Er zal werk worden gemaakt van een uniform kwaliteitslabel voor studentenkoten, dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. Nu werken een aantal steden met een eigen label, gebaseerd op telkens verschillende criteria. Vlaams parlementslid Katrien Schryvers die hier al jaren voor pleit, reageert tevreden: “Het is goed dat studentenkamers op eenzelfde manier zullen beoordeeld worden. Het vinden van een betaalbaar kot is belangrijk, maar minstens even belangrijk is dat het kot leefbaar en veilig is. Met een uniform kwaliteitslabel weten studenten dat ze dezelfde kwaliteit mogen verwachten in elke studentenstad.”
Elke stad een ander label
De verhuring van studentenkoten is gebonden aan strikte regels op het vlak van woonkwaliteit, brandveiligheid en ruimtelijke ordening. Dat een woning of een kamer voldoet aan de decretale vereisten en normen, kan blijken uit een conformiteitsattest. Sommige studentensteden werken daarnaast ook met een eigen kwaliteitslabel voor studentenkoten. Elke stad hanteert daarbij haar eigen systeem en eigen criteria. Zo wordt in Leuven en Antwerpen een kleurencode gebruikt (zij het een verschillende), terwijl koten in Kortrijk 1 tot 3 sterren kunnen krijgen. Hasselt en Gent werken dan weer niet met een kwaliteitslabel. De soms grote verschillen tussen de kotlabels zijn historisch gegroeid en vaak te verklaren door de concrete wijze waarop studentensteden en onderwijsinstellingen met elkaar samenwerken.
Naar aanleiding van verschillende parlementaire vragen van Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers werd haar voorstel tot het ontwikkelen van een uniform kwaliteitslabel dat in elke studentenstad op dezelfde manier kan worden toegekend, besproken op het Overlegplatform Private Huur – Studentenhuisvesting. Op dit overlegplatform ontmoeten studentensteden en onderwijsinstellingen elkaar om ervaringen uit te wisselen, kennis te delen en zaken aan het beleid te signaleren. Uit het overleg bleek dat de studentensteden het idee voor een uniform kwaliteitslabel zeker genegen zijn.
Plan van aanpak
Daarop werd afgesproken dat de administratie een plan van aanpak zal ontwikkelen voor het uitwerken van een uniform kwaliteitslabel, zo vernam Schryvers in antwoord op een recente parlementaire vraag aan minister Diependaele, bevoegd voor wonen. De uitwerking ervan zal evenwel niet gebeuren in de schoot van het Overlegplatform. Op die manier kan worden vermeden dat de besprekingen te veel vertrekken vanuit het eigen kotlabel en dat er niet alleen wordt nagedacht welke meerwaarde een uniform label voor het eigen kotlabel kan betekenen.
Om dezelfde reden worden er ook nog geen concrete voorstellen voor een uniform kwaliteitslabel gedaan. Criteria die besproken kunnen worden zijn onder meer van wie het label moet uitgaan, voor welke ruimtes een kotlabel moet kunnen aangevraagd worden, welke aspecten het label moet omvatten, wat de duurtijd is van zo’n label, enz.
Mogelijke deelnemers zijn alvast studenten, die via de Vlaamse Vereniging van Studenten geselecteerd kunnen worden. Langs verhuurderszijde wordt gedacht aan private verhuurders en onderwijsinstellingen. Ook lokale huisvestingsambtenaren kunnen worden betrokken, evenals de Vlaamse administraties bevoegd voor woningkwaliteit, onderwijs en omgeving.
Duidelijkheid voor huurders en verhuurders
“Een uniform kwaliteitsbeoordelingssysteem heeft verschillende voordelen” stelt Schryvers, “Het maakt het bijvoorbeeld makkelijker om koten in verschillende steden te vergelijken. Studenten en hun ouders kunnen erop rekenen dat ze van een kot met eenzelfde label dezelfde kwaliteit mogen verwachten. Anderzijds kan zo’n uniform systeem interessant zijn voor verhuurders, zeker als ze koten verhuren in verschillende steden. Alle koten dienen immers te voldoen aan dezelfde criteria, ongeacht de stad waarin ze zich bevinden.”