Wetsvoorstel tot aanpassing levensverzekering goedgekeurd
30-11-2012
De mogelijkheden om erfgenamen via levensverzekeringen te onterven wordt opnieuw ingeperkt. Gisteren heeft na de Senaat, ook de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsvoorstel (nummer 53-2387/003) van Rik Torfs, Wouter Beke en Sabine de Bethune goedgekeurd dat pleit voor een meer billijke regeling bij de uitkering van een levensverzekering in geval van overlijden. Alle parlementaire procedures zijn nu doorlopen, waardoor het voorstel klaar is om gepubliceerd te worden in het Belgisch Staatsblad. De wet zal tien dagen na de publicatie ervan in werking treden.
Eind 2010 heeft de CD&V-Senaatsfractie de aanpassing van de levensverzekering op de agenda gezet in de Commissie Justitie. Het Grondwettelijk Hof had enkele artikelen van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst ongrondwettelijk verklaard, waarna Torfs, Beke en de Bethune via een parlementair initiatief in de Senaat een einde wilden maken aan deze rechtsonzekerheid.
Volgens artikel 922 van het Burgerlijk Wetboek hebben de reservataire erfgenamen recht op het voorbehouden deel van de erfenis, namelijk de wettelijke reserve. Slechts een beperkt gedeelte van de nalatenschap, de beschikbare reserve, mag besteed worden aan testamenten of schenkingen.
In een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof vroeg een raadsheer van het Hof van Beroep te Gent zich echter af in welk kader de levensverzekering zich situeert. Wat is namelijk het lot van de betaalde premies en de verzekeringsprestatie van een levensverzekering indien er sprake is van een overlijden?
Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst stelt dat ingeval van overlijden van de verzekeringnemer, de reservataire erfgenamen slechts de inkorting van de betaalde premies kunnen vragen als deze kennelijk buiten verhouding staan tot de algemene vermogenstoestand van de erflater.
Rik Torfs, die namens CD&V het wetsvoorstel heeft verdedigd in de Commissie Justitie, zegt: "Vandaag kan men via een levensverzekering, waarbij men een erfgenaam of een derde persoon begunstigt, in het licht van artikel 124 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst afbreuk doen aan de wettelijke reserve waarop de reservataire erfgenamen recht hebben."
Het Hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de reserve, ondanks een levensverzekering, altijd gevrijwaard moet blijven.
Door deze uitspraak werd duidelijk dat een levensverzekering met een welbepaalde begunstigde, als een schenking kan beschouwd worden en opgeteld moet worden bij het actieve vermogen om de zogenaamde fictieve massa samen te stellen. De fictieve massa vormt de basis voor de berekening van het gedeelte waarover men via schenkingen of testamenten vrij kan beschikken. Worden de wettelijke drempels overschreden, dan kan een reservataire erfgenaam een compensatie vragen, zodat hij het deel krijgt waar hij wettelijk recht op heeft.
Het goedgekeurde wetsvoorstel wijzigt artikel 124 van de desbetreffende wet, zodat inbreng of inkorting in geval van overlijden van de verzekeringnemer mogelijk wordt wanneer er aan de wettelijke regels voldaan wordt. Rik Torfs: "Concreet betekent dit dat dat men familieleden niet meer kan benadelen via een spaarverrichting in de vorm van een levensverzekering. De wettelijke erfgenamen zullen krijgen waar ze recht op hebben."