Vanaf de volgende legislatuur zullen alle overheidsbestuurders en kabinetsmedewerkers een elektronische mandatenaangifte moeten indienen bij het Rekenhof. Dat heeft de Kamercommissie Grondwet zonet beslist. Het gaat om het eerst gestemde wetsvoorstel nadat de werkgroep politieke vernieuwingen haar werkzaamheden vorig jaar heeft beëindigd.
Initiatiefnemer Vincent Van Peteghem (CD&V): “In het kader van een eerlijke politiek heeft elke burger het recht om te weten welke mandaten door wie worden uitgevoerd en de desbetreffende vergoeding die men hier eventueel voor ontvangt. De burger verdient meer transparantie over de vergoedingen van publieke en private mandaten. Het Rekenhof zal de mandatenlijsten ook op haar website publiceren en kan administratieve sancties treffen bij niet-naleving van het indienen van de mandatenaangifte.” Van Peteghem had zijn wetsvoorstel overigens al klaar voor de hele Samusocialaffaire of de Telenetzaak.
De mandatenaangifte was al verplicht voor parlementsleden, regeringsleden, schepenen, hoge ambtenaren en bestuurs- en directieleden van intercommunales, maar nog niet voor bestuurders van alle bedrijven en vzw’s waar de overheid het voor het zeggen heeft, inclusief (klein)dochterbedrijven en intercommunales. Ook dat zal veranderen, legt Van Peteghem uit: “De mandatenaangifte wordt uitgebreid naar alle mandaten met een publiek karakter. Dat betekent dat leden van raden van bestuur, directies en adviesraden van rechtspersonen waar de overheid een overheersende invloed uitoefent een mandatenlijst zullen moeten indienen. Een gekend voorbeeld is De Lijn.”
“Het vertrouwen in de politiek versterk je door voldoende transparantie te creëren. Burgers hebben zo voldoende informatie en kunnen de bestuurders in de verscheidene instellingen ter verantwoording roepen. De mandatenlijst is een evident onderdeel van een eerlijkere politiek met het oog op goed bestuur”, aldus het Oost-Vlaams parlementslid.
“De overheid participeert in diverse bedrijven en organisaties. Deze hebben een voorbeeldfunctie en nood aan een modern governance kader waar de overheid zich terughoudend opstelt als het gaat over operationele kwesties en personeelszaken. Dit betekent meer verantwoordelijkheid voor de betrokken bestuursleden, het vermijden van belangenvermenging en een verloning conform reële arbeidsprestaties”, besluit Van Peteghem.