Afgelopen nacht hebben de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk een militaire aanval uitgevoerd in Syrië als reactie op de chemische gasaanval in Douma, Oost-Ghouta vorige week. “Het gebruik van chemische wapens is ontoelaatbaar en is een schending van het internationaal recht. We hebben dan ook begrip voor de militaire actie van onze partners. Maar op lange termijn zullen bommen niet leiden tot een duurzame oplossing voor het land en de regio”, aldus CD&V-Kamerlid Vincent Van Peteghem, die in de commissie buitenlandse zaken zetelt.
De Syrische revolutie, waar men op zoek ging naar vrijheid en een einde aan de onderdrukking, is ontaard in een gruwelijke oorlog waar verschillende internationale en regionale machtsspelers zich in mengen in de hoop hun eigen macht en positie op het wereldtoneel veilig te stellen.
“Het komt er nu vooreerst op aan om een verdere escalatie van het conflict te vermijden. Open communicatielijnen met alle spelers is daarbij van uiterst groot belang. Ook met Rusland. Als we willen werken aan een duurzame oplossing voor de Syrische bevolking dan zal dit moeten gebeuren binnen een politieke dialoog, waar elke partij mee aan de tafel zit”, verklaart Van Peteghem. Hij gaat verder: “Het conflict toont eens te meer aan dat Europa dringend een langetermijnstrategie voor Syrië nodig heeft. De Europese Unie heeft ondertussen 9 miljard euro besteed aan de crisis in Syrië maar speelt hier verder geen rol van betekenis. Wat vandaag in Syrië gebeurt, zal morgen zonder twijfel effect hebben op onze samenleving en veiligheid.”
“Iedereen is het erover eens dat de chemische aanval van afgelopen week voor de zoveelste keer een rode lijn overschrijdt,” aldus Van Peteghem. “Dit is niet de eerste en enige keer dat er van een chemische aanval of andere schendingen van internationaal recht sprake is. Ik heb minister Reynders daar ook al meermaals over ondervraagd. Als uit onderzoek van de OPCW zou blijken dat president Assad verantwoordelijk is voor deze chemische aanval, moet de internationale gemeenschap hem persoonlijk verantwoordelijk stellen en moet de zaak aanhangig gemaakt worden bij het Internationaal Strafhof in Den Haag”, besluit het parlementslid.