Het positief project, waarbij jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd zelf mee oplossingen kunnen zoeken voor de gevolgen van de feiten voor het slachtoffer, zichzelf, hun omgeving en de maatschappij, wordt als positief ervaren. Sinds het inwerkingtreden van het decreet Jeugddelinquentierecht werden al 165 positieve projecten opgestart. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. Nog niet overal vond deze mogelijkheid echter op dezelfde manier ingang, zo wijzen de cijfers uit.
20-05-2021
Sinds 1 september 2019 is het decreet Jeugddelinquentie van kracht. “Met dit decreet heeft Vlaanderen de klemtoon gelegd op de verantwoordelijkheid van de jongere die een jeugddelict heeft gepleegd en op herstel”, legt Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers uit, “Zo heeft niet alleen de rechter ruime mogelijkheden tot het opleggen van een maatregel of een sanctie, de jongere kan ook zelf een positief project voorstellen aan de jeugdrechtbank of het openbaar ministerie. Daarbij is het doel om tot een plan te komen waarbij verschillende engagementen worden opgenomen en waarbij de jongere oplossingen zoekt voor de gevolgen van de feiten die hij of zij gepleegd heeft voor het slachtoffer, zichzelf, zijn omgeving en de maatschappij. De jongere krijgt daarbij natuurlijk ondersteuning van de jeugdadvocaat en de begeleiders van de HCA-diensten (herstelgerichte en constructieve afhandeling).”
In de praktijk krijgen deze positieve projecten een zeer diverse invulling, afhankelijk van de specifieke situatie van de jongere. Zo kan het gaan om het volgen van begeleiding, vorming of therapie onder meer in verband met weerbaarheid, agressie of druggebruik. Het kan ook dat de jongere een engagement aangaat, zoals het afmaken van een opleiding, het naleven van afspraken in de huiselijke sfeer of het invullen van de vrije tijd op een georganiseerde manier. Daarnaast kunnen de jongeren vrijwilligerswerk opnemen (bijv. in een zorgsetting), een cursus (bijv. EHBO) volgen of acties ondernemen in functie van het herstel van het slachtoffer (bijv. een verontschuldigingsbrief schrijven). Bij het onvoldoende of niet uitvoeren van het project kan het parket de jeugdrechter vorderen of kunnen er andere maatregelen tegenover de jongere worden genomen.
In 2019 werden na de inwerkingtreding van het decreet op 1 september al 33 positieve projecten opgestart. In 2020 waren dat er 132. Vorig jaar werden 43 projecten reeds volledig afgerond. Dat vernam Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag aan Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir. Meestal ging het om 16- of 17-jarigen, maar ook in de lagere leeftijdscategorieën werkten jongeren aan een positief project in het kader van jeugddelinquentie. Acht projecten werden vorig jaar vroegtijdig stopgezet en vier projecten werden wel opgelegd, maar niet gestart.
Leeftijd: |
13 |
14 |
15 |
16 |
17 |
18 |
Totaal |
2019 |
2 |
1 |
6 |
15 |
8 |
1 |
33 |
2020 |
7 |
14 |
18 |
38 |
41 |
14 |
132 |
Totaal |
9 |
15 |
24 |
53 |
49 |
15 |
|
Regionale verschillen
“Opvallend zijn de grote verschillen tussen de afdelingen van de gerechtelijke arrondissementen”, stelt Schryvers vast. In 2020 werd het vaakst een positief project opgestart in de afdeling Turnhout (29). Daarna volgen Halle Vilvoorde (17) en Antwerpen (16). In de afdelingen Brussel, Dendermonde en Mechelen was er telkens voor 12 jongeren sprake van een positief project. In Hasselt en Leuven werden er vorig jaar slechts 4 opgelegd, in Oudenaarde 1 en in Tongeren zelfs geen enkel.
Afdeling gerechtelijk arrondissement |
Opgestart 2019 |
Opgestart 2020 |
Antwerpen |
7 |
16 |
Brugge |
|
9 |
Brussel |
|
12 |
Dendermonde |
|
12 |
Gent |
6 |
9 |
Halle Vilvoorde |
1 |
17 |
Hasselt |
2 |
4 |
Ieper |
1 |
1 |
Kortrijk |
|
5 |
Leuven |
8 |
4 |
Mechelen |
5 |
12 |
Oudenaarde |
|
1 |
Tongeren |
2 |
|
Turnhout |
1 |
29 |
Veurne |
|
1 |
Totaal |
33 |
132 |
“Het is jammer dat er in sommige regio’s heel weinig gebruikt van wordt gemaakt”, vindt Schryvers, “en het is vreemd dat er in Tongeren in 2019 wel twee trajecten werden opgestart, maar vorig jaar geen enkel.”
In het algemeen wordt de mogelijkheid en de toepassing van het positief project door de verschillende betrokkenen als goed geëvalueerd, zo vernam Schryvers nog. Zowel het openbaar ministerie als de jeugdrechter hebben immers een bijkomend middel in handen gekregen om op maat te reageren op daden van jeugddelinquentie. De HCA-diensten geven aan dat het opnemen van verantwoordelijkheid door de minderjarige zelf leidt tot gedragen, creatieve en constructieve acties van de jongeren.
“Deze reacties indachtig, zal ik de minister aansporen om ervoor te zorgen dat het positief project in heel Vlaanderen in gelijke mate voet aan de grond krijgt”, zegt Schryvers, “De doelstellingen van het positief project zijn heel waardevol en de reacties erop zijn veelbelovend. Het zou dus niet afhankelijk mogen zijn van de plek waar men wordt vervolgd of men meer of minder kans krijgt om via een positief project terug meer aansluiting te krijgen bij de maatschappij.”