Zot van je kot?
17-03-2015
Elk jaar gaan zo’n 75.000 studenten in Vlaanderen op zoek naar een studentenkamer in de buurt van hun universiteit of hogeschool. En ze zijn zot van hun kot. Al maakt dat kot hen ook af en toe echt zot. Omdat de huur, de waarborg en ook vaak de aparte energierekeningen, een serieuze hap nemen uit hun studiebudget, terwijl daartegenover niet altijd kwaliteit staat. Anderzijds maken sommige studenten het soms zo bont dat het hun kotbaas is die er bijna zot van wordt.
Maar wie een huurovereenkomst voor een studentenkot afsluit, heeft maar weinig wettelijke regels om op terug te vallen. Dat wil zeggen dat noch huurder noch verhuurder in discussies over de huurperiode, de huurprijs, de waarborgregeling, ... kunnen teruggrijpen naar de nodige beschermingsmaatregelen. Omwille van de nood aan een juridisch kader voor alle betrokken partijen, verzamelde Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers bekommernissen over het huren en verhuren van studentenkoten. Ze bundelde oplossingsvoorstellen in een conceptnota en wil op basis daarvan de discussie aangaan met het oog op een decretale huurregeling voor studentenkamers.
In haar conceptnota focust Schryvers zich op de huurwaarborg, de huurovereenkomst, de kosten van een kot en de kwaliteit en veiligheid van een kot. “Voor elk van deze zaken bestaan er maar weinig, soms zelfs geen, sluitende voorschriften. Dat leidt vaak tot onzekerheid, scheefgegroeide relaties tussen kotbazen en huurders en zelfs echte wantoestanden,” vertelt Schryvers. “Als we voor een aantal belangrijke onderdelen regels kunnen meegeven, kan dit rust creëren voor zowel de verhuurder als voor de huurder-student, voor wie een goed kot toch een belangrijk onderdeel vormt van een geslaagd studietraject.”
Huurwaarborg
Een eerste element waarover vaak discussie bestaat, is de huurwaarborg, die meestal door de verhuurder wordt gevraagd. Het bedrag en de wijze van borgstelling kunnen sterk verschillen. “Belangrijk is dat de huurder de intresten van het geld dat hij in borg geeft, niet misloopt,” vindt Schryvers, “ook moeten zowel huurder als verhuurder aan het einde van de rit zeker zijn dat het bedrag van de borg ofwel rechtmatig wordt terugbetaald, ofwel wordt ingezet om de eventuele schade aan de woning te vergoeden.” Haar voorstel is dan ook om de huurwaarborg voor een studentenkot niet meer te laten bedragen dan één maand huur en dit bedrag te laten storten op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder.
Recht op huurhernieuwing
Eens een student een kot heeft gevonden dat hem bevalt, behoudt hij dit kot meestal ook graag gedurende zijn hele studieloopbaan. “Tijdens de blokperiode plots moeten vernemen dat je op zoek moet naar een nieuw kot, is allerminst bevorderlijk voor de studieresultaten,” beseft Schryvers. Zij wil de huurders-student een recht op huurhernieuwing toestaan, zolang hij kan aantonen dat hij regelmatig is ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Die hernieuwing moet kunnen gebeuren tegen dezelfde prijs (mits jaarlijkse indexering) en voorwaarden zoals vastgelegd in de oorspronkelijke huurovereenkomst. Wanneer de student echter niet aan zijn huurdersverplichtingen voldoet, moet de verhuurder dit recht op huurvernieuwing niet volgen.
Onderverhuring en kortlopende huurovereenkomsten
Een periode van les volgen in het buitenland maakt steeds vaker deel uit van een studietraject. In dat geval zou het mogelijk moeten zijn om een kot onder te verhuren. “Op die manier worden ook meer mogelijkheden gecreëerd voor buitenlandse studenten die het nu heel moeilijk hebben om in een Vlaamse studentenstad een kot te vinden voor een paar maanden,” vult Schryvers aan. In aanvulling daarvan stelt zij voor om ook de mogelijkheden van kortlopende huurovereenkomsten te onderzoeken.
Conformiteitsattest
Een goed kot is een veilig, gezond en comfortabel kot. Een conformiteitsattest, hoewel momenteel nog niet in de studentensteden verplicht, kan daarover zekerheid geven. “Wat alleszins niet kan is dat de studenten (of hun ouders) zouden moeten opdraaien voor de kosten hiervan. Het is de verantwoordelijkheid van de verhuurder een woning aan te bieden die voldoet aan de voorgeschreven normen,” benadrukt Schryvers. Zij hoopt dat lokale besturen en verzekeraars hierover tot een akkoord kunnen komen. Ook de kosten voor de onroerende voorheffing en de kosten verbonden aan bemiddeling door een derde voor de verhuring van de woning, mogen niet op de rekening van de student komen.
Energiekosten
Naast de huurprijs krijgen studenten-huurders vaak een aparte rekening voor de energiekosten. “Zeker wanneer meerdere studenten onder één dak wonen, moeten deze kosten duidelijk benoemd, maar ook duidelijk en eerlijk verdeeld worden,” vindt Schryvers. Opdat huurders niet voor onaangename verrassingen komen te staan wil zij hen inzagerecht verlenen in de energieafrekeningen van het gebouw of de kamer van de voorbije drie jaar. “Anderzijds moet ook nagedacht worden over responsabilisering van de studenten-huurders op het vlak van energie- en waterverbruik,” stelt Schryvers, “en waarom zou een afzonderlijk energieprestatiecertificaat (EPC) niet mogelijk zijn?”
De conceptnota werd neergelegd in het Vlaams Parlement en zal binnenkort voorwerp uitmaken van hoorzittingen in de commissie Wonen. “Hopelijk kunnen we dan door de decretale verankering van een aantal regels meer juridische zekerheid en bescherming bieden aan zowel huurders als verhuurders van studentenkoten,” besluit Schryvers.
Inspraaktraject
In afwachting van de bespreking in het Vlaams Parlement start Katrien Schryvers alvast een inspraaktraject. De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) heeft voorgesteld om de nota kritisch tegen het licht te houden samen met de studentenraden uit de verschillende studentensteden. Ook de individuele student of kotbaas kan zijn ervaringen kwijt op de speciaal daarvoor opgestarte ‘Zot van je kot’-Facebookpagina. De daar verzamelde cases worden meegenomen bij de opmaak van het huurdecreet studentenkoten.
www.facebook.com/zotvanjekot