Terwijl het aantal verkeersslachtoffers in absolute cijfers afneemt, groeit het aandeel fietsers in onze ongevallenstatistieken. Uit onderzoek weten we dat fietsongevallen sowieso al ondergeregistreerd zijn. De problematiek wordt dus nog danig onderschat. Net dan kondigt de minister van mobiliteit aan dat hij voor het prioritair aanpakken van zwarte punten afstapt van het principe om fietsongevallen zwaarder te laten meetellen, zogezegd omdat voor hem alle slachtoffers gelijk zijn. CD&V aanvaardt die U-bocht niet.
We proberen het voorruitprincipe al jaren in te ruilen voor het STOP-principe dat voorrang geeft aan stappers en trappers bij het uitrollen van het mobiliteitsbeleid. Dat is al niet evident, en nu dit? Op deze manier maakt de minister er een processie van Echternach van.”
CD&V vraagt een hertekening van de zwarte puntenlijst. Fietsveiligheid moet bij het prioriteren van wegenwerken zwaarder blijven doorwegen.
Het aantal verkeersslachtoffers blijft zorgen baren. Terwijl het totaal aantal doden en zwaargewonden in het verkeer in Vlaanderen terugliep met 33% in de periode 2009-2016 steeg het aantal dodelijk en zwaargewonde fietsers met 3%. Het aandeel fietsers in het totaal aantal dodelijke en zwaargewonde slachtoffers steeg zo van 18,4% naar 28,7%.
Deze cijfers tonen aan dat er een stevig tandje moet bijgestoken worden op het vlak van fietsveiligheid.
Als we de ‘schande van de 400’ op Vlaams niveau echt willen wegwerken en komen tot 200 verkeersdoden in 2020 en nul tegen 2050, zijn vooral daar bijkomende maatregelen nodig. De verwachte toename van het aantal fietsverplaatsingen betekent bovendien dat het realiseren van deze ambitieuze doelstellingen inzake sterkere verkeersveiligheid voor de fietser een nog grotere uitdaging wordt”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Lode Ceyssens.
Dat er een probleem van fietsveiligheid is, lijdt dus geen twijfel. De recente commotie in Antwerpen en Gent naar aanleiding van dodelijke ongevallen met kwetsbare weggebruikers op kruispunten, doet de roep om kruispunten écht conflictvrij te maken steeds luider klinken. Wie het oprecht goed meent met fietsers, kan die niet negeren.
Fietsongevallen worden bovendien ondergeregistreerd. Verkeersongevallen worden alleen maar in de statistieken opgenomen wanneer de politie ter plaatse komt. Volgens verschillende schattingen gebeurt dit in hooguit de helft van de gevallen bij ongevallen met zwaargewonde fietsers, en bij alle fietsongevallen samengenomen zelfs maar in een kwart van de gevallen. Ongevallen waarbij maar één fietser betrokken was (bijvoorbeeld een val) worden waarschijnlijk hooguit één op de tien keer geregistreerd (bron: BIVV).
Die onderregistratie was meteen ook de reden om fietsers en voetgangers extra mee te tellen in de berekening van de ‘puntenscore’ om gevaarlijke punten te detecteren. Op die manier werd de onderregistratie minstens deels gecompenseerd.
Dat de minister van mobiliteit die logica nu verlaat, is onbegrijpelijk. Wanneer hij stelt dat alle slachtoffers voor hem gelijk zijn, dan klinkt dat misschien mooi, maar de redenering klopt niet. Hij slaat de bal compleet mis. Alle slachtoffers gelijk zou betekenen dat het risico op een ongeval voor elke weggebruiker gelijk is, en dat de ongevallenregistratie sluitend is. Dat is overduidelijk niet het geval. Net daarom moeten fietsers en voetgangers blijvend extra meegeteld worden om gelijk behandeld te worden”, stelt Martine Fournier.
Fournier en Ceyssens besluiten: “De dynamische zwarte puntenlijst is een goede zaak. Maar volgens de VSV komen iets meer dan de helft van de geregistreerde fietsongevallen voor op kruispunten. Als we weten dat kruispunten in tijd en afstand slechts een fractie van de totale tijd en afstand per fiets vormen, dan weten we dat kruispunten echt wel gevaarlijk zijn voor fietsers. Daarom wil CD&V een herberekening zodat we een lijst krijgen waarbij het risico voor fietsers au sérieux wordt genomen en volwaardig meegeteld.”