De commissie Sociale Zaken heeft unaniem een wetsontwerp goedgekeurd om de minimumleeftijd voor inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) of integratietegemoetkoming (IT) te verlagen van 21 naar 18 jaar. CD&V-Kamerlid Nathalie Muylle had dit wetsontwerp ingediend in juli 2020 als minister bevoegd voor Gelijke Kansen en Personen met een handicap. Hierdoor krijgen personen met een beperking een aanzienlijk hogere uitkering dan hun kinderbijslag zodra ze 18 worden.
Nathalie Muylle: “Vorige week nog toonde onderzoek van Unia aan dat mensen met een beperking in de eerste plaats bekommerd zijn om hun financiële situatie. Sommigen kunnen amper participeren in de samenleving omdat hun middelen vooral naar basisbehoeften of medische zorg gaan. Inkomensvervangende tegemoetkomingen en integratietegemoetkomingen zijn bedoeld om hen hierbij te ondersteunen. Vandaag is de minimumleeftijd voor deze tegemoetkomingen echter nog steeds gebaseerd op de vroegere leeftijd van meerderjarigheid van 21 jaar. Dat is niet meer van deze tijd. Dit wetsontwerp actualiseert de wetgeving en zorgt in de praktijk voor bijkomende ondersteuning voor mensen met een beperking.”
CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri, vast lid in commissie Sociale Zaken: “Ik ben zeer opgetogen dat dit wetsontwerp eindelijk is goedgekeurd. Zo’n 10.000 jongeren met een beperking zullen hierdoor een hoger bedrag zullen krijgen dan vandaag. In sommige gevallen gaat het zelfs om een verdubbeling. Vele kwetsbare mensen krijgen daardoor aanzienlijk meer financiële ademruimte. Vanaf 1 januari 2021 zullen deze tegemoetkomingen bovendien automatisch toegekend worden, dankzij een eerder CD&V-voorstel. Zo maken we komaf met de ingewikkelde administratieve aanvraagprocedures, waardoor vandaag 1 op 4 gerechtigden geen tegemoetkoming aanvragen.”
De minimumleeftijd om als persoon met een handicap een uitkering te krijgen, ligt momenteel op 21 jaar. De wet die de uitkeringen regelt, dateert uit 1987, toen de leeftijd van meerderjarigheid nog op 21 jaar lag. Het wetsontwerp dat Nathalie Muylle als minister liet opstellen, verlaagt deze leeftijdsgrens naar 18 jaar. Het ontwerp volgt daarmee een arrest van het Grondwettelijk Hof, dat vorige zomer oordeelde dat de minimumleeftijd van 21 jaar ongrondwettelijk is.
De verlaging van de minimumleeftijd naar 18 jaar, betekent in de praktijk dat personen met een handicap een hogere uitkering zullen krijgen. Op dit moment kunnen zij in de periode van 18 tot 21 jaar enkel een beroep doen op een (verhoogde) kinderbijslag. In de toekomst kunnen zij vanaf 18 jaar aanspraak maken op de hogere inkomensvervangende tegemoetkoming en eventueel de integratietegemoetkoming. Ongeveer 10.000 personen met een handicap per jaar doen hun voordeel bij de aanpassing.