Waar iedere Vlaming zich thuisvoelt
21-04-2009
Wachten tot de financiële en economische storm is overgewaaid en pas daarna de schade herstellen? Dat is buiten CD&V gerekend. Besturen is vooruitkijken, vinden wij. De fundamenten van het Vlaamse huis – die door de christendemocraten werden gelegd – zijn stevig, maar verdere verbouwingen zijn nodig. De ambitie: een open en warm Vlaanderen voor iedereen. Waar iedere Vlaming zich thuis voelt.
Respect voor Vlaamse Brusselaars
Brussel is een fascinerende stad die o.a. door zijn Europese roeping uitgroeide tot een kruispunt van culturen en talen. ‘Toen ik onze oudste dochter Marie onlangs inschreef in een wijkschooltje in Woluwe, merkte ik dat zij er heel wat anderstalige kindjes zou ontmoeten’, vertelt Vlaams volksvertegenwoordiger en Brusselaar Paul Delva. (img)
Op het vlak van welzijn en gezondheid werd er de laatste jaren flinke vooruitgang geboekt, o.a. dankzij het harde werk van Steven Vanackere en Brigitte Grouwels.
Voelt Delva zich als Vlaamse Brusselaar thuis in zijn stad? ‘Zeker! Enerzijds duik ik met enthousiasme in het diverse en interculturele leven dat Brussel biedt. Anderzijds maak ik met volle teugen gebruik van het ruime Nederlandstalige aanbod in de stad. De 22 gemeenschapscentra en de grote Vlaamse cultuurhuizen, zoals de AB, de Beursschouwbrug, jeugdtheater Bronks, de KVS, het Kaaitheater, , …vervullen hierbij een cruciale taak. Ook op het vlak van welzijn en gezondheid werd er de laatste jaren flinke vooruitgang geboekt, o.a. dankzij het harde werk van Steven Vanackere en Brigitte Grouwels.’
Toch is Delva niet blind voor wat nog beter kan: ‘In Brussel moet er absoluut een ruimere voorrang komen voor Nederlandstalige kindjes in Nederlandstalige scholen. Anderstalige kindjes blijven absoluut welkom in onze scholen. Maar het kan niet dat Nederlandstalige kindjes hierdoor in de kou staan. En in de Brusselse ziekenhuizen zouden Nederlandstalige patiënten steeds in hun taal moeten geholpen worden.’
Er is dus nog werk aan onze hoofdstad. En de helpende hand van Vlaanderen is hierbij van harte welkom.
Goede kinderopvang is onmisbaar
Een goede balans vinden tussen werk en familieleven is niet altijd evident. Elk jong gezin kent wel de drukke dagelijkse routine: ’s morgens de kinderen op tijd naar de opvang of de school, zelf je eigen job en ook ’s avonds vaak haasten: kinderen oppikken, en als het even kan: rustig wat familietijd. (img)
‘Vele gezinnen streven heel bewust naar een goede combinatie van werk en gezin’, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Vera Jans. ‘Goede kinderopvang is hierbij onmisbaar.’ Kinderopvang heeft in eerste instantie een maatschappelijke functie, aldus Jans: ‘Mensen in staat stellen om te gaan werken en zo een optimale combinatie van werk en gezin mogelijk maken. Vooral voor vrouwen en alleenstaande ouders is dit van wezenlijk belang. Daarom moet kinderopvang niet enkel kwalitatief zijn, maar ook betaalbaar en toegankelijk.’
Kinderopvang heeft in eerste instantie een maatschappelijke functie: mensen in staat stellen om te gaan werken en zo een optimale combinatie van werk en gezin mogelijk maken.
Gelukkig kennen wij in Vlaanderen ook nog veel informele opvang. Oma’s en opa’s die bijspringen en - vaak met veel plezier! - hun kleinkinderen opvangen. Die bijkomende informele opvang is voor veel gezinnen en ook voor onze samenleving van onschatbare waarde om een gezonde ambitie en een actief gezinsleven op elkaar af te stemmen.
Vera Jans: ‘Goede kinderopvang blijft cruciaal. De overheid heeft hierin de taak te voorzien in een ruim beschikbaar, betaalbaar en flexibel aanbod van kinderopvang, maar ook te bewaken dat het huidige aanbod van hoogstaande kwaliteit is. Het gaat immers om ons grootste kapitaal: onze kinderen.’
Jongeren willen een warm nest
In onze complexe wereld hebben kinderen en jongeren een veilige plek nodig om zichzelf te kunnen worden en zijn. In eerste instantie thuis. Maar ook vriendengroepen en de school spelen een belangrijke rol als ‘thuisbasis’. CD&V heeft extra oog voor jongeren die uit de boot vallen. (img)
Volgens Sabine Poleyn, Vlaams volksvertegenwoordiger en promotor Jeugd kan de overheid zo’n thuisbasis op drie mogelijke wijzen steunen. ‘Vooreerst moeten we de jeugdbewegingen met hun 250.000 leden, maar ook de sportclubs, tekenacademies en taalkampen voor de volle 100% blijven ondersteunen. In een vereniging ben je deel van een groep en leer je vrienden maken.’
De volgende regering denkt binnen elke beleidsdomein best na hoe zij jongeren extra kansen kan bieden. Niet overbeschermend, maar vanuit een emancipatiegedachte.
Ook in het onderwijs, welzijn en werk is een rol voor jeugdbeleid weggelegd. In het onderwijs wil CD&V meer aandacht voor het welbevinden van de leerling. ‘Scholen zijn geen kennisfabrieken, maar levensscholen’, aldus Poleyn. ‘Scholen moeten ruimte krijgen om oog te hebben voor de leerling als persoon!’
Op vlak van welzijn CD&V wil een groter aanbod aan hulpverlening voor jongeren, zowel residentieel als ambulant.Ten slotte willen we ook vermijden dat jongeren snel in de werkloosheid terechtkomen, door schoolverlaters onmiddellijk te laten begeleiden door de VDAB.
Sabine Poleyn besluit: ‘De volgende regering denkt binnen elke beleidsdomein best na hoe zij jongeren extra kansen kan bieden. Niet overbeschermend, maar vanuit een emancipatiegedachte. Hoe stoer iemand ook is, iedereen wil toch graag een warme thuis waar de deur altijd openstaat.’
Iedereen lid van sportclub Vlaanderen
‘Zoveel mogelijk mensen een leven lang op een gezonde manier aan sport laten doen’. Deze sportieve ambitie wordt zeker waargemaakt door Johan Sauwens, Vlaams volksvertegenwoordiger en burgemeester van Bilzen. Mede onder zijn impuls werd Bilzen sportgemeente van Vlaanderen, een schoolvoorbeeld van de slogan ‘Vlaanderen Sportland’. (img)
Investeren in sport is ook investeren in gezondheid. CD&V ijvert dan ook voor gezond bewegen en gezond sporten met specifieke aandacht voor de senioren.
Als burgemeester is Johan tevreden over het gemeentelijke sportbeleid in Bilzen. ‘Wij proberen zoveel mogelijk inwoners de kans te bieden om aan sport te doen.’ Bilzen biedt daartoe een waaier aan sportfaciliteiten: een schitterend zwembad, sportcentrum De Kimpel, een voetbalveld met nieuw kunstgrasveld, tennisaccommodaties en een fitnesscentrum. In het stadspark kan je heerlijk wandelen. Vissers gooien een hengel uit, terwijl de joggers lopen op de Finse piste. Liefhebbers kunnen via het mountainbike-parcours Alden Biesen en de Haspengouwse heuvels bereiken. Ook de paardensport leeft in Bilzen, met ondermeer een paardenhumaniora.
‘De functie van sport is ontzettend veelzijdig en van maatschappelijk belang. Investeren in sport is ook investeren in gezondheid’, aldus Johan Sauwens. CD&V ijvert dan ook voor gezond bewegen en gezond sporten met specifieke aandacht voor de senioren. Verder moet de maatschappelijke rol van sport(clubs) en de vrijwilligers in de verf gezet worden. ‘De sportclub is een ontmoetingsplaats van en voor bewegende Vlamingen, iedere Vlaming moet de kans krijgen te sporten.’
Breng Europa dichter bij de mensen
Op haar campagnetoer door Vlaanderen ondervind Nik Van Gool het dagelijks: voor velen is Europa ver weg. ‘Weinigen onder ons voelen zich ‘Europeaan’’, zegt ze. ‘Europa dichter bij de mensen brengen is een werk van jaren en een verantwoordelijkheid van velen.’ (img)
Toch zijn er heel wat zaken die ons als Europeanen verbinden. Een gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur om er maar twee belangrijke te noemen. Veel meer dan we vermoeden hebben we naast een Vlaamse, ook een Europese identiteit.
Naast onze geschiedenis, delen we ook een gemeenschappelijke Europese toekomst. De voornaamste uitdagingen waarmee onze samenleving geconfronteerd wordt, zijn immers Europees en zelfs globaal van aard: klimaatverandering, de financieel- economische crisis, …. ‘Om ons staande te houden in deze wereld hebben we nood aan sociale verbanden en netwerken’, stelt Van Gool. ‘Als ons gezin op microniveau onze thuis is, dan is Europa dat op macroniveau. Een thuis waarin we gezamenlijk moet nadenken en werken aan krachtdadige antwoorden op deze globale problemen.’
Thuis zijn in Europa is een proces waar tijd voor nodig is, beseft Van Gool. ‘Bewust zijn van het feit dat elk land op zich de problemen niet meer kan oplossen is een eerste noodzakelijke stap. CD&V wil Vlamingen dichter bij Europa brengen door hen goed te informeren en te betrekken bij het Europese verhaal.’
Platteland heeft recht op aparte aanpak
Jan Verfaillie, Vlaams parlementslid en burgemeester van Veurne, komt met een opmerkelijk voorstel. ‘We hebben opnieuw een minister van Platteland nodig. Onze Vlaamse plattelandsgemeenten hebben recht op een aparte aanpak.’ (img)
Die minister moet in zijn beleid oog hebben voor drie zaken. ‘Wonen, werken en recreatie kunnen samengaan zonder dat de één de andere verdringt. Zo zorgen we ervoor dat iedereen zich thuis voelt op het platteland.’
Ook kleine dorpjes kunnen hun mannetje staan in de grote wereld. Ze kunnen daarom rekenen op onze steun. ‘We willen dat de kleuter- en basisscholen in de kleine dorpskernen behouden blijven. Zo blijft de band tussen het dorp en zijn inwoners behouden.’
Zompige akkers, weiden vol grazende koeien, ronkende tractoren... Landbouw is alomtegenwoordig op het platteland. Daarom geven we landbouw alle kansen. ‘Het Vlaams plattelandsbeleid moet de concurrentiekracht van de land- en tuinbouw versterken. Aan paardenfokkerijen bijvoorbeeld willen we de kans bieden om zich verder te ontwikkelen.’
‘We willen dat de kleuter- en basisscholen in de kleine dorpskernen behouden blijven. Zo blijft de band tussen het dorp en zijn inwoners behouden.’
‘Erfgoed Vlaanderen, toekomst voor ons verleden’, luidt de slogan op de website van Erfgoed Vlaanderen. Een boodschap waar we volledig achter staan. ‘Cultureel en agrarisch erfgoed hebben recht op een maximale bescherming. Ze zijn de erfenis voor onze kinderen.'
Plattelandsgemeenten staan er niet alleen voor, besluit Jan Verfaillie. 'Wij zullen hen volop ondersteunen. Dankzij specifieke projecten, gefinancierd door een nieuw plattelandsfonds, wordt leven op het platteland nog aangenamer.'
Thuis in de Vlaamse Rand
Vele jonge gezinnen dromen ervan om te blijven wonen in het dorp waar ze zijn opgegroeid. In de Vlaamse Rand rond Brussel is dat niet anders. Maar door de nabijheid van de hoofdstad zijn de grond- en woningprijzen onbetaalbaar geworden en zijn elk jaar 3.000 jonge gezinnen met kinderen verplicht de Vlaamse Rand te verlaten. ‘De voorbije 10 jaar zijn 40.000 Brusselaars verhuisd naar de Vlaamse Rand’, schetst Vlaams volksvertegenwoordiger Eric Van Rompuy de problematische situatie. ‘In gemeenten als Zaventem en Vilvoorde vestigen zich gemiddeld 500 Brusselaars per dag. Velen spreken geen Nederlands en missen hierdoor de kans op sociale integratie.’
"Franstalige partijen spreken van discriminatie terwijl het juist onze bedoeling is om mensen dichter bij elkaar te brengen."
Daarom is CD&V voorstander om bij het toewijzen van gemeentelijke bouwgronden en sociale huurwoningen taalvereisten te stellen aan de kandidaat-kopers. Er wordt hen gevraagd om Nederlands te spreken of tenminste een inspanning te doen om Nederlands te leren. Ook wordt bij verkoop van gronden in belangrijke privé-verkavelingen en appartementen in de Vlaamse Rand gevaagd prioriteit te geven aan gezinnen die een socio-culturele band hebben met de gemeente. Van Rompuy: ‘Taal is een factor van integratie. Hoe kan een wijk goed samenleven als men mekaars taal niet begrijpt?’
‘Hiermee willen we zowel het Nederlandstalig karakter als de sociale integratie bevorderen. Franstalige partijen spreken van discriminatie terwijl het juist onze bedoeling is om mensen dichter bij elkaar te brengen.’
Jonge gezinnen houden stad jong
Ondanks de voordelen op vlak van onderwijsaanbod, cultuurbeleving, shopping, openbaar vervoer enz. ontvluchten nog steeds vele jonge gezinnen de stad. Het drukke verkeer en het gebrek aan groene speelruimte schrikken hen af. Karin Brouwers, schepen in Leuven, vindt dat geen goede zaak: ‘Jonge gezinnen zijn immers heel belangrijk voor een goede sociale en leeftijdsmix in onze steden. Zij trekken vaak het comité voor een verkeersarme straat, organiseren mee het buurtfeest, pleiten met de kinderen voor een speelplein... Jonge gezinnen houden door hun creativiteit de stad zelf jong!'
Middelen van het Vlaamse stedenfonds en stadsvernieuwingsfonds, aangevuld met Europese financiering, worden nu in vele steden aangewend om er een thuis van te maken. Niet alles is echter met geld op te lossen’, weet Brouwers uit ervaring. ‘Door de bevolkingsgroei in de steden is er ook almaar meer behoefte aan een zekere stadsetiquette.’
Niet alles is met geld op te lossen. Door de bevolkingsgroei in de steden is er ook almaar meer behoefte aan een zekere stadsetiquette.
In het stedennetwerk Vlaanderen krijgen stad en platteland steeds meer gedeelde problemen en uitdagingen. Het fenomeen van armoede in onze dorpen is hiervan een schrijnend voorbeeld. ‘We moeten dus meer gaan samenwerken met de ons rondomliggende gemeenten’, stelt Brouwers, ‘net zoals er nood is aan een structurele herfinanciering van zowel steden als gemeenten. Tot slot zal het nieuwe ruimtelijk structuurplan Vlaanderen een doordacht beleid voor kwalitatieve open ruimte moeten uitstippelen én keuzes maken voor de handel in de stedelijke woonkernen. ‘