Vlaams parlementslid Loes Vandromme vraagt dringend duidelijkheid voor het deeltijds kunstonderwijs (DKO) nu de nieuwe coronamaatregelen voor ‘buitenschoolse activiteiten’ van start gaan. Het parlementslid vraagt de onderwijsminister om dringend met de sector aan tafel te gaan zitten, want momenteel heerst er zowel bij de leerlingen als bij de onderwijsverstrekkers grote onduidelijkheid over de consequenties van de nieuwe maatregelen.
Loes Vandromme, Vlaams parlementslid en tevens voorzitter van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG), vraagt dringend duidelijkheid voor het DKO, waartoe de Academies voor Podiumkunsten en de Academies voor Beeldende Kunsten behoren. Het parlementslid vraagt de minister spoedig in overleg te gaan met de sector. Momenteel heeft er nog geen overleg plaatsgevonden waardoor er veel vragen onbeantwoord blijven, terwijl de maatregelen deze week ingaan.
Veel vragen waar vandaag nog geen antwoord op
“Binnen het DKO worden leerlingen geëvalueerd op basis van de lessen die ze volgen én werken ze toe naar een diploma. Wanneer leerlingen uit het DKO nog maar één hobby mogen kiezen en ze kunnen om die reden geen lessen meer volgen, kunnen zij niet geëvalueerd worden. Welke gevolgen zal dit hebben op hun evaluatie en op het behalen van een diploma? Kunnen zij nog afstuderen dit jaar in het DKO? Veel vragen waar vandaag nog geen antwoord op is,” zegt Loes Vandromme. Daarnaast zijn leerlingen pas financierbaar als ze effectief ook aanwezig zijn in de les. Het is dus van cruciaal belang dat inrichters van DKO weten of leerlingen uitzonderlijk gewettigd afwezig kunnen zijn. Loes Vandromme pleit voor een dringend overleg als basis voor een decretale oplossing.
Niet in de vergeethoek
Volgens Loes Vandromme moet duidelijk gemaakt worden welke lessen wel nog mogelijk zijn binnen het DKO. Zo is er onduidelijkheid of instrumentlessen, wat geen groepslessen betreft maar lessen die één op één gegeven worden, mogen blijven doorgaan. Bij lessen die wel als groepsles doorgaan, moet er maximaal ingezet worden op digitaal onderwijs.
Vandromme klaagt ten slotte aan dat het DKO niet meegenomen werd in de eerdere communicatie rond onderwijs en buitenschoolse activiteiten voor kinderen en jongeren. Het parlementslid vraagt om het DKO de nodige aandacht te geven bij het uittekenen van beslissingen. “In de resolutie met aanbevelingen uit de coronacommissie die eind december door het voltallige parlement werd goedgekeurd stond duidelijk dat de overheid voldoende aandacht moest schenken aan de verschillende onderwijsniveaus en daar werd onder andere specifiek verwezen naar het deeltijds kunstonderwijs. Het DKO is immers een wezenlijk onderdeel van het onderwijsbeleid. Het is en blijft een belangrijk onderdeel van de educatieve ontwikkeling voor heel veel leerlingen in Vlaanderen. Het gebrek aan duidelijkheid en overleg doet afbreuk aan het belang van DKO voor onze samenleving,” sluit ze af.