Uit cijfers van een prevalentiestudie door GAMS en het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen blijkt dat 11.000 Vlaamse meisjes en vrouwen te maken krijgen met genitale verminking. Dit is een toename met 38,8% ten opzichte van 2012, en bijna het dubbel aantal meisjes vergeleken met Wallonië. Waar nog steeds het beeld bestaat dat dit alleen in schimmige achterkamertjes plaatsvindt blijkt dat in privé-klinieken door plastische chirurgen, maar ook door huisartsen en in medische centra correcties aan de clitoris en schaamlippen uitgevoerd worden. CD&V-kamerlid Els Van Hoof klaagt de praktijk van genitale verminking al jaren aan en stelt oplossingen voor:
Het is voor mij onaanvaardbaar dat vrouwen en meisjes in erkende artsenpraktijken genitale verminking zouden ondergaan. Ik wil de huidige regelgeving omtrent het spreekrecht van medici en zorgverstrekkers dan ook uitbreiden, zodat er sneller gereageerd kan worden op dergelijke gevallen. Verder moeten gevallen van genitale verminking verplicht volgens mijn voorstel verplicht geregistreerd worden.”
Haar wetsvoorstel kreeg een positief advies in de commissie Justitie en worden geagendeerd in de commissie Volksgezondheid. “We kunnen en zullen afschuwelijke praktijken als genitale verminking nooit tolereren. Ik reken op steun van de coalitiepartners.”
Opmerkelijke stijging genitale verminking met 38,8% in Vlaanderen
Uit het rapport dat IGVM publiceerde in 2018 blijkt dat in Vlaanderen zich dubbel zoveel vrouwen bevinden die te maken krijgen met genitale verminking dan in Wallonië. Het gaat ook om een opmerkelijke toename: waar in 2012 nog 6.761 Vlaamse meisjes te maken kregen met genitale verminking, gaat het in 2016 al 11.049, ofwel een stijging van 38,8%. In Wallonië gaat het om slechts 5.552 meisjes, al is dit ook een stevige toename ten opzichte van 2012, toen het nog om 3.303 meisjes ging (+40%). In Brussel ligt de stijging veel lager (+27%): in 2012 kregen 5.831 meisjes te maken met genitale verminking, in 2016 zijn het 8.075 vrouwen en meisjes.
De meeste Vlaamse meisjes die te maken krijgen met genitale verminking bevinden zich in Antwerpen, met 4.925 vrouwen. Daarna volgt Oost-Vlaanderen, met 2.119 meisjes en Vlaams-Brabant met 1.916. In West-Vlaanderen (1.636) en Limburg (850) krijgen de minste vrouwen en meisjes te maken met genitale verminking.
Ook verminking door erkende artsen
Tot zover de cijfers. Hoe speelt de praktijk van genitale verminking zich nu in werkelijkheid af? Het beeld bestaat dat genitale verminking iets is dat door obscure figuren in grijze straatjes gebeurt, maar recent gaan er meerdere geruchten dat genitale verminking een courante praktijk is bij erkende artsen en medische centra. Dit wordt gerapporteerd door journalist Marc Van Impe in online medisch nieuwsplatform MediQuality.
Er zijn 2 mogelijkheden om in België genitale verminking te laten toepassen door erkende artsen. In het eerste geval kan een meisje naar een privé-kliniek gebracht worden om bij een esthetisch chirurg een zogenaamde ‘vaginacorrectie’ uit te voeren. Bij de operatie wordt de ‘overtollige huid’ van de labia minora en de clitoris verwijderd. De kostprijs kan oplopen tot zo’n 2100 euro, exclusief 21% BTW, dit is dus enkel beschikbaar voor welgestelde families. Alles gebeurt in de beste medische omstandigheden en wordt door de artsen omschreven als ‘een banale ingreep zonder sprake van enig blijvend genitaal letsel’.
Een tweede optie zijn de medische Sunna-besnijdenissen bij Belgische huisartsen en medische huizen in Brussel, Mechelen, Luik en Charleroi. Daarbij wordt de clitorishoed weggesneden. Dit bevindt zich in een schemerzone omdat het geen clitoridectomie is, en dus volgens sommige artsen niet in strijd met de wet. De artsen beweren dan ook nooit een inibulatie, een excisie waarbij hele delen van de clitoris of de kleine schaamlippen worden weggesneden, te hebben uitgevoerd. In sommige gevallen zou, volgens het stuk van Van Impe, de ingreep zijn terugbetaald door het gebruik van nomenclatuurnummers.
Voorlopig werden nog geen precieze klachten over deze praktijken ingediend bij de Orde der Artsen, daardoor kunnen ze ook niet concreet ingrijpen volgens professor Michel Deneyer, ondervoorzitter van de Orde der Artsen.
Wetgevend initiatief
Dit kan volgens Van Hoof niet door de beugel en is strafbaar. Ze heeft een wetsvoorstellen klaar om een betere bestrijding van VGV mogelijk te maken. “Ten eerste wil ik de huidige regelgeving rond het bestaande spreekrecht in het geval van VGV uitbreiden”, zegt Van Hoof. Momenteel is het doorbreken van het beroepsgeheim alleen van toepassing bij de vaststelling van VGV bij minderjarigen of bij vrouwen die zich in een kwetsbare positie bevinden. “Die beperking willen we uit de wet halen. Zorgverleners en medici zullen in de toekomst altijd een spreekrecht hebben, ongeacht de leeftijd of positie waarin het slachtoffer zich bevindt”, licht de CD&V-politica toe
Het tweede voorstel betreft het verplicht registreren van de vaststelling VGV in het medisch dossier van een slachtoffer of patiënt. “Momenteel gebeurt er in meeste ziekenhuizen van dit land geen accurate en consequente registratie van VGV. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is het momenteel niet mogelijk accuraat statistisch onderzoek te doen naar VGV. Daarnaast bemoeilijkt dit ook het preventief optreden tegen VGV. Verplichte registratie kan ons hierbij helpen”, verklaart Van Hoof. Nederland en Frankrijk kennen al een registratiesysteem voor VGV. In België gebeurt dit vooralsnog alleen op een consequente manier in de twee bestaande referentiecentra te Sint-Pieter en Gent. “Het is onze bedoeling nu een nieuwe stap voorwaarts te zetten om potentiele slachtoffers beter te kunnen beschermen. We moeten duidelijk maken dat we dit soort barbaarse praktijken niet en nooit zullen tolereren”, besluit Van Hoof.