Wetsontwerp beschermingsstatuten goedgekeurd door de Senaat
Op donderdag 10 januari 2013 verleende de Senaat goedkeuring aan het CD&V-wetsvoorstel tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot regeling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid. Na een grondige lezing van de tekst die eerder door de Kamer werd goedgekeurd, bleek dat er nog enkele lacunes dienden te worden opgevuld en ook andere wetten in overeenstemming met deze wet moesten worden gebracht. Senator Rik Torfs diende daartoe een 50-tal amendementen in, dewelke allemaal door de Senaat werden goedgekeurd.
Op dit ogenblik bestaan er verschillende regimes om meerderjarige personen die niet bekwaam zijn om rechtshandelingen te stellen te beschermen en/of te vertegenwoordigen. Het wetsontwerp heeft tot doel een meer eigentijdse regeling te bieden.
De nieuwe geïntegreerde wetgeving vertaalt zich in drie krachtlijnen.
Het uitgangspunt van de nieuwe wet is de uitbreiding van de regeling van het voorlopig bewind, dat momenteel gefocust is vooral op het beheer van de goederen van de onbekwame, tot de bescherming van de persoon zelf. De verschillende beschermingsstelsels die op de dag van vandaag bestaan (zoals het voorlopig bewind, de verlengde minderjarigheid en de bijstand door een gerechtelijk raadsman), worden opgeheven of geïntegreerd in de nieuwe globale beschermingsstatus. Het nieuwe beschermingsstatuut laat toe meer over te gaan naar een “op maat bescherming” van de te beschermen persoon. Zo kan de vrederechter bepalen voor welke vorm van beslissingen de betrokken persoon bescherming en/of begeleiding behoeft van een bewindvoerder en voor welke niet en kan ook de vertrouwenspersoon een grotere rol toebedeeld krijgen. Voor vermogensrechtelijke handelingen kan ook gekozen worden voor een buitengerechtelijke beschermingsregeling boven een regeling die door de vrederechter is opgelegd.
De bestaande wetgeving wordt in overeenstemming gebracht met internationale regelgeving, meer bepaald met de Aanbeveling van de Raad van Europa over de juridische bescherming van meerderjarige onbekwame en aan het VN-Verdrag betreffende de rechten van personen met een handicap. Zo wordt de beschermde persoon maximaal bij het besluitvormingsproces betrokken.
De vrederechter krijgt een centrale rol in het besluitvormingsproces. De regelgeving voorziet ook in een transparantere werking van het bewind.
Senator Rik Torfs: “Het belang van dit wetsontwerp mag niet onderschat worden. Het zet namelijk de beschermingsstatuten uit het Burgerlijk Wetboek om in een 21e eeuws globaal beschermingsstatuut dat toelaat een bescherming op maat uit te werken. De beschermde persoon wordt zelf meer betrokken bij de besluitvorming omtrent zijn persoon en zijn goederen. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de roep vanwege de hulpverleningssector naar modernisering van de verschillende statuten en zet België zijn internationale verplichtingen om in de interne wetgeving.”
De goedgekeurde tekst keert nu terug naar de Kamer.