De wereld wordt steeds kleiner. Landen raken wereldwijd meer en meer met elkaar verweven. Economische ontwikkeling, innovatie, armoedebestrijding, klimaatbeheersing, de bevordering van vrede en veiligheid en de strijd tegen terrorisme hangen samen en vereisen een globale aanpak. De globalisering zorgde de voorbije decennia wereldwijd voor een enorme groei. Vooral liberale denkers stelden dat economische groei de enige voorwaarde zou zijn om armoede en ongelijkheid uit de wereld te helpen. Maar ondanks die economische groei en samenwerking stellen we vast dat de kloof tussen arm en rijk en tussen rijke en arme landen steeds groter wordt en dat niet iedereen gelijke toegang heeft tot de groeiende mondiale welvaart.
De 62 rijkste mensen ter wereld bezitten evenveel als de armste 40% van de wereldbevolking. Bijna 1 miljard mensen moet rondkomen met een inkomen van 1,25 dollar per dag. Dat betekent chronische honger en een gebrek aan de meest levensnoodzakelijke voorzieningen. Vanuit onze christendemocratische waarden van solidariteit en verbondenheid kunnen en mogen we die ongelijkheid niet aanvaarden. Ongelijkheid vreet de sociale cohesie aan, het ontneemt mensen de kans op waardig werk voor een fatsoenlijk loon en hun gevoel van eigenwaarde. Bovendien is de strijd tegen armoede en ongelijkheid niet alleen goed voor mensen in het Zuiden. Ook in Vlaanderen en Brussel hebben we belang bij welvaart en stabiliteit in de rest van de wereld. Daarom moeten ontwikkelingssamenwerking en de strijd tegen armoede bovenaan de agenda blijven staan.
Terrorisme en (burger)oorlogen, het gebrek aan respect voor menselijke waardigheid en voor de mensenrechten, grensoverschrijdende problemen zoals milieu, klimaatverandering, grondstof-, energie- en voedselschaarste…. bedreigen rechtvaardige ontwikkeling overal ter wereld. Uitgerekend de allerarmsten zijn extra kwetsbaar. Bovendien brengen deze problemen nieuwe migratiestromen op gang. We willen mensen in het Zuiden opnieuw perspectief bieden door hen te helpen zichzelf te ontplooien. Ook globalisering heeft nood aan waarden en ethiek.
In september 2015 hebben de VN-lidstaten de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) aangenomen. Daarmee willen vooral de welvarende landen hun politieke verantwoordelijkheid nemen in de strijd tegen ongelijkheid. Deze zeventien doelstellingen zullen tot 2030 als een rode draad door het beleid lopen, niet alleen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking, maar ook op het vlak van beleid in welvarende landen. Onze opdracht kan samengevat worden als ‘leave no one behind’. Een betrokken en verbonden samenleving is immers een duurzame samenleving met aandacht voor de sociale en economische ontwikkeling van élke mens. In het Noorden én in het Zuiden. Investeren in de strijd tegen armoede en ongelijkheid is dus een absolute noodzaak als we met z’n allen de andere Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen willen halen tegen 2030. CD&V schaart zich dan ook achter het bereiken van de doelstelling om 0,7 % van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp.
Globalisering is positief maar vertrekt voor ons vanuit specifieke waarden: menselijke waardigheid, mensenrechten, vrijheid en verantwoordelijkheid, rentmeesterschap, gelijkheid en rechtvaardigheid, solidariteit en verbondenheid, mondiaal goed bestuur. Ontwikkelingssamenwerking moet duurzame en inclusieve ontwikkeling stimuleren, evenals eerlijke handel en het respect voor sociale en ecologische minimumnormen. Zo scheppen we omstandigheden waarin mensen zich als verantwoordelijk persoon kunnen ontplooien. En daarin verschillen we van de andere ontwikkelingsvisies/politieke visies op ontwikkelingssamenwerking.