Het gaat er mij niet om toeristen en winkelende Belgen 'te vrijwaren van gebedel' (DS 19 april). Veel bedelaars trekken naar het centrum, omdat daar de meeste passage is. Dat is extra confronterend, als je weet dat Eurostat Brussel als de op drie na rijkste regio van Europa beschouwt. Wat opvalt bij een bepaalde groep bedelaars, is dat ze, zodra je over sociale huisvesting en eventuele hulp van het OCMW begint, heel snel weggaan.
Om dan 20 meter verder andere mensen aan te klampen. Vaak zijn het bendes die moeders met kinderen in het centrum van de stad 'droppen', om hen 's avonds weer op te pikken. Die bendes moet je aanpakken. Niet alleen vanwege de criminelen die erachter zitten, maar ook wegens de kinderen die de hele dag op straat zitten en geen onderwijs krijgen. Zij maken zo geen enkele kans in onze maatschappij.
Ik heb als gemeenteraadslid aan de stad Brussel gevraagd om daar iets aan te doen, omdat er sociale en tijdelijke huisvesting is, en omdat er gezondheidszorg mogelijk is voor mensen met weinig middelen. We leven in een actieve welvaartsstaat. Beide aspecten zijn belangrijk: dat we
mensen straffen die misbruik maken van welmenende burgers, maar ook dat de overheid zelf stappen moet zetten naar mensen in extreme armoede. Op beide vlakken beweegt Brussel weinig. Ik weiger passief toe te kijken hoe bedelaarsbendes extreem arme mensen in een kwaad daglicht stellen. In 2007 riep een PS-burgemeester al eens op om klacht in te dienen tegen agressieve bedelaars. 'Ik weet dat het een probleem is, een groot probleem. Het is geweten dat de hoofdstad veel toeristen trekt. Daar komen al die schooiersbendes op af. Ze komen zelfs uit Frankrijk, Engeland, Polen en Duitsland naar hier afgezakt.' Die burgemeester was Freddy Thielemans. Toen erkende men ten minste het probleem.
Tien jaar later is er in de praktijk helaas zeer weinig veranderd. Brussel verdient beter.