Wat bepaalt het studiesucces in het hoger onderwijs?
10-05-2015
Een nieuwe studie onderzocht van ruim 42.000 studenten hoe zij het deden in het eerste jaar hoger onderwijs. Meisjes doen het bijvoorbeeld beter dan jongens en ook de scholing van de ouders speelt een rol. Maar dé belangrijkste factor blijft de weg die een jongere volgt in het secundair onderwijs. Een opvallend nieuw gegeven : deelname aan deeltijds kunstonderwijs heeft ook een aantoonbaar positief effect. Om nog meer kinderen te laten genieten van het positieve effect van muzische vorming wil Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits de academie nog dichter in de gewone klas brengen
De studie van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen onderzocht bij ruim 42.000 jongeren welke factoren meespelen voor het studiesucces in het eerste jaar hoger onderwijs. Meisjes doen het beter dan jongens. Zo ligt hun studierendement 7% hoger. Kwetsbare jongeren doen het minder.
De studie bevestigt dat de vooropleiding in het secundair onderwijs veruit de grootste impact heeft op het latere studiesucces. Het secundair onderwijs is dus dé sleutel om de individuele achtergrond van leerlingen minder een rol te laten spelen in het hoger onderwijs.
Aan de specifieke achtergrond van kinderen kan het onderwijs zelf niet veel veranderen als deze studenten hoger onderwijs volgen. Maar je kunt wel werken aan de keuzes die jongeren maken binnen het onderwijs. Het is nefast als leerlingen die keuzes niet maken op basis van hun talenten, maar op basis van bijvoorbeeld hun thuissituatie. Daarom is de modernisering van het secundair cruciaal, om meer studiesucces te bereiken in het hoger onderwijs.
De studie stelt het uitstellen van de opleidingskeuze in het secundair onderwijs voor. De bevindingen van de studie zijn complementair met de recente screening van de 256 studierichtingen van de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Ze bevestigen dat een modernisering van het secundair onderwijs en een betere oriëntering richting het hoger onderwijs de sleutels zijn om te werken aan gelijke kansen voor alle jongeren.
Deeltijds Kunstonderwijs heeft positieve invloed
Deelname aan het kunstonderwijs (DKO) blijkt ook een positieve factor voor studiesucces in het hoger onderwijs. Onafhankelijk van alle andere kenmerken hebben leerlingen die muziek, woord, dans of beeldende kunst volgen een hoger studierendement (+6%).
Het DKO telt veel leerlingen, maar bereikt nog niet alle jongeren. Een grote interesse is goed, zeker omdat het een positief effect blijkt te hebben op het studiesucces in het hoger onderwijs. Het DKO is nochtans erg laagdrempelig : vanaf 40 euro kunnen kinderen onder deskundige leiding een heel jaar les aan de academie volgen. Voor 18 tot 24 jarigen, de studenten dus, is er zelfs een nieuwe categorie gekomen. Zij betalen een lager tarief dan volwassenen.
Om nog meer kinderen te laten genieten van het positieve effect van muzische vorming wil Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits de academie nog dichter in de gewone klas brengen. Er bestaan al goede voorbeelden. Er zijn academies die (zoals bosklassen) muziekklassen voor scholen organiseren. Er bestaan ook tijdelijke projecten waarbij het deeltijds kunstonderwijs in de klas gebracht wordt waardoor de leerlingen via een professional kennis kunnen maken met muziek, woord, dans of beeldende kunsten. Daarnaast krijgen leerkrachten uit het leerplichtonderwijs nascholing van hun collega’s uit het deeltijds kunstonderwijs. Op die manier maken de leerlingen kennis met de DKO-leerkracht en het DKO in het algemeen en worden goede voorbeelden doorgegeven aan de leerkracht uit het leerplichtonderwijs.