De heropstart van de scholen maakt het thema van luchtkwaliteit in klaslokalen opnieuw actueel, de coronacrisis stelt het belang hiervan op scherp. De voorbije jaren werden al een aantal initiatieven genomen rond betere luchtkwaliteit in klassen, vandaag is de noodzaak groter dan ooit. Vlaams volksvertegenwoordigers voor CD&V Katrien Schryvers, Loes Vandromme en Jo Brouns stellen drie concrete acties voor die versneld genomen kunnen worden met oog op een betere luchtkwaliteit in de klassen.
Het belang van gezonde lucht in de klas en het effect ervan op de prestaties is al langer gekend. Vanuit de beleidsdomeinen Leefmilieu, Welzijn en Onderwijs werden daarrond de voorbije jaren dan ook al verschillende projecten opgezet. Zo bieden de subsidieprocedures voor de bouw van schoolgebouwen verschillende mogelijkheden om in te spelen op deze problematiek. Er zijn bijvoorbeeld subsidies mogelijk voor aanzuigfilters en ventilatie, milieuvriendelijke verwarmingsinstallaties zoals warmtepompen, en er bestaan opleidingen om beter met verwarmings-, aanzuig- en filterinstallaties om te gaan. In het licht van de coronacrisis komt de thematiek volop op de voorgrond. De kans op besmetting wordt volgens experts immers kleiner naarmate de ruimte beter geventileerd wordt, aldus verschillende experten. “Het is meer dan ooit van belang om versneld in te zetten op een betere luchtkwaliteit in onze Vlaamse klaslokalen” zeggen Vlaams volksvertegenwoordigers Katrien Schryvers, Loes Vandromme en Jo Brouns. Zij willen hierop inzetten aan de hand van drie pijlers.
Drie pijlers
Via sensibilisering wil Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers leerlingen, leerkrachten en directies overtuigen om gericht te werken aan een gezond binnenmilieu op school. “Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde de voorbije periode twee nieuwe, educatieve pakketten om te sensibiliseren én om incentives mee te geven hoe je werkt aan een gezond binnenmilieu op school. Zo is er voor de lagere school een coöperatief spel ontwikkeld onder de noemer ‘De Binnenluchtbrigade’, waarbij leerlingen worden uitgedaagd om de lucht in de school en de klassen gezonder te maken. Voor het secundair onderwijs is er een doe-pakket uitgewerkt, waarmee leerlingen zicht krijgen op en oplossingen kunnen zoeken voor de binnenluchtproblematiek aan de hand van literatuuronderzoek en het uitvoeren en analyseren van metingen. De lancering van beide pakketten werd, omwille van de coronacrisis, jammer genoeg uitgesteld,” vernam Katrien Schryvers via een parlementaire vraag. “Gezien het ventileren van de klaslokalen nu naar voor wordt geschoven als remmer van het coronavirus moet die lancering er zo snel mogelijk komen.”
Naast sensibilisering is ook een goede ventilatie en verluchting van cruciaal belang. “Er moet dringend en versneld meer geïnvesteerd worden in goede ventilatiesystemen en verluchtingssystemen in klaslokalen. Er leven heel wat vragen bij scholen en directies die dringend vragen om expertisedeling. Het advies om les te geven met de ramen open lukt misschien in september, maar met oog op de wintermaanden moet er een langetermijnoplossing komen. Daar moeten we vandaag al mee bezig zijn, we mogen niet wachten tot het te laat is”, stelt Loes Vandromme
Om die ventilatie en verluchting goed op te volgen, pleit Jo Brouns ten slotte voor een permanente monitoring en CO2-meters in klaslokalen. “CO2-metingen in klaslokalen zijn van groot belang: Wanneer de CO2 drempel wordt overschreden neemt de kans toe op de verspreiding van virussen”, zegt het parlementslid.
Contradictie
In opdracht van het departement Omgeving wordt ook een digitale tool uitgewerkt voor scholen, zo blijkt uit een parlementaire vraag van Katrien Schryvers. Met die tool kunnen scholen hun huidige situatie en werking omtrent gezond binnenmilieu (ventileren en verluchten) in kaart brengen, opvolgen en monitoren en adviezen op maat genereren. “Maar het is momenteel niet duidelijk wanneer hiermee van start wordt gegaan. Het is belangrijk om hier zo snel mogelijk werk van te maken. Het is bovendien contradictorisch dat de coronaproblematiek er enerzijds voor heeft gezorgd dat de start van een permanent monitoringssysteem werd uitgesteld en anderzijds de vraag naar metingen op de spits drijft”, besluiten de parlementsleden.