“We hebben altijd veel volk rond ons gehad. We hebben zelf drie kinderen, en zij namen altijd veel vriendjes mee. De hele zomer zat het hier vol kinderen”, steekt Annie Cool van wal. “Een boerderij, dat is het echt hé”, vertelt Marc. “Een kalfje wordt hier écht geboren en tractoren rijden hier écht rond, dat vinden ze de max.”
Marc Monstrey en Annie Cool zijn naast landbouwer en kabinetsmedewerkster, ook ouders van drie volwassen kinderen. Zij is een enthousiast CD&V-raadslid, hij is al 25 jaar voorzitter van hun afdeling in Gistel én beheerder van het parochiecentrum. Alsof dat niet genoeg is, kwam er twaalf jaar geleden een engagement bij als Zorgboerderij. Drie dagen in de week vangen ze zorgbehoevenden op, en geven hen een zinvolle dagbesteding op het land en tussen hun dieren. “Er kan altijd nog wel iets bij”, vertrouwt Annie ons tot drie maal toe.
Jan en Bram
25 gasten hebben ze zo al verwelkomd. Soms waren het korte time-out trajecten voor schoolverlaters, soms langere periodes met jongeren uit een instelling. De laatste vijf jaar werken Jan en Bram afwisselend op hun boerderij. Samen met Marc geven ze de koeien hooi en stro, vegen ze de hangars, verzorgen de kippen en onderhouden de tuin.
&: Bevalt het jullie dan zo hard? Zorgen én samenwerken met deze jongeren?
Marc: Niet elke dag is hetzelfde voor die mannen. En elk heeft zijn eigenheid. Zoals dat met iedereen is. Het is ook niet de bedoeling dat wij therapeutisch moeten werken. Maar we moeten wel met hen kunnen omgaan. Wij moeten ons aanpassen aan hen. Dat is ook een dagelijkse uitdaging voor ons.
Annie: Ik vind dat een basishouding: openstaan voor mensen en hen kansen geven. En ik leer ervan. Ik heb ook altijd graag contact met de ouders, of de instelling van waaruit onze gasten gestuurd worden. Ik wil ook weten wat Jan en Bram graag doen. Waar ze over vertellen na dat ze bij ons geweest zijn. Dat schept na zoveel jaar een band, natuurlijk.
Groene Zorg
&: Hoe begint zo een engagement? Waarom beslissen jullie op een gegeven moment om daarmee te starten?
Marc: Vroeger kregen wij die zorgvragen ook. Er waren kennissen die vroegen: “Mag onze zoon eens komen helpen?” Zo zijn we daarin gerold. Ik ben ook sociaal assistent van opleiding, en heb ook wel een bepaalde ingesteldheid. We zijn daarom vrij snel mee op de kar van Groene Zorg gesprongen.
Annie: In zijn puurste vorm is Groene Zorg een vorm van verbreding. Net als hoevetoerisme, zorgt het voor een secundair inkomen. In plaats van ons bedrijf uit te breiden, hebben we 12 jaar geleden een switch gemaakt: Ik ben meer gaan werken en Marc werd de landbouwer, hier op het bedrijf van mijn ouders. Met het engagement van Groene Zorg er dus bij.
Marc: Het is ook compagnie hé. Annie is gaan werken, dus het is plezanter met twee. Voor sommige taakjes ben je ook blij dat je met twee bent. Dan wacht ik vaak een dag, tot Bram of Jan er is.
Annie: Voor ons is onze primaire activiteit ook altijd belangrijk gebleven. De boerderij moet actief blijven. Als er dan mensen komen vragen om zinvolle dagbesteding aan te bieden, dan nemen we dat er graag bij. Het is vroeger ook altijd zo geweest, dat die mensen vaak bij de boer gingen helpen. Ook wij deden dat. Maar het is een complexe samenleving geworden. Zowel wij, als de gasten, als de overheid hebben nood aan afspraken. Wie is wanneer aansprakelijk? En voor wat? Want die mannen werken hier wel hé? En dat houdt een risico in.
Marc: Het is een waardering dat het financieel wordt vergoed. Maar we zijn vooral blij dat alles goed geregeld wordt. Je hebt dankzij de Groene Zorg een contract met duidelijke afspraken over taken voor de zorggasten, over aandachtspunten in omgang en over verantwoordelijkheden. En dat zorgt voor rust bij ons. Er is ook een verzekering, mocht er iets misgaan.
&: Zit daar niet altijd vertrouwen in? Ben je vaak ongerust? Het blijft immers een boerderij met grote dieren?
Marc: Er is zeker altijd toezicht nodig. Of een verwijderd toezicht. Ze moeten weten waar ik ben. Bram en Jan krijgen ook eenvoudige opdrachten en geen twee tegelijk. Ik maak speciaal kleine balen stro, zodat het handelbaar blijft. Bram probeert er altijd zes op zijn kruiwagen te leggen, maar dat kan hij niet. Toch blijft hij proberen (lacht). Ik controleer dan of ze goed verdeeld zijn over de verschillende kalfjes, zodat ze niet helemaal onder het stro zitten. En ja, soms doen ze dat met hooi in plaats van stro, omdat ze het verschil niet goed kennen. Je moet ze dat dan echt leren. Ach ja, het is niet altijd het rendement dat telt.
De baas is content
Marc: We hebben vroeger veel time-outs gedaan. Die jongeren kwamen hier in juni aan, schoolmoe en helemaal op hun einde. Een zorgboerderij neemt hen uit hun omgeving weg, zorgt voor rust en geef hen een één op één-relatie. Alleen zo kun je hen vaak resultaten laten bereiken. Het helpt ook dat je hier snel resultaat van je werk ziet. Als de kalfjes proper zitten en de vloer proper is, dan geeft dat direct voldoening.
Annie: Vaak kwamen ze dan met hun ouders op gesprek om na te gaan hoe het gelopen is. Je zag hen en hun ouders opbeuren omdat we zo positief waren over het werk van hun zoon of dochter. We vinden het ook belangrijk, om te zeggen dat het goed is.
Marc: Voor Jan en Bram is dat aspect van werk ook wel een meerwaarde. Ze mogen dus wel echt gaan werken. Ze hebben een baas die zegt dat het goed is, die content is. Onderschat dat niet, dat is enorm belangrijk. Ook voor onze gasten. Vroeger kwamen andere gasten na hun traject nog eens met hun opvoeder langs, om te tonen wat ze hier allemaal gedaan hebben. Zo fier dat die gasten op hun geleverde werk kunnen zijn.