CD&V pleit ervoor om ook in de overheidssector en meer in het bijzonder voor de overheidsbedrijven een duidelijk juridisch kader vast te stellen voor de informatie- en raadplegingsprocedures voor werknemers bij herstructureringen. Dat zeggen CD&V Kamerleden Veli Yüksel en Stefaan Vercamer tijdens een hoorzitting over de transformatie van Proximus in de commissie infrastructuur in De Kamer. De Kamerleden pleiten voor snelle informatie, raadplegingen en procedures waarbij de werknemers en de werkgevers zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen waar ze aan toe zijn. “Overheidsbedrijven hebben immers een voorbeeldfunctie te vervullen inzake sociaal overleg.”, aldus Yüksel en Vercamer.
Stefaan Vercamer: “We stellen vast dat herstructureringen niet alleen in de privé-sector meer gebeuren (waar informatie – en raadplegingsprocedures geregeld zijn via de wet Renault), maar ook bij overheidsbedrijven zoals Proximus en Bpost.” Op die manier vermijden we dat werknemers bij overheidsbedrijven de herstructureringen via de media moeten vernemen en het sociaal overleg daarover ordentelijk geregeld wordt, zo vinden Yüksel en Vercamer.
Kamerlid Yüksel deed in de commissie tevens een oproep aan Proximus om de jobs van de toekomst ook effectief in ons land te houden. “Proximus moet stoppen met het exporteren van jobs naar het buitenland. De eigen werknemers moeten de kans krijgen om zich om te scholen tot de digitale krachten van de toekomst. Daarvoor moet het bedrijf meer investeren in opleiding voor zijn eigen personeel. Het bedrijf heeft die nodig. Het personeel is vragende partij. De finaliteit van de digitale agenda van de federale overheid kan er toch niet in bestaan om jobs te exporteren? Ze moet juist leiden tot het creëren van nieuwe jobs van de toekomst hier.”, klonk het.
“CD&V wil een modern governance-kader voor overheidsbedrijven,” gaat Yüksel verder. “Laat het duidelijk zijn: de politiek moet zich uiteraard niet moeien met operationele beslissingen. Daar hebben we een CEO voor. Maar dat wil niet zeggen dat de grootste aandeelhouder geen actieve rol kan opnemen en de strategische lijnen mee mag uitzetten.” Yüksel haalt het voorbeeld aan van het Noorse staatsfonds, dat een actieve maatschappelijke rol opneemt: “De overheid moet hier haar verantwoordelijkheid opnemen als actieve aandeelhouder.”