landbouw, visserij, plattelandsbeleid en voeding
Voeding is essentieel voor ieders persoonlijke ontwikkeling, maar wij lijken ons nog maar weinig te bekommeren om voedselproductie en -verwerking. Voedselzekerheid vraagt politieke en maatschappelijke keuzes in de steun voor land- en tuinbouw, zodat er voldoende en kwalitatief voedsel is, aan een aanvaardbare prijs voor iedereen. Dat we sinds WOII geen voedselschaarste meer kenden, is het gevolg van bewuste politieke keuzes. Veel conflicten in de wereld hebben voedselproblemen als grondslag. Het is daarom belangrijk dat de Vlamingen overtuigd blijven van het belang van een eigen land- en tuinbouwproductie (maatschappelijk verankering). We hebben er belang bij onze agro-voedingsketen economisch gezond en weerbaar te houden.
Mensen verwachten van voedsel vooral dat het veilig, gezond en betrouwbaar is. De eisen op dat vlak nemen toe. Maar op het moment van aankoop laten de meesten prijs en gebruiksgemak de doorslag geven. Gezonde voeding houdt dus ‘opvoeding’ van de consument in en het meer waarderen van voedingsproducten, zodat dit meespeelt in wat de consument wil betalen. Die opvoeding houdt ook kennismaking en voeling in met wat hedendaagse land- en tuinbouw inhouden.
Het familiaal landbouwmodel staat onder druk als kostwinning voor het gezin. Oorzaken van de lage marges zijn concentratie bij aankoopcentrales in de voedingsketen, de zwakke positie van individuele bedrijven en concurrentie met regio’s met lagere eisen inzake kwaliteit of milieu. Landbouwprijzen zijn door de globalisering minder stabiel geworden en klimaatproblemen kunnen dat effect vergroten. Daarbovenop komt nog de ruimtelijke druk. Bij ruimtelijke bestemmingswijzigingen verliest meestal de landbouw areaal. De dagelijkse vleesconsumptie, icoon van de welvaartsontwikkeling in de 20ste eeuw, komt onder vuur te liggen omwille van broeikasgasemissies, dierenrechten of effecten op volksgezondheid.