Het is een kerntaak van de overheid om ons leefmilieu en de gezondheid van de mensen te beschermen. Vlaams Parlementslid Stijn De Roo drong op 21 december tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement aan bij minister Demir:
- om duidelijkheid te creëren ove rwelke PFAS-verbindingen we nog willen gebruiken, zodat de industrie kan innoveren
- dat er nood is aan een performante overheid waar informatie doorstroomt, ook tot bij lokale besturen
- om inzichten van PFAS-crisis te gebruiken voor de aanpak van zorgwekkende stoffen
Je kan de tussenkomst herbekijken via deze link of hieronder integraal nalezen.
Actuele vraag over het actieplan van de PFAS-opdrachthouder:
"Voorzitter, minister, vorige week op vrijdag 16 december heeft de PFAS-opdrachthouder (per- en polyfluoralkylstoffen), Karl Vrancken, zijn eindrapport voorgesteld. Het is geen verrassing dat de circulairesysteembenadering de rode draad is doorheen dit rapport. Het start bij de productie van PFAS-houdende verbindingen. Andere gaan die verbindingen gebruiken en uiteindelijk is het een noodzaak dat we ervoor opletten dat die verbindingen niet in onze omgeving terechtkomen. De aanpak bij de bron, bij de productie van die PFAS-verbindingen is dus een cruciale stap.
Ook in de aanbevelingen van de onderzoekscommissie heeft het parlement erop aangedrongen om met Vlaanderen via België aan te sluiten bij de groep van landen in Europa die pleiten voor een uitfasering van PFAS-verbindingen, en om het begrip ‘essentieel gebruik’ te concretiseren.
Minister, ik heb u daarover ondervraagd in de commissie Leefmilieu en u verwees naar het REACH-dossier (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperking van Chemische stoffen) over de groepsbenadering van PFAS. In januari 2023, volgende maand dus, zou dit dossier bij Europa worden ingediend. In dat voorstel zouden criteria zitten die een invulling kunnen geven aan de toepassingen die als essentieel gebruik worden beschouwd. We mogen daar niet lichtzinnig over gaan. We kunnen niet zomaar alles verbieden omdat er soms geen alternatieven zijn. We kunnen niet toelaten dat er chemische rampen ontstaan omdat er bijvoorbeeld geen alternatief is voor PFAS-houdend blusschuim, maar we mogen ook niet te soepel zijn omdat we de industrie voldoende moeten kunnen stimuleren om alternatieven te zoeken.
Maar negen maanden na de eindconclusie van de PFOS-onderzoekscommissie is het nog niet duidelijk hoe Vlaanderen de specifieke invulling van dat essentieel gebruik ziet, noch hoe u in overleg zult gaan met wetenschappers, toxicologen, mensen uit de industrie, consumentenorganisaties en dit parlement om tot een gedragen definitie te komen.
Op welke manier zult u komen tot een gedragen definitie van het begrip ‘essentieel gebruik van PFAS-producten’?"
Antwoord minister Demir:
"Collega, ik wil misschien eerst meegeven dat de opdrachthouder, Karl Vrancken, schitterend werk heeft geleverd, en ook de update heeft gedaan van het actieplan. Dat gaat nu ook naar de adviesraad, om ook hun input te vragen. Wat het begrip ‘essentieel gebruik’ betreft: daar verwachten we inderdaad om midden januari naar een voorstel te gaan dat dan uitgebracht zal worden door de initiatiefnemende landen van de REACH-groepsrestrictie.
De Vlaamse hub zal uiteraard ook de laatste insteek geven op de voorstellen die zullen komen vanuit die landen. U weet dat Vlaanderen ook altijd heeft geijverd voor een zo eng mogelijke interpretatie van de notie essentieel gebruik. Het was ook Vlaanderen dat dat op de Europese agenda heeft gezet, en heeft gezegd: daar waar we geen PFAS meer moeten of kunnen gebruiken, laat ons overschakelen op stoffen die veel beter zijn voor onze omgeving, veel beter zijn voor het milieu. En we zien wel dat op het moment dat dat is gebeurd – dat is nu ongeveer een jaar geleden – de industrie ook is beginnen te schakelen. Er zijn alternatieven.
Maar ik begrijp heel goed dat er in sommige gevallen natuurlijk geen alternatief is. Ik denk bijvoorbeeld aan medisch gebruik of hoogtechnologische toepassingen. Dus volgens mij zal dat sowieso onder dat essentieel gebruik vallen, onder die definitie. Maar daar waar we wel alternatieven hebben, vind ik wel dat we die stap moeten zetten, en dat we ook moeten kunnen overschakelen.
Vanaf het moment dat ik het voorstel heb, zal ik uiteraard ook overleggen met de sector, zodat zij ook hun input kunnen geven. Want hoe sneller we de effecten van PFAS kunnen beperken en hoe sneller we de industrie kunnen meenemen naar alternatieven, hoe beter. Maar uiteraard zullen we dat doen via de input, de adviesraden en de bevraging van de sector."
Repliek van Vlaams Parlementslid De Roo:
"Het is zeker op zijn plaats om de opdrachthouder hier te bedanken voor zijn geleverde werk. Hij heeft er niet enkel voor gezorgd dat er meer kennis werd opgedaan maar ook dat er meer werd overlegd en ook meer werd samengewerkt rond het thema.
Nu, de opdrachthouder heeft vooral crisisbeleid gevoerd. Het komt er nu op aan om dat te gaan vertalen in structureel beleid. En een van de problemen die ook naar boven is gekomen tijdens de onderzoekscommissie, is het niet goed samenwerken tussen administraties. Er was te weinig kennis, er waren te veel drempels om met elkaar samen te werken, de informatiedoorstroming was niet goed. Maar er zijn ook vragen vanuit lokale besturen over hoe zij nu om moeten gaan met de sites die vervuild zijn op hun terrein. Vandaar mijn bijkomende vraag aan u, minister. Hoever staat u met het wegwerken van die tussenschotten?"
Antwoord van minister Demir:
"Wat de samenwerking betreft, collega De Roo: dat was inderdaad een van de pijnpunten die in de aanbevelingen stond van de onderzoekscommissie. Ik deel dat, want dat was ook een van de vaststellingen die ik had gedaan. Dat was ook de reden waarom we beslist hebben dat er een Vlaamse hub komt voor PFAS, maar ook voor andere zeer zorgwekkende stoffen. Dat was ook een vraag van veel milieuorganisaties. Zij wezen erop dat het nu over PFAS gaat, maar dat er nog andere zeer zorgwekkende stoffen zijn. We hebben dus beslist dat er een Vlaamse hub komt en dat eenieder die expert is in die stoffen, daarin komt. Dat zal een samenwerkingsverband zijn van het Departement Omgeving, maar ook Milieu, Gezondheid, … Ik vind het een goede suggestie als u voorstelt om ook de lokale besturen mee te nemen. Ik ga bekijken of we een rol voor de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), of een vertegenwoordiger ervan, in die hub kunnen opnemen."
Repliek van Vlaams Parlementslid De Roo:
"Dank u, minister, voor uw bijkomende antwoorden. De overheid moet ons leefmilieu en de gezondheid van onze mensen beschermen. Dat is een kerntaak. Daarvoor hebben we rond PFAS een duidelijke definitie nodig voor welke verbindingen we nog wel gebruiken en welke niet, zodat de industrie kan gaan innoveren en de consumenten beschermd worden. Ten tweede hebben we ook een performante overheid nodig waar informatie doorstroomt, ook tot bij de lokale besturen. Ik wil u alvast bedanken om te bekijken hoe we die lokale besturen meer kunnen betrekken bij die PFAS-hub.
Tot slot, minister, zou ik u willen oproepen om de geleerde lessen uit die hele PFAS-crisis mee te nemen, en om die kennis ook in te zetten voor alle zorgwekkende stoffen die nog op ons afkomen."