Jonge papa’s die ouderschapsverlof willen aanvragen, komen nog al te vaak in de problemen, kaart het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen vandaag in de media aan. Dit geldt evenzeer voor het opnemen van het vaderschapsverlof, zegt CD&V Kamerlid Els Van Hoof. “Er is nog een substantieel deel van de vaders of meeouders die dit recht niet gebruiken uit schrik voor mogelijke negatieve reacties op het werk of door de werkgever. Vaak wordt dan verwezen naar de angst om hun job of promotiekansen te verliezen.”, aldus Van Hoof. “Om ervoor te zorgen dat vaders en meeouders de zorgtaken in het gezin gelijkwaardig te verdelen, moet het geboorteverlof (in analogie met de moederschapsrust) verplicht worden. Op die manier zal ook de druk op de werknemers verdwijnen om hun verlof niet op te nemen.”, voegt Van Hoof toe, die er sinds 2015 een wetsvoorstel in de Kamer over indiende.
Dankzij het vaderschapsverlof (geboorteverlof) verlof kunnen vaders in totaal tien dagen verlof nemen na de geboorte van hun kind. Hierbij worden de eerste drie dagen betaald door de werkgever en de volgende zeven dagen door het ziekenfonds. “Het feit dat wie gebruik maakt van het geboorteverlof dankzij een wetsvoorstel van CD&V- Kamerlid Nahima Lanjri 2011 beschermd is tegen ontslag is een goede zaak. Toch maakt niet elke vader of meeouder gebruik van zijn of haar recht op geboorteverlof.”, zegt Van Hoof.
Vaderschap erkennen als grond van discriminatie
Het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen pleitte vandaag in de media om van “ouderschap” een criterium te maken voor discriminatie. “Op de steun van CD&V kan men alvast rekenen.”, stelt Van Hoof die verwijst naar haar wetsvoorstel om vaderschap te erkennen als grond van discriminatie in de Genderwet, of de wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen uit 2007.
Van Hoof: “Op dit moment is moederschap al erkend als grond van discriminatie, waardoor ze ook klacht kunnen indienen als ze gediscrimineerd worden omwille van hun moederschap. Voor vaderschap is dat echter niet het geval. In de 21ste eeuw kan het volgens mij niet dat vrouwen nog altijd meer geassocieerd worden met zorgtaken die met ouderschap te maken hebben dan mannen. Het is dan ook onaanvaardbaar dat vaders niet zouden worden aangenomen of geen promotie zouden maken omwille van hun vaderschap. Ook mannen mogen absoluut niet seksistisch behandeld worden op basis van hun rol als vader.”