Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) ondervroeg bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA) over de gevolgen voor lokale besturen van het arrest van 6 oktober 2022 met nummer RvVb-A-2223-0108 waarin de Raad voor Vergunningsbetwistingen oordeelt dat een college van burgemeester en schepenen niet langer mag beslissen over eigen, gemeentelijke projecten wanneer die project-MER screeningsplichtig (MER:milieueffectrapport) zijn. Dat volgt volgens de Raad voor Vergunningsbetwistingen uit de Europese Project-MER-Richtlijn en het ‘no conflict of interest’-principe.
Op de vragen van De Roo antwoordde de minister: “De richtlijnconforme interpretatie van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) heeft tot gevolg dat zowel projecten met MER als projecten met loutere screeningsnota die van de gemeente uitgaan of deputatie respectievelijk door de deputatie dan wel de Vlaamse Regering zouden worden behandeld.
Ik heb aan mijn administratie gevraagd om een duidelijke communicatie op te stellen en te versturen naar de lokale besturen. Hierbij krijgen de lokale besturen de raad artikel 15/1 OVD toe te passen conform de richtlijnconforme lezing van de RvVb.”
Stijn De Roo: “Dit arrest heeft niet alleen belangrijke impact op dossiers van de stad Gent, maar ook op dossiers van de aan de lokale besturen verbonden rechtspersonen.
De Raad voor Vergunningsbetwistingen treedt op die manier steeds meer op als een beleidsmaker. Dat is een evolutie die we goed in de gaten moeten houden. Het is nu afwachten wat de uitspraak van het beroep bij het Hof van Cassatie brengt.”