Weinig Afghaanse vrouwen krijgen verblijfsrecht om gendergevoelige redenen
06-03-2014
In 2012 werden 32 Afghaanse vrouwen verblijfsrecht toegekend op basis van gendergevoelige redenen. Dit blijkt uit een parlementaire vraag (5-9920) van CD&V-senatrice Els Van Hoof aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. In totaal werden er in dat jaar 271 beslissingen genomen in dossiers van Afghaanse vrouwen, die voornamelijk asiel aanvroegen samen met hun echtgenoot of familie. In de aanloop van Internationale Vrouwendag op 8 maart leek het haar interessant om ook eens een blik te werpen buiten onze landsgrenzen.
Els Van Hoof: “Afghaanse vrouwen en meisjes zijn vaak het slachtoffer van onderdrukking, discriminatie of gedwongen huwelijken. Het is dan ook logisch dat het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) rekening houdt met gendergeboden motieven elke individuele beoordeling.”
123 Afghaanse vrouwen, oftewel 45,4% van de aanvragers, kregen in 2012 verblijfsrecht. 83 vrouwen werden erkend als vluchteling en 40 vrouwen kregen de subsidiaire beschermingsstatus. Dit laatste betekent dat zij niet onder de strikte voorwaarden van artikel 1 van het Vluchtelingenverdrag vallen, maar toch beschermd moeten worden door een andere staat indien er sprake is van een reëel risico voor ernstige schade in geval van terugkeer naar het land van herkomst.
Van de 123 Afghaanse vrouwen kregen er 32 verblijfsrecht op basis van gendergevoelige redenen: 26 vrouwen kregen daarbij asiel en 6 subsidiaire bescherming. Van de 26 vrouwen die een asielstatus verwierven, was dit 2 keer op basis van erewraak of eremoord, 15 keer omwille van een gedwongen huwelijk, 6 keer in het kader van huiselijk geweld en drie keer was seksueel geweld de oorzaak. Daarnaast kregen 5 vrouwen subsidiaire bescherming omdat ze het slachtoffer werden van een gedwongen huwelijk en kreeg 1 vrouw deze status toegekend op basis van haar seksuele oriëntatie.
De bevoegde staatssecretaris gaf aan dat haar administratie gebonden is aan de internationaalrechtelijke vastgelegde definities van ‘vluchteling’ en ‘subsidiaire bescherming’. Toch blijft het belangrijk dat de gendercel van het Commissariaat-generaal werk maakt van een verbetering en harmonisatie van de behandeling van gendergebonden asielaanvragen, niet alleen voor Afghaanse vrouwen.
“Zo kunnen alle vrouwelijke asielzoekers vragen om gehoord te worden door een vrouw, eventueel zonder aanwezigheid van hun echtgenoot of begeleider. Een goed initiatief, maar de vraag is of vrouwen die slachtoffer zijn van onderdrukking de vraag durven stellen. De referentiepersonen van de gendercel in elke geografische sectie van het Commissariaat-generaal moeten daar attent op zijn, net als op de precaire situatie van vrouwen in sommige landen”, besluit Van Hoof.