Kinderen en jongeren houden ervan hun omgeving te verkennen en hun grenzen te verleggen. Hun persoonlijkheid ontwikkelt pas als we hen daartoe uitdagen en uitnodigen en als we veel van hen verwachten. Ze moeten een waaier aan competenties ontwikkelen om te groeien tot sterke personen die de samenleving mee vorm geven, er een volwaardige plaats kunnen innemen en er volledig tot hun recht kunnen komen. Kritisch zijn, omgaan met informatie, sociale vaardigheden, kunnen kiezen, verantwoordelijkheid opnemen voor zichzelf, de ander en de omgeving, plezier maken, sportief zijn, geëngageerd zijn, samenwerking, een vak leren, werk vinden, problemen oplossen, nee kunnen zeggen en omgaan met imperfecties en tegenslagen. Ze moeten die vaardigheden niet alleen ontwikkelen, ze moeten ze ook kunnen toepassen in diverse contexten en in een omgeving die voortdurend in verandering is.
We willen kinderen en jongeren de kans geven zich te ontwikkelen en te leren in verschillende contexten. Niet alleen in de school, maar ook in buurten, verenigingen, gezinnen, bedrijven en religieuze gemeenschappen kunnen ontwikkeling en leren ondersteund worden. Leren en ontwikkeling doorkruisen alle levensdomeinen. Daarom is het nodig om, vanuit dialoog en overleg met de ouders, als eerste en belangrijkste opvoedingsverantwoordelijken, kinderen en jongeren ook buiten de school te stimuleren.
De ‘school van de toekomst’ is voor ons een ruime leer- en leefomgeving. Binnen dit divers netwerk, opgezet tussen organisaties en overheden, doen kinderen en jongeren allerhande leer- en leef-ervaringen op. Kinderen en jongeren die anderstalig zijn en leerlingen uit sociaal kwetsbare milieus vinden er extra kansen, onder andere in taalvaardigheid. Hoogbegaafde jongeren worden er uitgedaagd. De school als plaats van verbinding en participatie, zowel op het vlak van de ontwikkeling van kinderen en jongeren, als qua leer- en leeromgevingen.
In zo’n participatief kader vraagt de ontplooiing van elk talent een passende begeleiding van professionals. Ouders moeten zich hier kunnen thuis voelen. Ze worden een krachtige partner in de begeleiding, met het nodige vertrouwen in de knowhow van leerkrachten. De school van de toekomst is een betrokken gemeenschap van kinderen en volwassenen. Een goede communicatie tussen beiden is hierbij noodzakelijk.
In de school van de toekomst wordt ook aandacht besteed aan het omgaan met conflicten. Daarbij wordt beklemtoond hoe belangrijk dialoog is. In de school van de toekomst wordt bijgebracht dat er naar elkaar geluisterd moet worden, dat er rekening gehouden moet worden met elkaars wensen en belangen en dat een goede dialoog kan leiden tot een evenwichtige oplossing van conflicten waar er alleen winnaars zijn. De focus ligt daarbij op bemiddeling en verzoening.
Sleutelwoord in dit opzet is samenwerking. Het doel van die samenwerking: de ontwikkeling en het leren van alle kinderen en jongeren maximaal stimuleren. Dit doel legt een netwerk samen vast en voldoet aan de lokale behoeften en wensen, vertrekkende van de schoolpopulatie. Scholen en organisaties kiezen vrij of ze al dan niet in het netwerk instappen. De samenwerking verloopt het best als ze structureel is en gecoördineerd wordt. Het beleid schept stimuli zodat een ‘netwerkschool’ kan groeien. De overheid heeft een rol van facilitator. De nodige ondersteuning van het onderwijzend personeel kan hierbij indien nodig voorzien worden.
Een uitnodigende leeromgeving
Een school met het accent op ontmoeting vereist een aangepaste infrastructuur. Vlaanderen is hier aan een noodzakelijke inhaalbeweging bezig. Deze nieuwe ‘ontmoetingsschool’ inspireert renovatie van oude schoolgebouwen en de bouw van nieuwe. Schoolinfrastructuur wordt afgestemd op de buurt: flexibel en toegankelijk. Bij zo’n wisselwerking stelt de school buiten de lesuren haar infrastructuur ter beschikking van de buurt. De buurt deelt haar infrastructuur met de school. Ook kinderopvang en gemeenschapsvoorzieningen van andere sectoren (bv. sport, cultuur, welzijn) vinden er een plaats.
Ook bedrijven spelen een belangrijke rol. Zij beschikken over de laatste technologische ontwikkelingen en kunnen zo meer ondersteuning bieden, ruimer dan stageplaatsen binnen de technische opleidingen. Waar het voor scholen moeilijk is om steeds te beschikken over de laatste nieuwe materialen, kan, via een samenwerking met lokale bedrijven, materiaal en infrastructuur, passend bij de opleiding, gebruikt worden. Deze en andere faciliteiten werken verbindend, lokaal en regionaal. We willen investeringen in uitrusting vanuit de private sector in scholen ondersteunen. De school evolueert zo tot een leergemeenschap in de buurt.
We besteden bijzondere aandacht aan duurzaamheid en toegankelijkheid van schoolgebouwen. Zoals opgenomen in het ‘masterplan scholenbouw’ voorziet de Vlaamse de overheid daarvoor sensibiliserende en informerende acties. Daarenboven willen we scholen aanmoedigen een beroep te doen op ervaringsdeskundigen uit de eigen leer- en leefgemeenschap (personen met een handicap, ouders, ouderen…) om een grotere toegankelijkheid mee vorm te geven.