Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) informeerde in opvolging van zijn eerdere schriftelijke vraag naar de aanpassing van de regelgeving met betrekking tot mobiele slachteenheden.
Die aanpassing is noodzakelijk om het opzetten van mobiele slachteenheden mogelijk te maken voor landbouwbedrijven die hun producten via de korte keten willen aanbieden aan de consument.
Op de vragen van De Roo antwoordde bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA): “Er is meermaals contact geweest met Bioforum. Er is gevraagd om dergelijk onderbouwd informatiedossier over te maken. Op heden is slechts wat summiere informatie over de inrichting en mogelijke impact op het leefmilieu gedeeld en enkele denkpistes hierin. Hierop is aan Bioforum gevraagd om het dossier beter te onderbouwen. Alle aspecten die hinder voor de buurt, een impact hebben op leefmilieu... dienen door de aanvrager grondig geanalyseerd te worden en adequate voorwaarden en preventieve maatregelen voorgesteld. Het kan immers niet zijn dat het ambulant slachten van kippen in een mobiele slachteenheid een grotere impact op het leefmilieu heeft dan in een slachthuis. Op dit moment beschikken we over onvoldoende informatie.
Het opstellen van een toepasselijk voorwaardenkader is derhalve nog niet gestart.
Het FAVV heeft vanuit haar bevoegdheid een omzendbrief uitgevaardigd die betrekking heeft op de erkenning en de werking van de mobiele slachthuizen en uitsnijderijen. Deze omzendbrief is terug te vinden op de website van het FAVV.
Voor wat betreft het aspect Dierenwelzijn heeft de bevoegde minister een haalbaarheidsstudie voor een mobiele dodingseenheid besteld.
Voor wat specifieke regelgeving van OVAM betreft, moet het beheer van de dierlijke bijproducten (het ”slachtafval”) die ontstaan bij deze activiteit, voldoen aan de Europese regelgeving betreffende dierlijke bijproducten, en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten. Op dit vlak is er geen verschil met slachtafval van een klassiek slachthuis.
Voor het transport van het afvalwater van de mobiele slachteenheid op het traject van de veehouderij naar de standplaats van de uitbater van de mobiele slachteenheid gelden de regels in het Vlarema, Vlarem en de Verordening Dierlijke Bijproducten.”
Stijn De Roo: “Er is de afgelopen twee jaar amper vooruitgang geboekt om een aangepaste regelgeving uit te werken voor mobiel slachten. De minister schuift de hete brij door naar Bioforum.
Mobiele slachteenheden kunnen nochtans een opportuniteit bieden voor een aantal dierlijke sectoren en voor een beperkt marktsegment om in te spelen op de vraag naar korte ketenproducten. Bovendien kan dit en duwtje in de rug zijn voor de korte keten, die het ten gevolge van de opeenvolgende crisissen heel moeilijk heeft…
Er mag geen achteruitgang zijn op vlak van bijvoorbeeld milieu of dierenwelzijn, maar de klepel slaat nu door naar het stelselmatig niet-vergunnen van deze inrichtingen.”