Democratie
Christendemocraten zijn democraten. De democratie moet gepaard gaan met het verzekeren van de rechtstaat en het waarborgen van de grondrechten. Anders dreigt de democratie te ontaarden tot een dictatuur van de meerderheid of een tirannie van minderheden. De democratie zorgt niet alleen voor vrede, veiligheid, welvaart en welzijn maar geeft tevens gestalte aan de soevereiniteit van een natie of het zelfbestuur van een samenleving.
Voor christendemocraten betekent de democratie dan ook het regelmatig houden van vrije en geheime verkiezingen, waarbij:
- stemgerechtigde burgers volksvertegenwoordigers aanduiden die vanuit het algemeen belang de wetgevende macht uitoefenen;
- een door de volksvertegenwoordiging gesteunde regering als uitvoerende macht maatregelen en beslissingen neemt;
de rechterlijke macht onafhankelijk oordelen velt; - die scheiding der machten alsook de inrichting van het staatsbestel en de rechten en de vrijheden van de burgers grondwettelijk verankerd zijn.
CD&V komt op voor een representatieve democratie met aandacht voor participatie en deliberatie. Participatie betekent deelname en dus inspraak en medezeggenschap, niet alleen van burgers als zodanig, maar ook van gezinnen, wijken, verenigingen en bedrijven. Deliberatie betekent niet alleen kiezen en stemmen, maar ook van mening verschillen en van gedachten wisselen, zodat zowel de politieke discussie in de Wetstraat als het publiek debat in de dorpsstraat de besluitvorming verrijken en versterken.
CD&V gaat voor betrokken buurtnabije besturen die de zorgen van de mensen kennen en ter harte nemen en die door investeringen in beleidsvoering en dienstverlening of door samen te werken of zich te verenigen voldoende slagvaardig en daadkrachtig optreden.
Tegelijk streeft CD&V naar een door de burgers gedragen en door de lidstaten gesteunde Europese Unie die over de beleidshefbomen beschikt om, met oog voor de bekommernissen van de mensen, zowel grensoverschrijdende knelpunten als gemeenschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden.
CD&V staat voor een ethische politiek waar professionele deontologie en persoonlijke moraal hand in hand gaan en waar niet alleen het doel of de bedoelingen maar ook de middelen er toe doen. Aldus proberen we ook het vertrouwen te herstellen in de politiek in het algemeen en in de politici in het bijzonder.
Staatshervorming
CD&V wil een duurzame en stabiele toekomst voor ons land. In ons model gebeurt de opbouw van de federale staat van onderuit. De overheid die het best geplaatst is om te handelen en het dichtst bij de mensen staat, moet dat ook doen.
Centraal in onze visie over de staatshervorming staat dat staatshervorming nooit een doel op zich mag zijn, maar steeds een instrument moet zijn voor meer welvaart, welzijn en efficiënt bestuur. Staatsstructuren zijn immers nooit in steen gebeiteld. Ze zijn in permanente evolutie. Verdere stappen in de staatshervormingen moeten steeds de bedoeling hebben om de bestaande staatsordening te verbeteren. Onze staatsordening moet zich aanpassen aan de maatschappelijke en economische omstandigheden, niet omgekeerd.
We willen dus vooral een efficiënt werkende overheid waarbij, los van ideologische dogma's, bevoegdheden worden ondergebracht op dat niveau waarop zij volgens onderzoek en praktijkervaring het best tot hun recht komen. We voeren dit debat zonder taboes. Daarbij kunnen bijkomende bevoegdheden worden toegekend aan de gemeenschappen en de gewesten. Sommige uitdagingen kunnen mogelijks ook op andere niveaus (federaal, Europees of zelfs mondiaal) worden aangepakt. De Europese Unie blijft hier onze voornaamste hefboom.
In de huidige legislatuur willen we dan ook de werking van onze staatsstructuur evalueren en in kaart brengen op welke vlakken de bevoegdheidsverdeling, de financieringsregels en de instellingen voor verbetering vatbaar zijn.
Op het vlak van de gezondheidzorg dringen op korte termijn bijvoorbeeld een aantal maatregelen op die de samenwerking tussen het RIZIV, de federale overheid en de diverse gemeenschappen bevorderen. Daarbij moeten de specifieke noden en dynamieken in de verschillende deelgebieden het uitgangspunt worden. Daarnaast moeten we dringend ook werk maken van een meer homogene organisatie van welzijns- en gezondheidsbeleid over de verschillende bestuurslagen heen. Ons uitgangspunt daarbij is dat de bevoegdheidsverdeling rond gezondheidszorg een ketenaanpak mogelijk moet maken. Er is nood aan een meer geïntegreerde organisatie van de zorg: binnen zorg, maar ook tussen welzijn en zorg (financiering woonzorgcentra en de ziekenhuizen in één hand). Enkel zo kunnen we een totaalaanbod aanbieden dat gedifferentieerd is naargelang de behoeften van de ‘zorgbehoevende’ (zorgcircuits en -netwerken).