Het aantal leerlingen uit het kleuter-, lager en secundair onderwijs dat omwille van een plaatsing in een pleeggezin een studietoelage geniet, is op zes schooljaren tijd met meer dan veertig procent gestegen. In het hoger onderwijs is de stijging nog groter. Daar is sprake van meer dan een verdubbeling op vier jaar tijd. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op parlementaire vragen. “Een goede evolutie,” vindt het parlementslid, “Studiekosten mogen immers geen belemmering vormen voor pleegzorg.”
26-02-2021
Het decreet pleegzorg van 2012, waarvan Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers hoofdindiener was, had tot doel pleegzorg op de kaart te zetten als eerste te overwegen hulpverleningsvorm voor situaties waarbij een kind tijdelijk niet langer thuis kan blijven. Een aantal ondersteuningsmaatregelen uit het decreet hebben sindsdien gezorgd voor een aanzienlijke stijging van het aantal pleeggezinnen.
Eén van die ondersteuningsmaatregelen is het automatisch recht op een volledige studietoelage (sedert 2019-2020 voor het basis- en secundair onderwijs omgevormd tot de selectieve participatietoeslagen in het Groeipakket) voor pleegkinderen en pleeggasten die ten minste een jaar in een pleeggezin verblijven. “Oplopende studiekosten mogen immers geen beletsel vormen om de pleegzorg voort te zetten”, zegt Schryvers daarover.
Deze regeling trad in werking vanaf het schooljaar 2014-2015.
Basis- en secundair onderwijs
Sinds schooljaar 2014-2015 is het aantal pleegkinderen en -gasten die schoollopen in het basis- of secundair onderwijs en voor wie omwille van een pleegzorgplaatsing een studietoelage of een selectieve participatietoeslag werd toegekend, gestegen van 2.682 tot 3.862 in het schooljaar 2020-2021. Dat is een stijging met 1.181 dossiers of 44 procent. De cijfers voor dit schooljaar liggen iets lager dan die van het vorige schooljaar.
Schooljaar |
|
|||
|
Kleuteronderwijs |
Lager onderwijs |
Secundair onderwijs |
Totaal |
2014-2015 |
411 |
1.125 |
1.146 |
2682 |
2015-2016 |
471 |
1.280 |
1.280 |
3031 |
2016-2017 |
461 |
1.284 |
1.391 |
3136 |
2017-2018 |
449 |
1.306 |
1.485 |
3240 |
2018-2019 |
489 |
1.437 |
1.640 |
3566 |
2019-2020 |
630 |
1.529 |
1.754 |
3913 |
2020-2021 |
595 |
1.496 |
1.771 |
3862 |
Toename |
+ 44,8% |
+ 33% |
+ 54,5% |
+ 44% |
Hoogste aantal in de provincie Antwerpen
Het aantal leerlingen dat een studietoelage krijgt omwille van de pleegzorgsituatie waarin zij zich bevinden, is jaarlijks het hoogst in de provincie Antwerpen. Dit schooljaar gaat het maar liefst om 31 procent van het totaal aantal dossiers, nl. 1.196 op een totaal van 3.862.
Schooljaar |
Aantal toekenningen studietoelagen o.b.v. pleegzorgdecreet |
||||||
2020-2021 |
Antwerpen |
Limburg |
Oost-Vlaanderen |
Vlaams-Brabant |
West-Vlaanderen |
XX* |
Totaal |
kleuter |
192 |
94 |
137 |
82 |
90 |
0 |
595 |
lager |
429 |
254 |
330 |
216 |
259 |
8 |
1.496 |
secundair |
575 |
230 |
385 |
231 |
337 |
13 |
1.771 |
Totaal |
1.196 |
578 |
852 |
529 |
686 |
21 |
3.862 |
*Woonplaats buiten Vlaanderen of (momenteel) ongekend binnen de Centrale Groeipakketapplicatie.
Sterke stijging voor het hoger onderwijs
Opvallend is ook de stijging van het aantal studenten uit het hoger onderwijs die een automatisch recht hebben op een studietoelage omdat ze worden opgevangen in een pleeggezin. Hun aantal steeg van 96 voor het schooljaar 2015-2016 tot 225 studenten voor het schooljaar 2019-2020. Dat is een stijging van maar liefst 134,4 procent.
Schooljaar |
Hoger onderwijs |
2014-2015 |
|
2015-2016 |
96 |
2016-2017 |
142 |
2017-2018 |
139 |
2018-2019 |
179 |
2019-2020 |
225 |
Toename |
+ 134,4% |
“Met de automatische toekenning van een studietoelage wilden we jongeren in pleegzorg meer kans geven om verder te studeren en toch in pleegzorg te blijven,” vertelt Schryvers, “Komt daarbij dat we in 2018 een aanpassing hebben gedaan aan het decreet Pleegzorg waardoor pleegzorg niet meer moet stoppen op de leeftijd van 21, maar kan doorlopen tot de jongere 25 is. Dit kan zeker ook mee een reden zijn voor de grote toename van het aantal pleegjongeren met een studietoelage.”
Schryvers is tevreden over deze evolutie: “Wanneer een kind of een jongere (al dan niet tijdelijk) niet meer in het eigen gezin kan blijven, is een plaatsing in een pleeggezin meestal de beste oplossing. Daar krijgen ze immers meer geborgenheid en warmte dan in een instelling. Via de automatische toekenning van studietoelagen moeten financiële bekommernissen geen reden meer zijn die pleegjongeren ervan weerhoudt om verder te kunnen studeren. Ook voor hen is dat immers ontzettend belangrijk om hun kansen voor de toekomst te verzekeren. Ook de pleeggezinnen zelf kunnen zo gemakkelijker hun huis en hun hart blijven openstellen, ook als de jongeren hogere studies volgen.”