De strafuitvoeringsrechtbank moet de mogelijkheid krijgen om personen veroordeeld voor zeden- of geweldsdelicten of andere misdrijven waarbij een te behandelen problematiek aan de oorsprong kan liggen, zoals drugs- en/of alcoholverslaving, en personen die radicaliseren in de gevangenis, op te volgen en te behandelen. Dat staat te lezen in een wetsvoorstel dat CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten zal neerleggen in de Kamer. Voor CD&V moet de strafuitvoeringsrechtbank dergelijke verplichte begeleiding kunnen opleggen, nadat vastgesteld werd dat de persoon in kwestie nog steeds een risico vormt voor de samenleving, ondanks het ondergaan van een gevangenisstraf.
De verdere opvolging van radicale gedetineerden na hun vrijlating was overigens een aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie die na de aanslagen in Brussel werd opgericht en waar Verherstraeten lid van was.
“We zien dat het soms gemakkelijker is voor veroordeelden om hun straf volledig uit te zitten, dan is er geen enkele opvolging meer zoals bijvoorbeeld het volgen van therapie. Dat is misschien gemakkelijk, maar wel alarmerend als deze mensen ooit terugkeren naar de maatschappij.”, zegt Servais Verherstraeten (CD&V). Hetzelfde geldt voor personen die nooit in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling, omdat zij niet aan de daarvoor vooropgestelde voorwaarden voldoen. Dat personen zoals seksuele delinquenten die kiezen voor strafeinde, of delinquenten die radicaliseren in de gevangenis zelf op die manier zonder enige controle vrijkomen in de samenleving, is onaanvaardbaar voor Verherstraeten.
Voor CD&V moet de strafuitvoeringsrechtbank de verplichte begeleiding kunnen opleggen, nadat vastgesteld werd dat de persoon in kwestie nog steeds een risico vormt voor de samenleving, ondanks het ondergaan van een gevangenisstraf. “Dit is nu nog niet het geval. Zonder aanpak van de problematiek die vaak aan de grondslag van hun delictueel gedrag ligt, hebben deze mensen het nochtans vaak moeilijker om zich opnieuw in de samenleving te integreren en neemt de kans op recidive opnieuw toe.”, aldus nog de CD&V-fractieleider.
In geval van een verplichte behandeling, zou de veroordeelde bij schending van de voorwaarden gedurende de periode verder in de gevangenis kunnen worden gehouden. “De strafuitvoeringsrechtbank zou dergelijke maatregel ook moeten kunnen hernieuwen voor zover de persoon een risico blijft vormen, op vordering van het openbaar ministerie en de gevangenisdirecteur.”, besluit Verherstraeten.