• Actua
  • Visie
      • Onderwijs
      • Gezondheidszorg
      • Leefmilieu, klimaat & duurzaamheid
      • Economie, werk & ondernemen
      • Cultuur
      • Fiscaliteit & begroting
      • Asiel, Migratie & Integratie
      • Justitie
      • Mobiliteit
      • Ethiek & zingeving
      • Gelijke kansen & diversiteit
      • Veiligheid
      • Landbouw, visserij & platteland
      • Staatshervorming & democratie
      • Buitenlands beleid
      • Onze andere standpunten
    • Alle thema's
      • Lokaal
      • Provinciaal
      • Vlaanderen
      • Brussel
      • Federaal
      • Europa
    • Vragen en antwoorden
      • Vraag en antwoord
      • Cijfer
      • Opinie
      • Standpunt
  • Wie zijn we
    • Ons verhaalGeschiedeniscd&v als bewegingLokale afdelingen
      CD&V als politieke partijMinisters en staatssecretarissenSenaatBrussels ParlementEuropees ParlementVlaams ParlementDe Kamer
      GeledingenJONGCD&VVrouw & MaatschappijCD&V SeniorenWetstraat 89Onze medewerkersVereniging van CD&V-raadsledenNetwerken
      Doe meeVacaturesLid wordenStages
  • Kalender
  • Contact
  • Word lid

23 maart 2017

Met meer aan de slag

Thema: Werk en arbeidsmarkt, Opleiding, Diversiteit & Gelijke kansen

Beleidsniveau: Federaal, Vlaanderen, Lokaal

Lees voor

Wij blijven streven naar een actieve loopbaan voor iedereen en maximale participatie van de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Een sociaal systeem kan pas werken als iedereen bijdraagt naar best vermogen. Dat impliceert dat enerzijds drempels tot arbeidsmarktparticipatie worden weggewerkt en anderzijds ieder ook de consequenties draagt van niet-deelname aan de arbeidsmarkt als dit een bewuste keuze zou zijn. We zetten in op beleid dat jobcreatie stimuleert en op een overheid die kansen creëert voor diegenen die moeilijk in het normale economische circuit aan de bak komen.

Drempels voor kwetsbare groepen wegwerken

Jongeren, laaggeschoolden, 55+’ers, mensen met migratieachtergrond, personen met een beperking en chronisch zieken zijn ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. België kent relatief veel jonge schoolverlaters in vergelijking met de rest van de EU, vooral in Wallonië en Brussel. In tijden van een verwachte, dalende vraag naar laaggeschoolde arbeid door automatisering is dit bijzonder problematisch. Ook laaggeschoolde vrouwen en mensen met migratieachtergrond hebben een lage activiteitsgraad. Slechts 38% van de mensen met migratieachtergrond is in België aan de slag, tegenover 58% gemiddeld in de EU. De maatregelen ‘langer werken’ en ‘verhoging van de pensioenleeftijd’ zullen hun effect missen als niet dringend werk gemaakt wordt van ‘werkbaar werk’ voor 55-plussers. De hogere activiteitsgraad van 55-plussers in de EU-landen is medebepaald door omkaderende maatregelen die de deelname van oudere werknemers op de werkvloer faciliteren.

We willen werkzoekenden sneller en op grotere schaal ervaring laten opdoen in bedrijven en overheden en hopen dat bedrijven daarin hun verantwoordelijkheid opnemen. We pleiten voor ambitieuzere doelstellingen voor de VDAB m.b.t. het aantal Individuele Beroepsopleidingtrajecten (IBO). Met zo’n IBO-contract kunnen werkzoekenden gedurende één à zes maanden een opleiding op de werkvloer krijgen, ook al hebben ze geen ervaring. IBO’s zijn een goed instrument om werkzoekenden aan de slag te helpen. Zowel werkgevers en werknemers vragen naar een uitbreiding. Daarnaast willen we een hoger aandeel kansengroepen in IBO-trajecten en een uitbreiding naar meer sectoren. We geven het opgewaardeerde systeem van duaal leren en werken – jongeren die naast leren op school, ook leren op de werkvloer – alle kansen om jongeren beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Er wordt werk gemaakt van een gepast aanbod voor jongeren die nog niet klaar zijn om in duaal leren in te stappen.

De dienstenchequesector blijft verder een sterke troef om kortgeschoolde mensen op de reguliere arbeidsmarkt te krijgen en een middel voor de gebruikers om gezin en arbeid te combineren. Dienstenchequebedrijven dienen aangemoedigd te worden om meer in te zetten op de kwaliteit en duurzaamheid van tewerkstelling. Voorts blijven we waken over de aantrekkelijkheid van dienstencheques voor alle inkomens, zowel hoge, midden als lage.

De integratie van mensen met migratieachtergrond (incl. erkende vluchtelingen) op de arbeidsmarkt blijft een uitdaging. Diverse factoren liggen aan de basis van hun ondervertegenwoordiging. Discriminatie bij aanwervingen – niet alleen t.a.v. mensen met migratieachtergrond, maar ook t.a.v. ouderen, geslacht en mensen met een handicap – is daar een van. Er is geen wondermiddel dat discriminatie op de arbeidsmarkt in een keer zal doen verdwijnen. Verschillende maatregelen kunnen helpen. Specifiek t.a.v. mensen met een migratieachtergrond, pleiten we voor ambitieuze en slimme streefcijfers bij de overheid. De resolutie die we hierover indienden in het parlement moet uitgevoerd worden. De overheid heeft een voorbeeldfunctie en de integratie van mensen van buitenlandse origine in de publieke dienstverlening kan helpen vooroordelen weg te werken. Bij de selectieprocedures van overheidsinstellingen dient men bij het opstellen van de proeven meer rekening te houden met de diverse achtergrond van de deelnemers.

Elkeen heeft recht op een onpartijdige en betrokken publieke dienstverlening. We ijveren voor gereglementeerde geheime steekproeven (‘mystery calls’), geïnitieerd door de overheid, indien gegronde klachten worden gemeld bij UNIA. Zij kunnen de stok achter de deur zijn, binnen een geïntegreerde aanpak waar ook preventie en zelfregulering deel van uitmaken. Zonder te ontkennen dat er wel degelijk drempels zijn die de arbeidsparticipatie van mensen met een migratieachtergrond beperken, willen we hen op een constructieve manier aansporen om blijvend kansen te grijpen op de arbeidsmarkt en te geloven in hun potentieel. Bij de integratie van mensen met migratieachtergrond moet er bovendien bijzondere aandacht zijn voor vrouwen.

Als partij waken we erover om zelf een diversiteitsbeleid te voeren bij aanwervingsprocedures. Om voeling met de diversiteit die de maatschappij vandaag kenmerkt niet te verliezen, is het cruciaal om deze diversiteit weerspiegeld te zien in onze eigen structuren.

Vluchtelingen moeten zo snel mogelijk geïntegreerd worden in de arbeidsmarkt, wat hun maatschappelijke integratie bevordert, net zoals een snelle toegang tot een taalopleiding. Heel wat werkgevers zijn vragende partij om geschoolde of technisch opgeleide vluchtelingen aan te nemen, niet het minst in knelpuntberoepen. Ze dragen op die manier ook hun steentje bij aan de sociale zekerheid. Werkgevers moeten vluchtelingen dezelfde loon en arbeidsvoorwaarden bieden als andere werknemers. Vrijwilligerswerk en wijkwerken leren de juiste arbeidsmarktattitudes aan en kunnen een opstap vormen voor kandidaat-vluchtelingen om de arbeidsmarkt te betreden.

Mensen met een handicap verdienen gelijke kansen op de arbeidsmarkt, zowel in het openbaar ambt als in de private sector. CD&V gaat voor een voluntaristisch beleid. Het doel is het bereiken van een evenredige vertegenwoordiging op de arbeidsmarkt. In de publieke sector wordt federaal en op Vlaams niveau een streefcijfer/quotum van 3% vooropgesteld, maar wordt resp. slechts 1,4% en 1,3% gehaald. Dat het veel beter kan, bewijzen onze buurlanden met een veel sterkere deelname in de overheidsadministratie: Duitsland haalt 6,6%, het Verenigd Koninkrijk zelfs 8,9% en Frankrijk 4,64%. De overheid heeft hier een voorbeeldrol te vervullen. Meer inspanningen zijn nodig en we kiezen voor juridisch afdwingbare doelstellingen.

In de private sector moet een aanmoedigingsbeleid gevoerd worden. Naar werkgevers toe moeten de bestaande ondersteuningsinstrumenten, zoals de loonkostensubsidie (VOP) en het aanpassen van de arbeidspost, beter bekend gemaakt worden, in het bijzonder bij kmo’s en zelfstandigen. Voorts mogen sollicitatieprocedures geen enkele drempel of hindernis bevatten voor personen met een handicap. Indien resultaten op termijn uitblijven, wil CD&V de sociale partners gelasten met de opdracht een juridisch afdwingbaar beleid te maken m.b.t. de aanwerving van personen met een handicap in grote ondernemingen. Dit naar Nederlands model.

De arbeidsongeschiktheid en invaliditeit is fiks toegenomen de voorbije tien jaar en dit vooral bij vrouwen. Zo bevonden zich in 2014 in totaal 23.841 mannen in invaliditeit, een stijging van 67,79% op tien jaar. Het aantal vrouwen steeg zelfs met 134,33% (33.026 in 2014). Dit komt neer op een één op tien vrouwelijke werknemers die langer dan een jaar afwezig is. Daarom willen we vroeg inzetten op het re-integreren van werknemers die met ziekte zijn uitgevallen. Arbeidsongeschiktheid onder controle houden, wordt een van de grote uitdagingen in de volgende decennia: burn-outs en psychosociale ziekten nemen toe, vroegtijdige uittreding uit de arbeidsmarkt wordt afgebouwd. We gaan daarbij uit van een positieve benadering, van wat de betrokkene (nog) kan en niet van wat hij niet meer kan. Veel arbeidsongeschikten kunnen en willen werken, mits een aantal aanpassingen. Een deeltijdse job en deeltijdse uitkeringen moeten in de toekomst met grote flexibiliteit gecombineerd kunnen worden. De werkhervatting moet haalbaar zijn voor alle partijen (werknemer, werkgever, arts) en wordt zo vroeg mogelijk besproken. Hoe langer een werknemer arbeidsongeschikt is, hoe lager de kans dat hij bij zijn werkgever terug aan het werk kan en gaat. Volgens ons vertrekt re-integratie vanuit de arbeidsongeschikte en vanuit een multidisciplinaire aanpak. Voorts zijn we voorstander van richtlijnen voor zorgverstrekkers m.b.t. de evaluatie van arbeidsongeschiktheid (eenvormige beoordeling van de arbeidsongeschiktheid). Tenslotte willen we een sociale dialoog op het niveau van het bedrijf die aandacht blijft besteden aan welzijn op het werk, preventie en werkbaar werk. Beter voorkomen dan genezen!

CD&V pleit voor flexibele maatregelen die de re-integratie van langdurig zieken, in het bijzonder personen die kampen met een depressie of burn-out, mogelijk moeten maken. Een van de mogelijke maatregelen is het beter bekend maken en zo nodig uitbreiden van het statuut van progressieve tewerkstelling in de ziekteverzekering. Dit laat toe om deeltijds terug op te starten. Er zal ook worden nagegaan hoe we deeltijdse duurzame tewerkstelling kunnen faciliteren voor personen met een handicap en chronische ziekte, die niet voltijds kunnen werken of terugkeren naar een vroegere job. Ook kan gedacht worden aan een systeem waarbij een zieke een volwaardig loon krijgt en de werkgever een tijdelijke compensatie krijgt voor het aanwerven van de zieke die terug aan het werk wil/kan.

Vlaanderen moet bovendien meer investeren in inclusief sociaal-cultureel werk, zodat ook personen met een handicap de noodzakelijke duw in de rug krijgen en volwaardig kunnen participeren. Daarom moet in eerste instantie het budget van de Vlaamse subsidies aan organisaties die werken voor personen met een handicap en hun omgeving, verder versterkt worden. De sociaal-culturele organisaties voor mensen met een handicap zijn een onmisbare schakel. Ze geven een waar en genuanceerd beeld over (samen)leven met een handicap en versterken mensen met een handicap en hun netwerk in hun mogelijkheden tot autonoom functioneren in de maatschappij.

Werkgevers komen tenslotte vaak voor complexe situaties te staan wanneer zij personen met een handicap of chronische ziekte willen tewerkstellen. Werkgevers die inzetten op aanwerving van personen met een handicap en chronische ziekte zouden meer ondersteuning van VDAB, het OCMW en hun partners moeten krijgen. Zo wordt de rompslomp voor de werkgever beperkt. Ook personen met een handicap of chronische ziekte worden ondersteund in hun zoektocht naar werk.

België kampt nog steeds met een genderloonkloof, die vooral laaggeschoolde en deeltijds werkende vrouwen benadeelt (8% op uurbasis). De Loonkloofwet, die maatregelen bevat om de loonkloof tussen man en vrouw te bestrijden, moet volledig toegepast worden. Alle paritaire comités dienen zich te laten doorlichten op hun genderneutrale functieclassificaties. Ook op ondernemingsniveau moet er aandacht zijn voor de sociale balans en bezoldigingsstructuur. Verder geven we onvrijwillig deeltijdse werknemers, veelal laaggeschoolde vrouwen, alle kansen op bijkomende uren of een voltijdse tewerkstelling bij hun werkgever die rekening houdt met hun balans tussen werk en leven. Momenteel moeten ze bij de werkgever al een aanvraag indienen om een voltijdse functie te krijgen die in de onderneming vrij zou komen. De regelgeving hieromtrent is echter vrijblijvend en moet meer afdwingbaar worden, ook aan de kant van de werkgever.

Werkzoekenden moeten actiever geholpen worden bij het zoeken naar een job via intensief begeleide loopbaanheroriëntering. Werklozen willen we helpen door hen gerichter te laten zoeken naar een job en door een kwalitatief loopbaanplan. Een belangrijke taak is weggelegd voor VDAB en Actiris. In het bijzonder moet een aangepast traject voorzien worden voor werkzoekende herintreders. Ook loopbaanbegeleiding is cruciaal om de duurbare inzetbaarheid van 55-plussers te verhogen. Loopbaancheques zouden voor deze groep dan ook om de vier jaar, in plaats van om de zes jaar, beschikbaar moeten zijn.

Economische migratie kan een van de sporen zijn om de ‘pool’ talent in Vlaanderen en Brussel te vergroten en proactief bij te dragen aan een goed functionerende arbeidsmarkt. Prioriteit moet echter verleend worden aan activering van het aanwezige arbeidspotentieel. Het beleid inzake economische migratie moet zich richten op de specifieke noden van de arbeidsmarkt (bv. ingenieurs, verplegend personeel). In het debat rond economische migratie moeten we ook aandacht hebben voor de risico’s op ‘braindrain’ in ontwikkelingslanden.

Ten slotte moet blijvend worden ingezet op het verhogen van de werkzaamheidsgraad van vrouwen. Hoewel de vrouwelijke werkzaamheidsgraad de afgelopen decennia gestegen is, blijft de Vlaamse doelstelling van 75% veraf. 43,7% van alle Vlaamse vrouwen werkt bovendien deeltijds, tegenover slechts 8,3% van de mannen. De drempels die hun arbeidsparticipatie bemoeilijken moeten weggewerkt worden.

Alternatieve loonvorming om jobcreatie te bevorderen

De concurrentiepositie van Belgische ondernemingen bepaalt het tewerkstellingspotentieel in een internationale markt. Die competitiviteit is deels afhankelijk van de loonkost, een kost die in België gemiddeld hoog ligt, gezien de belastingdruk en sociale bijdragen. We waken erover dat de teruggedrongen loonkostenhandicap van België t.a.v. de buurlanden niet terug oploopt in de toekomst. Een lagere loonkost staat daarbij niet haaks op de ambitie van een hoger nettoloon en het aantrekkelijker maken van werk (‘making work pay’).

Ons systeem van universele sociale bescherming behouden, vergt een verdere verschuiving van het belasten van arbeid naar een bredere belastingbasis. Het verlagen van lasten op arbeid mag niet leiden tot een onderfinanciering van de sociale zekerheid. Dit betekent dat voldoende alternatieve financiering moet gerealiseerd worden en de bestemming van bepaalde inkomsten gegarandeerd moet blijven (inkomsten uit arbeid gaan momenteel immers met zekerheid naar de sociale zekerheid).

Een kenmerk van de Belgische arbeidsmarkt is het grote gewicht van anciënniteit in de loonvorming, in vergelijking met factoren als competentie en prestaties. Binnen een kader van collectief overleg, kan de loonevolutie gedurende de loopbaan anders opgebouwd worden, waarbij jongeren sneller een hoger loon krijgen, zodat lonen meer de effectieve productiviteit volgen. Dat zijn immers de jaren waarin ze een huis bouwen of een gezin stichten. Later volgt de loonevolutie dan een vlakker traject.

(Kmo-)ondernemerschap stimuleren

In Vlaanderen zijn ongeveer 99% van alle ondernemingen kleine of middelgrote ondernemingen. Grote ondernemingen zijn van groot belang en springen in het oog, maar ‘kleine’ tewerkstelling bij kmo’s, zelfstandigen en vrije beroepen maakt veel tewerkstelling in totaal. Om duurzame economische groei te creëren, willen we innovatie en ondernemerschap versterken. Een efficiënte en dienstverlenende overheid die alle actoren bij elkaar brengt (bv. onderwijswereld en bedrijfswereld) draagt daartoe bij, net als voldoende beschikbaarheid van financiering (bv. leningen, waarborgen) en menselijk kapitaal. We hebben oog voor de specifieke levenscyclus van ondernemingen (bv. differentiatie in beleid en steun tussen starters en gevestigde ondernemingen).

We werken verder aan een echte ondernemingscultuur en aan ‘ondernemend onderwijs’ waar studenten in contact komen met ondernemerschap. Steeds meer mensen zien ondernemen als een goede carrièrekeuze. Waardering voor ondernemers ligt volgens cijfers van de ‘Global Entrepreneurship Monitor’ in Vlaanderen relatief hoog, maar het kan nog beter. De achtervolgende lasten en stigmatisering zorgen voor angst om te falen. Gebrekkige aandacht voor ondernemingszin en ondernemerschap tijdens de onderwijsjaren zorgt voor gebrekkige kennis. Stimuleren van ondernemingszin en goed voorbereid ondernemerschap voorkomen faling. Die drempels willen we wegwerken, onder meer door een leerlijn te ontwikkelen die loopt van kleuter- tot hoger onderwijs.

Een onderneming starten zit terug in de lift, na enkele jaren van crisis. De startersgraad kan echter nog een stuk hoger. We werken aan een actieve ‘start-up’-cultuur en willen een overheid die actief ondernemen stimuleert. Daarnaast focussen we op de doorgroei van ondernemingen met potentieel. De kmo-portefeuille beschouwen we als een succesvol instrument. Die moet voldoende slagkrachtig blijven. (Innovatie)steun voor ondernemingen moet uitblinken in toegankelijkheid en bekendheid.

We pleiten voor een facultatief geboorteverlof van tien dagen voor vaders en meeouders die een zelfstandige activiteit uitoefenen.

Er moet bovendien ook een ondersteunend beleid worden gevoerd dat specifiek gericht is op vrouwelijke ondernemers. Vrouwelijke ondernemers hebben het immers nog altijd moeilijker dan hun mannelijke collega’s. Dit beleid moet in de eerste plaats het sociaal statuut van de zelfstandigen verbeteren. Wij pleiten voor een uitbreiding van het moederschapsverlof tot vijftien weken (facultatief) met de mogelijkheid om het halftijds op te nemen en met een automatische vrijstelling van betaling van sociale bijdragen met behoud van rechten in het kwartaal waarin het moederschapsverlof wordt opgenomen, de bijna automatische toekenning van moederschapshulp en de invoering van het statuut van de gezinsondersteuner.

We willen een beleid dat arbeid zo aantrekkelijk mogelijk maakt en laten de loonkostenhandicap niet oplopen. Ondernemingen aarzelen immers nog vaak om een eerste werknemer aan te werven. We hebben nood aan gekwalificeerd personeel. Vlaanderen heeft hiertoe veel hefbomen in handen. We werken verder aan de uitbouw van de systemen van duaal leren en werkplekleren. De VDAB heeft een belangrijke rol in het aanbieden van opleidingen voor knelpuntenberoepen voor werkzoekenden.

Sociale economie

We streven naar een inclusieve en duurzame samenleving. Voor de arbeidsmarkt betekent dit dat iedereen participeert binnen zijn of haar mogelijkheden. Werk doorbreekt sociaal isolement en zorgt voor eigenwaarde. Voor sommigen mensen is het moeilijk (onmiddellijk) in het reguliere arbeidscircuit te werken (bv. mensen met een medische, mentale, psychische problematiek of mensen in armoede). Ook mensen met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt hebben recht op duurzame tewerkstelling.

Ook de private sector moet – onder meer door de Vlaamse Ondersteuningspremie meer bekend te maken – meer getriggerd worden om personen met een handicap aan te werven. Een duidelijke reglementering voor individuele inschakeling is nodig, afgestemd op de wetgeving voor collectieve inschakeling. We willen de sociale partners daarenboven belasten met de opdracht een gedragen beleid uit te werken m.b.t. de aanwerving van personen met een handicap.

We pleiten voor zoveel mogelijk tewerkstellingsplaatsen voor personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. We doen dit door het aanbod collectieve plaatsen te vergroten, onder meer door de baten bij tewerkstelling van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt als gevolg van een handicap, te verdelen over de verschillende beleidsniveaus. We stimuleren private werkgevers om met hen aan de slag te gaan en erkennen de rol van lokale actoren in dit type tewerkstelling.

Sociale economie wil sociale doelstellingen verbinden met economische. Het gaat om bedrijven die opereren in een economische context, zonder dat winst maken de prioritaire doelstelling is. We beogen een transparant beleidskader, willen de noden van de individuele werknemer (competentieversterking) beantwoorden en de doorstroming naar een reguliere job verbeteren, indien dat haalbaar is. Dat betekent concreet dat we tewerkstelling in sociale economie behouden voor mensen voor wie sociale economie de ideale arbeidsmarktpositie is. Verder stimuleren we de samenwerking tussen sociale economie-ondernemingen en reguliere ondernemingen.

Tenslotte zijn er ook mensen die na intensieve begeleiding niet toeleidbaar zijn, noch naar sociale economie, noch naar arbeidszorg. Het gaat vaak om mensen met medische, mentale, psychische en/of psychiatrische problemen, al dan niet in combinatie met sociale problemen. De ervaring leert dat deze mensen vooral nood hebben aan ondersteuning op meerdere domeinen tegelijk. Voor hen willen we werk- en welzijnstrajecten op maat. Daarom willen we dat het decreet, waarin de werk-welzijnstrajecten voor deze doelgroep werden uitgetekend, wordt uitgevoerd. Daarenboven willen we voor deze niet-toeleidbaren – naast gepaste trajecten – ook duidelijkheid creëren omtrent hun statuut.

Inspelen op lokale noden

Vele activiteiten die nu als vrijwilligerswerk worden geklasseerd, vervullen noodzakelijke en steeds meer gewilde diensten: kinderopvang, zorg, welzijn, gedeeld vervoer. De vraag naar lokale, specifieke en kleinschalige diensten stijgt. Dergelijke diensten lenen er zich toe ingevuld te worden door personen die momenteel niet in de formele arbeidscircuits aan bod komen. De regelgeving en toelatingsvoorwaarden om als uitkeringsgerechtigde werkzoekende vrijwilligerswerk te verrichten, moeten minder stringent worden, kaderend in een traject naar werk.

Een goed voorbeeld is de PWA-dienstverlening. De organisatievorm is momenteel verre van optimaal, net als het statuut, maar met de aangeboden taken wordt in veel gemeenten wel een lacune voor de gemeenschap ingevuld. Een grondige hervorming dringt zich op. We willen dit instrument inzetten om enerzijds een eerste opstap inzake werkervaring aan te bieden aan werkzoekenden met perspectief op integratie in de reguliere arbeidsmarkt. Wijkwerken kan voor hen een eerste stap zijn in het traject waarin, via opleiding, begeleiding en werkervaring, doorstroming naar een reguliere job het doel is en blijft.

Specifiek voor onderwijs moet er zekerheid komen over de taken die nu kunnen ingevuld worden door PWA-dienstverlening (bv. gemachtigd opzichter aan de schoolpoort of middagtoezicht). Er moet worden nagegaan hoe deze taken verder kunnen worden opgenomen door deze doelgroep van langdurig werklozen, opdat ze niet opnieuw door de leerkrachten uitgeoefend moeten worden. Duidelijkheid over betaalbare en werkbare alternatieven is voor scholen van belang.

We stellen voor dat lokale besturen zich daarbij kunnen verenigen op een door henzelf bepaalde schaal, in overleg met VDAB, op basis van de kenmerken van de lokale arbeidsmarkt. De huidige PWA-vzw’s kunnen daartoe fusioneren en zo de centrale actoren van het nieuwe wijkwerken worden.

  • Werk en arbeidsmarkt
  • Opleiding
  • Diversiteit & Gelijke kansen
Lees de reacties ()

Economie, werk & ondernemen

Ontdek onze standpunten

Gezondheidszorg

Ontdek onze standpunten

Onderwijs

Ontdek onze standpunten

Gelijke kansen & diversiteit

Ontdek onze standpunten

Duik dieper in de materie

  • 3Vragen en antwoorden
  • 2Cijfers
  • 12Standpunten
Werk en arbeidsmarkt
Vlaanderen verhoogt de inruilwaarde van dienstencheques
1700 Oekraïners zoeken een job in Vlaanderen
cd&v dringt aan op uitvoering Arbeidsdeal

43%

van leerkrachten ouder dan 55 kiest voor deeltijds werk

Opleiding
Septemberverklaring Vlaamse regering 2020
VDAB pakt uit met 176 nieuwe online opleidingen
Bianca Debaets: “Brusselse Regering laat de modale Brusselaar aan zijn lot over”
Diversiteit & Gelijke kansen
CD&V maakt praktijktesten op arbeidsmarkt effectiever
Met meer aan de slag
CD&V schakelt premies voor Olympische en Paralympische atleten gelijk

520.000

personen hebben een arbeidshandicap

Snel naar

  • Ons verhaal
  • Standpunten
  • Geschiedenis
  • CD&V als beweging
  • Onze mensen
  • Europese Volkspartij
  • Privacyverklaring

Jouw CD&V

  • JONGCD&V
  • Vrouw & Maatschappij
  • Senioren
  • De vereniging
  • Netwerken
  • Lokale afdelingen

Politiek

  • Onze visie
  • Federaal regeerakkoord 2020
  • Lid worden

Contacteer

CD&V
Wetstraat 89
1040 Brussel

info@cdenv.be
02/238 38 11

  • Sitemap

Doe mee

  • Agenda
  • Jobs
  • Word lid
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • Home
  • Actua
  • Visie
    • Visie
    • Onderwijs
    • Gezondheidszorg
    • Leefmilieu, klimaat & duurzaamheid
    • Economie, werk & ondernemen
    • Cultuur
    • Fiscaliteit & begroting
    • Asiel, Migratie & Integratie
    • Justitie
    • Mobiliteit
    • Ethiek & zingeving
    • Gelijke kansen & diversiteit
    • Veiligheid
    • Landbouw, visserij & platteland
    • Staatshervorming & democratie
    • Buitenlands beleid
    • Onze andere standpunten
    • Lokaal
    • Provinciaal
    • Vlaanderen
    • Brussel
    • Federaal
    • Europa
    • Vraag en antwoord
    • Cijfer
    • Opinie
    • Standpunt
  • Wie zijn we
    • Wie zijn we
    • Ons verhaal
    • Geschiedenis
    • Lokale afdelingen
    • Wetstraat 89
      • Wetstraat 89
      • Onze medewerkers
      • Vereniging van CD&V-raadsleden
      • Netwerken
    • cd&v als beweging
    • Doe mee
      • Doe mee
      • Vacatures
      • Lid worden
      • Stages
    • Geledingen
      • Geledingen
      • JONGCD&V
      • Vrouw & Maatschappij
      • CD&V Senioren
    • CD&V als politieke partij
      • CD&V als politieke partij
      • Ministers en staatssecretarissen
      • Senaat
      • Brussels Parlement
      • Europees Parlement
      • Vlaams Parlement
      • De Kamer
  • Kalender
  • Contact
  • Word lid
×

Een cookie is een klein bestand dat door de server van CD&V wordt uitgestuurd en geplaatst op de harde schijf van jouw computer, tablet, GSM of ander apparaat waarmee je onze website bezoekt. 

Cookies hebben allerhande doelstellingen. Sommige worden gebruikt om het bezoek aan onze website aangenamer of gemakkelijker te maken. Nog andere analyseren het gebruik van de website. Cookies die omwille van technische of beveiligingsredenen noodzakelijk zijn, plaatsen we in ieder geval. Meer info vind je in onze cookie policy en onze privacyverklaring.

Door op “Akkoord” te klikken, aanvaard je het gebruik van deze cookies voor al deze doeleinden. Je kan jouw cookievoorkeuren regelen via de knop “Wijzig instellingen”.

Akkoord
Noodzakelijke cookies
Wijzig instellingen
Akkoord
Deze cookies zijn noodzakelijk om de website te doen werken en kunnen niet worden uitgeschakeld.
Deze cookies verhogen de gebruiksvriendelijkheid van de website door jouw keuzes of interesses te onthouden.
Deze cookies verzamelen gegevens over de performantie van de website zoals het aantal pagina's dat je bezoekt of de tijd die je doorbrengt op een webpagina. Voor analyses maken we gebruik van Google Analytics.
De marketing-cookies houden jouw surfgedrag bij. Ook cookies afkomstig van social media sites zoals Facebook, YouTube, LinkedIn en Twitter vallen onder deze categorie.
Terug Akkoord