"Nederlandse leerlingen moeten op dezelfde manier getest en opgevolgd worden bij een mogelijke coronabesmetting als de Vlaamse leerlingen," zo klinkt de oproep van Jo Brouns, Vlaams parlementslid, die voor CD&V zetelt in de commissie Onderwijs, en burgemeester is van de Limburgse grensgemeente Kinrooi. Tot op heden werken beide landen met een ander testsysteem. "Op deze manier houden we blinde vlekken in stand waardoor we niet tijdig kunnen reageren op besmettingen in scholen," zegt het parlementslid. Als oplossing pleit hij voor de uitbreiding van LARS (Leerling en Activiteiten Registratie Systeem) met leerlingen die in Vlaanderen school lopen maar in het buitenland wonen – zoals de vele Nederlandse leerlingen in de Limburgse grensregio.
Vandaag worden in alle Vlaamse scholen alle leerlingen getest die een hoogrisicocontact hebben gehad met een leerling die besmet blijkt te zijn. Op die manier kunnen besmettingen op scholen snel in kaart worden gebracht en verspreiding van het virus kan zo efficiënt ingeperkt worden. "Het is een veeleisende strategie, maar ik geloof dat deze inspanning dubbel en dik loont als het betekent dat we onze scholen veilig kunnen openhouden," vertelt Brouns. In Nederland worden echter niet alle hoogrisicocontacten getest. Pas als een leerling symptomen vertoont, wordt er verwacht om een PCR-test af te nemen. "Dat is een groot verschil met Vlaanderen. Zeker in de scholen aan de grens, waar er veel Nederlandse leerlingen zitten, zien we dat dit ertoe leidt dat veel scholen meer moeite hebben met het opsporen en het indijken van het coronavirus."
Virus stopt niet aan de grens
Rekening houdend met de actuele hoge besmettingscijfers in Nederland en de herstart van de scholen is het voor Jo Brouns dringend tijd voor een nieuwe regeling. "We moeten de Nederlandse leerlingen in het Vlaamse onderwijs onder dezelfde voorwaarden kunnen testen als de Vlaamse. Dat wil zeggen dat we maximaal moeten kunnen garanderen dat bij leerlingen uit Nederland die een hoogrisicocontact hebben gehad, ook een PCR-test wordt afgenomen, ook bij de asymptomatische leerlingen. Dit virus stopt niet aan de grens. Een belangrijke voorwaarde hiervoor, die vandaag nog niet is ingevuld, is de registratie van de leerlingen uit Nederland in het Vlaamse leerlingenopvolgsysteem LARS (Leerling en Activiteiten Registratie Systeem) van de CLB’s. Door hierin ook de Nederlandse leerlingen te registreren is een betere opvolging gegarandeerd," stelt Brouns.
"De registratie van leerlingen, die in het buitenland wonen en in Vlaanderen school lopen, in LARS is niet alleen bij Corona een hulp maar ook bij de algemene opvolging door de CLB’s bijv. bij vaccinaties zoals het coronavaccin," zegt het parlementslid. Een bijkomend voordeel van de registratie van Nederlandse leerlingen in LARS, dat gekoppeld wordt aan de Zorgatlas, is dat de Vlaamse lokale besturen – die als enige zicht hebben op de personen in verplichte quarantaine en de taak krijgen deze op te volgen – in overleg met de Nederlandse buurgemeente de quarantaineplicht kunnen opvolgen.
"We hebben een performant testsysteem in de scholen en we zorgen ervoor dat besmettingen zo snel mogelijk in kaart gebracht en ingedijkt worden," sluit Brouns af. "Wie besluit om in Vlaanderen naar school te gaan, moet dat absoluut kunnen blijven doen. Maar het moet dan ook mogelijk zijn dat zij onder dezelfde voorwaarden getest en opgevolgd worden. Dit virus maakt geen onderscheid tussen Vlaamse en Nederlandse leerlingen. " Jo Brouns doet ook nog een oproep aan de Vlaamse Regering om de Nederlandse regering aan te manen hun kinderen die in Vlaanderen school lopen op te roepen zich in te schrijven in de Vlaamse teststrategie.