19 juni werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot de internationale dag voor de uitbanning van seksueel geweld tijdens conflicten. Dat we hier in de Senaat enkele dagen later een bespreking houden over het voorstel van resolutie betreffende seksueel geweld tegen vrouwen bij gewapende conflicten en onlusten moet meer zijn dan een symbolische daad.
Dat vrouwen en meisjes in andere mate getroffen worden door gewapende conflicten werd de afgelopen maanden helaas weer duidelijk. Wereldwijd worden vrouwen verkracht, gefolterd en ontvoerd tijdens, maar ook na conflicten. In zowat alle oorlogen wordt seksueel geweld op grote schaal ingezet als wapen. Het is een specifieke strategie om tegenstanders te vernederen, om bevolkingen te onderdrukken en om terreur te zaaien.
Vandaag wordt de omvang van dit fenomeen nog te vaak onderschat.
Tijdens de commissies hebben we gepleit voor het opstellen van een nieuw internationaal verdrag. Momenteel wordt er al veel geregeld in diverse verdragen, maar deze diversiteit aan regels kan voor moeilijkheden zorgen. De regelgeving voor de bescherming van vrouwen en meisjes tegen seksueel geweld is te versnipperd. Net daarom is één allesomvattend verdrag waarbij ook bescherming geboden kan worden bij interne conflicten en na het beëindigen van de conflicten essentieel.