Zonnepanelen zorgen voor storingen op het net
05-05-2011
De productie van elektriciteit via zonnepanelen heeft in Vlaanderen een enorme boost gekregen. Op dit moment zijn er niet minder dan 101.000 installaties. Die opgewekte stroom kan aan het distributienet geleverd worden of onmiddellijk zelf gebruikt. Bij het injecteren op het net kunnen er echter ernstige storingen ontstaan. Robrecht Bothuyne (CD&V) ondervroeg daar minister Van den Bossche over.
De meest voorkomende storingen zijn de verandering van de geleverde spanning (waardoor elektrische apparaten plots uitschakelen en een kortere levensduur hebben) en ‘flikkering’ (bvb. flikkerende lampen). In totaal gaat het om meer dan 3.500 klachten per jaar over problemen met de netspanning en zowat 150 klachten per jaar over de zogenaamde ‘flikkering’.
Bothuyne geeft aan dat op het niveau van de distributienetten het probleem nog relatief beperkt is door de geografische verspreiding van de kleine productie-installaties en de nog beperkte geïnstalleerde capaciteit. Bothuyne: “Daar kan in de toekomst verandering in komen. Door de snelle opkomst van deze decentrale installaties zullen ze een belangrijke productiecapaciteit vertegenwoordigen. Als meerdere van deze installaties gelijktijdig zouden worden uitgeschakeld, kunnen er ernstige storingen op het distributienetwerk verschijnen. Oplossingen zijn mogelijk, maar een meer structurele aanpak is vereist.”
Bepaalde regio’s in Vlaanderen, waar er vele zonnepaneleninstallaties zijn, hebben al wat meer last van problemen dan andere regio’s. Hoe landelijker het karakter van het netgebied, hoe minder aansluitingen er zijn op het net en hoe gevoeliger het net is voor problemen met decentrale productie-installaties. Dit heeft tot gevolg dat er in het gebied van de PBE (Provinciale Brabantse Energiemaatschappij) het meest moeilijkheden opduiken. Dat is niet verwonderlijk gezien de grote afstanden van de aansluiting tot de cabine op het platteland en het lage aantal afnemers per cabine in die regio.
“Een doorgedreven en efficiënte communicatie, anticipatie op klachten en het bijhouden van de geregistreerde meldingen zijn nodig om de gedecentraliseerde installaties optimaal te laten renderen zonder de buurt met problemen bij de elektriciteitstoevoer op te zadelen”, aldus Bothuyne.
Zowel Infrax als Eandis leveren inspanningen om projecten voor lokale elektriciteitsproductie op de netten aan te sluiten. Zij beseffen terdege dat er een optimale inplanting nodig is om de investeringen in de netten aanvaardbaar en haalbaar te houden. Bij Eandis werd in 2010 voor 615 miljoen euro geïnvesteerd en het budget voor 2011 loopt op tot 637 miljoen euro.
Ook Infrax reageert met een zelfde investeringsgraad doch op een andeer niveau gezien haar spreiding. In 2009 werd er voor 38.219.468 euro geïnvesteerd. Een stijging van om en bij de 50% tegenover 2008. Recentere investeringscijfers werden nog niet vrijgegeven, maar alles wijst er op dat ook Infrax een reële inspanning doet om tegemoet te komen aan de veranderende gedecentraliseerde markt.
Als Vlaanderen in de toekomst tegemoet wil komen aan de Europese doelstelling om 13% groene energie te produceren, zal fors moeten geïnvesteerd worden in ons elektriciteitsnet. De ontwikkeling van een smart grid is een mogelijke tegemoetkoming. Smart grids zijn slimme elektriciteitsnetwerken. Zij optimaliseren productie en distributie van energie en zorgen voor een betere koppeling tussen vraag en aanbod bij zowel producent als consument. De implementatie van deze smart grids is een goede zaak om de huidige problemen op het net op te lossen, maar zal aan Vlaanderen miljarden euro’s kosten. De nodige structurele afwegingen dienen gemaakt te worden. Alle hens aan dek dus!