongeveer 4,5% werkt met een “ander” getuigschrift.
Tussen de vakken, maar ook tussen de graden, zijn er grote verschillen. In de eerste graad van het secundair onderwijs is het aandeel van de “vereiste” diploma’s het grootst, in de derde graad – waar men mag verwachten dat de vakinhouden meer gespecialiseerd zijn- ligt het lager. In de tweede graad heeft 72,76% van de leraars wiskunde een “vereist” diploma, in de derde graad slechts 41,3%. Ook tussen de onderwijsnetten zijn er verschillen. In het vrij onderwijs is het aandeel “vereiste” bekwaamheidsbewijzen het hoogst met 69% - in het officieel gesubsidieerd onderwijs (stedelijk en provinciaal) ligt het met 55,6% het laagst. Opmerkelijk is ook dat in het Gemeenschapsonderwijs 7,8% van de leerkrachten aan de slag is met een “ander” diploma.
Dat scholen ook mensen kunnen aanstellen met een “voldoend geacht” diploma is zeker zinvol, vindt De Meyer, want in veel gevallen gaat het wel om een diploma dat aansluit bij het vak. Het probleem is dat de categorie “voldoend geacht” zo breed is.
Gelukkig gaan directies en schoolbesturen gewoonlijk zeer wijs om met de mogelijkheden die het systeem biedt, maar het blijft belangrijk om genoeg leerkrachten te hebben met een “vereist” bekwaamheidsbewijs.